In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Onderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Planning
Introductie mijzelf en jullie
Theorie 4.2
Quiz
Slide 2 - Tekstslide
Toon ter Horst
27 jaar oud
Woon in Utrecht
Slide 3 - Tekstslide
Mijn studie
Studie opdrachten (lesbezoek, camera, vragenlijst)
Leerdoelen
Zelf les indelen
Interactieve les: video's
Prijs beste participant
Slide 4 - Tekstslide
Stellingen en vraag
Wat kan wel, wat kan niet in de klas?
Jullie leren kennen
Slide 5 - Tekstslide
Mogen leerlingen schelden in de les?
A
Ja, dat kan prima
B
Nee, dat kan echt niet
Slide 6 - Quizvraag
Mogen docenten schelden in de les?
A
Ja, dat kan prima
B
Nee, dat kan echt niet
Slide 7 - Quizvraag
Moet het helemaal stil zijn tijdens de werktijd?
A
Ja, dat werkt beter
B
Nee, overleggen moet kunnen
Slide 8 - Quizvraag
Mijn Guilty Pleasure is
Slide 9 - Woordweb
Ik hoop dat we tot de zomer leren over
Slide 10 - Open vraag
Ik leer biologie het beste door:
A
Te luisteren naar de docent
B
Mijn boek thuis te lezen
C
Vragen te maken
Slide 11 - Quizvraag
Dus...
Ik probeer netjes te praten
Jullie gaan netjes praten
Toetsstof (85%) - VWO
Bespreken huiswerk (tijd in les)
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Paragraaf 4.2
Bacterien, Schimmels en Virussen
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Tekstslide
Bacterie, Virus, Schimmel
Verschil?
Slide 17 - Tekstslide
Leerdoelen
Jullie kunnen een archaeon herkennen en de structuren benoemen
Jullie kunnen een bacteriecel herkennen en de structuren benoemen
Jullie weten hoe een bacterie voortplant
Jullie kunnen een virus herkennen en de structuren benoemen
Jullie kunnen een schimmelcel herkennen en de structuren benoemen
Jullie zijn bekend met het nut van prokaryoten
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Video
Biotechnologie
'Alle technieken waarbij organismen worden gebruikt om producten te maken voor de mens.'
Voorbeeld: melkzuurbacteriën, kweekvlees
Slide 20 - Tekstslide
Nuttige prokaryoten
Beschermlaag ziekteverwerkkers
'Darmflora'
Slide 21 - Tekstslide
Virussen?
Slide 22 - Tekstslide
Virussen?
Slide 23 - Tekstslide
Archaea (ev. Archaeon)
Archaea: domein eencellige micro-organismen
Archaea zijn prokaryote levensvormen:
Geen celkern en weinig andere cellulaire structuren
Slechts honderden soorten archaea bekend (weinig!)
Archaea zijn extremofiel (?)
Kunnen in extreme omstandigheden overleven
Slide 24 - Tekstslide
Archaeon (schematisch) BINAS 79A
Slide 25 - Tekstslide
✓
Virussen?
Slide 26 - Tekstslide
Bacteriën
Vrijwel geen organellen
Sommige soorten zweepharen
Voortplanting = deling
Wanneer snel?
Slide 27 - Tekstslide
Bacteriën
Erfelijk materiaal: 1 cirkelvormig chomosoom
Andere soorten: ook kleine cirkelachtige chrosomosen (plasmide)
Slide 28 - Tekstslide
Voeding
Bacteriën voeden zich meestal met dode resten organismen (= heterotroof)
Sommige soorten: chlorofyl (bv blauwalg)
Wel eigen voedsel maken (= autotroof)
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Deling bacteriën
Slide 31 - Tekstslide
Slide 32 - Tekstslide
Bacteriecel
Soorten bacteriën (Binas 79A)
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel
Slide 33 - Tekstslide
Bacteriecel
Soorten bacteriën (Binas 79A)
Gemiddeld 10x kleiner dan dierlijke, plantaardige of schimmelcel
Slide 34 - Tekstslide
Slide 35 - Video
✓
✓
Virussen?
Slide 36 - Tekstslide
Virussen
Waarom niet in stamboom?
Veel kleiner dan bacteriën en zijn geen organismen
Eiwitmantel met DNA
Leeft niet, bestaat niet uit cellen!
Slide 37 - Tekstslide
Virussen
Kan zelf niet voortplanten maar heeft gastheer nodig
Gastheer: bacterie, plant -of dierlijke cel
Bacteriofaag: virus wat een bacterie gebruikt als gastheer noem je een
Slide 38 - Tekstslide
✓
✓
Virussen ✓
Slide 39 - Tekstslide
Schimmels
Een- of meercellig, celwand, celkern, geen bladgroenkorrels Gist = een eencellige schimmel Meercellige schimmels bestaan uit lange dunne hyfen (schimmeldraden)
Voorplanting door sporen
Slide 40 - Tekstslide
Schimmels
Mycelium: netwerk van hyfen
Slide 41 - Tekstslide
✓
✓
✓
Virussen ✓
Slide 42 - Tekstslide
Je eten bederft alleen door schimmels
A
Waar
B
Niet-waar
Slide 43 - Quizvraag
Wat betekent heterotroof?
A
Warmbloedig
B
Zelfregulerend
C
Anders-voedend
D
Hetzelfde-voedend
Slide 44 - Quizvraag
Een soort micro-organisme (levend) zonder celkern dat in staat is om te overleven in hele moeilijke omstandigheden.
A
Bacterie
B
Virus
C
Archaeon
Slide 45 - Quizvraag
Hoe planten bacterien zich voort? (1 woord is genoeg)
Slide 46 - Open vraag
Bacterien kunnen via een buis DNA met elkaar delen, dit heet de
A
Virus
B
Flagel
C
Celkern
D
Plasmide
Slide 47 - Quizvraag
Bacteriën
Erfelijk materiaal: 1 cirkelvormig chomosoom
Andere soorten: ook kleine cirkelachtige chrosomosen (plasmide)
Slide 48 - Tekstslide
Kenmerken: 1 of meercellig, heeft celwand, heeft celkern, heeft geen (!) bladgroenkorrels
A
Bacterie
B
Virus
C
Schimmel
D
Alg
Slide 49 - Quizvraag
Deze structuur kan zelf niet voortplanten maar heeft een gastheer nodig
A
Bacterie
B
Schimmel
C
Virus
D
Archaeon
Slide 50 - Quizvraag
Genetische modificatie
'DNA van een organisme wordt veranderd om iets voor de mens te maken (geneesmiddelen of hormonen)'