In deze les zitten 34 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Onderdelen in deze les
Herodotos (ca. 485 - ca. 425 v.Chr.)
Slide 1 - Tekstslide
Inhoud
Introductiefilmpje
Wie was Herodotos?
Herodotos' taaleigen
Ons pensum
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Wie was Herodotos?
Slide 4 - Tekstslide
Herodotos (ca. 485 - ca. 425 v.Chr.)
Geboren in Halikarnassos
Oom was ook geschiedschrijver, omgekomen bij mislukte poging de tiran af te zetten
Gevlucht naar Samos
Ca. 455 terugkeer naar Halikarnassos
Betrokken bij stichting Atheense kolonie Thourioi in 444
In Athene gewoond (nauwe banden Perikles)
425 gestorven in Thourioi
Slide 5 - Tekstslide
Herodotos: anders dan anders
Schreef: Historiën
Griekse woord ἱστορίη betekent: onderzoek
Reiziger (Egypte, Libië, Mesopotamië, Babylon)
Andere aanpak geschiedschrijving dan logografen (=prozaschrijvers, die zich bezighielden met genealogie, etnografie en geografie): doorbreking van stads-/landsgrenzen, ordening van materiaal en leggen van verbanden
Overkoepelend thema: gewelddadig conflict tussen Grieken en niet-Grieken
Overzicht van de inhoud op blz. 8
ὄψις: met eigen ogen waarnemen
ἀκοή: getuigenverslagen of geschreven bronnen
γνώμη: reconstructie m.b.v. een zo wetenschappelijk mogelijke redernering bij ontbreken van directe gegevens
Slide 6 - Tekstslide
Brongebruik
H vermeldt in tekst hoe hij precies te werk is gegaan, hoe hij aan zijn informatie komt en hoe hij zijn materiaal heeft geselecteerd.
H gebruikt geschreven bronnen, dus ook de teksten van logografen
H is altijd expliciet: De Perzen zeiden dat ...., de Grieken zeiden dat ... -> dus veel aci-constructies!
H gebruikt die ook als soort disclaimer -> soms meerdere versies, soms laat hij de keuze aan de lezer, soms geeft hij zijn eigen mening, soms geeft hij aan dat hij iets niet weet en soms laat hij zaken achterwege die volgens hem niet relevant zijn (vaak uit religieuze eerbied)
Slide 7 - Tekstslide
Thematiek Historiën
Overkoepelend thema: daden Grieken en niet-Grieken & waarom conflict
Rode draad: het onderzoeken van oorzaken
Veel digressies (uitwijdingen)
Thema’s:
De wisselvalligheid van het menselijk bestaan: niets is constant (geluk/ongeluk)
De rol van het bovennatuurlijke: indirect ingrijpen (dromen/orakels) / vagere 'goden' (godheid/het goddelijke) -> ὕβρις en φθόνος
Alleenheerschappij vs. democratie: H is in contact gekomen met veel politieke diversiteit -> H's voorkeur niet bekend (maar wellicht democratie)
Slide 8 - Tekstslide
Wat was de bijnaam van Herodotos
A
de grootvader van de geschiedschrijving
B
de vader van de geschiedschrijving
C
de oom van de geschiedschrijving
D
de neef van de geschiedschrijving
Slide 9 - Quizvraag
Conclusies trekken door wat je ziet doe je door
A
ἀκοή
B
γνώμη
C
ὄψις
D
ἱστορίη
Slide 10 - Quizvraag
Conclusies trekken door wat je van anderen hoort doe je door
A
ἀκοή
B
γνώμη
C
ὄψις
D
ἱστορίη
Slide 11 - Quizvraag
Conclusies trekken door wat je bedenkt doe je door
A
ἀκοή
B
γνώμη
C
ὄψις
D
ἱστορίη
Slide 12 - Quizvraag
Slide 13 - Tekstslide
Herodotos' taaleigen
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Herodotos als verteller
Het verhaal en de verteller
een reeks van (samenhangende) verhalen => narratief
hij vertelt gebeurtenissen die hebben plaatsgevonden, heeft weet van bijv. privégesprekken en gedachten van anderen en hij is op alle plaatsen in zijn vertelling aanwezig => alwetend en alomtegenwoordig
Narratieve technieken
prospectie en retrospectie
dramatische ironie
Slide 16 - Tekstslide
Verteltechnieken
epanalepsis: na een – kleine of grote – digressie wordt het hoofdverhaal weer opgepakt door woordelijke herhaling van (een deel van) het voorafgaande
kop-staartverbinding: herhaling van het hoofdwerkwoord in zin 1 als ptc in zin 2, verbindt informatieblokken
Slide 17 - Tekstslide
Verteltechnieken vervolg
ringcompositie: aan het begin en het eind van een episode komen (woordelijke) overeenkomsten voor waardoor de episode als één informatieblok gepresenteerd wordt
enargeia, directerede, praesenshistoricum: om het verhaal levendig te houden
Slide 18 - Tekstslide
Bijzonderheden taalgebruik Herodotos
Hij komt uit Halikarnassos, dus hij spreekt/schrijft Ionisch i.p.v. Attisch
Bijzonderheden: zie ook H5 (blz. 40-44)
Slide 19 - Tekstslide
Taaleigen van Herodotos (Ionisch Grieks) (blz.40-44)
Ionisch
-η (ἱστορίη)
ἐς
ὦν
κ (ὅκως, κότε)
-σσ- (φυλάσσω)
geen contractie (οἰκέουσι)
ε + ο = soms ευ (ἐμεῦ)
Attisch
lange α
εἰς (+ acc.) naar
οὖν dus, dan nu
π
-ττ-
wel contractie
ου
Slide 20 - Tekstslide
Taaleigen van Herodotos (Ionisch Grieks) (blz.40-44)
Ionisch
geen aspiratie (ἀπικόμην)
gen. ev. soms -εω
dat. mv. -ῃσι / -οισι
pers. vnw. οἱ
pers. vnw. μιν
pers. vnw. σφι
relativum vaak met τ- (τὸν)
Attisch
wel aspiratie
-ου
-αις / -οις
αὐτῷ of αὐτῇ
αὐτόν of αὐτήν
αὐτοῖς of αὐταῖς
ὃν
Slide 21 - Tekstslide
Taaleigen van Herodotos (Ionisch Grieks) (blz.40-44)
Ionisch
soms geen augment (vaak bij woorden met een beginklinker of een tweeklank, bijv.: ἀμείβετο
ἐών, ἐοῦσα, ἐόν
-αται / -ατο ἀπίκατο
Attisch
wel augment: ἠμείβετο
ὤν, οὖσα, ὄν
-νται / -ντο ἀφίκοντο
Slide 22 - Tekstslide
Een digressie is
A
een afwijking
B
een epanalepsis
C
een ringcompositie
D
een uitwijding
Slide 23 - Quizvraag
Het dialect van Herodotos was
A
Attisch
B
Dorisch
C
Ionisch
D
Korinthisch
Slide 24 - Quizvraag
"Hij werd verliefd op zijn eigen vrouw. Nadat hij verliefd was geworden, ging hij ..." is een voorbeeld van
A
epanalepsis
B
kop-staartverbinding
C
retrospectie
D
ringcompositie
Slide 25 - Quizvraag
"Hij reisde via Leiden. Daar blablabla. Toen hij verder reisde, ..." is een voorbeeld van
A
epanalepsis
B
kop-staartverbinding
C
retrospectie
D
ringcompositie
Slide 26 - Quizvraag
Ons pensum
Slide 27 - Tekstslide
De tirannen
Polykrates van Samos
Kypselos (van Korinthe)
Periandros (van Korinthe)
Lykophron (van Korinthe)
Slide 28 - Tekstslide
Polykrates van Samos
Slide 29 - Tekstslide
Polykrates van Samos
Rond 538 staatsgreep van Polykrates met 2 broers tijdens het festival van Hera -> van oligarchie naar de macht in handen van 3 broers.
Na 6 jaar zet hij zijn broers aan de kant: Pantagnotos (moord) en Syloson (verbanning) => alleenheerschappij
Polykrates' macht steunde op een sterk leger (1000 boogschutters en een hele machtige vloot)
Ook op andere terreinen succesvol: aquaduct, Heraion (één van de grootste en rijkste tempels van Griekenland), productie wol/melk, hof bezocht door grootste geleerden en vooraanstaande kunstenaars + kolonisatietochten
Het lot: het gaat tiran Polykrates voor de wind, dus dat kan maar op één manier aflopen....
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
De tirannen van Korinthe
Slide 32 - Tekstslide
De tirannen van Korinthe
Korinthe: strategische plek, want alle handel over land en zee kwam er langs => vanaf 8e eeuw v. Chr. economische en politieke mogendheid van formaat.
Geregeerd door adellijke familie van de Bakchiaden, waaraan de tiran Kypselos (ca. 670-627) een einde maakte.
Kypselos = zoon van Eëthion en de Bakchiadische Labda. Herodotos vertelt over de orakels die de komst van deze tiran aankondigen en de poging om hem als baby uit de weg te ruimen, maar verder weten we weinig over zijn leven.
Periandros = zoon en opvolger van Kypselos, één van de Zeven Wijzen in de Oudheid. Meningen verdeeld over zijn beleid: negatief (wreed, vervolgen en vermoorden van burgers en zijn eigen vrouw) en positief (rechtvaardig vanwege een eerlijkere verdeling van de rijkdom in de stad).
Onder Periandros werd Korinthe de belangrijkste handelsstad van Griekenland => dialkos (overtoom over de Isthmos) en veel geld uitgegeven aan tempels, festivals en publieke voorzieningen.
Periandros kreeg twee zoons: Kypselos (niet al te snugger) en Lykophron (geschikt om hem op te volgen)
Lykophron brak met zijn vader (volgens Herodotos vanwege Periandros' schuld in de dood van Lykoprhons moeder), verhuist naar Kerkyra (kolonie van Korinthe) en wordt in 586 daar vermoord.
Periandros gebroken door de dood van zijn zoon, sterft niet veel later, wordt opgevolgd door neef, maar na 3 jaar verdreven voor een oligarchie.