LO2 4v anatomie les 1

Anatomie les 1
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
Lichamelijke opvoedingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Anatomie les 1

Slide 1 - Tekstslide

Het menselijk lichaam beschikte over *volgende dia

ANATOMIE
FYSIOLOGIE
Opbouw van het menselijk lichaam
Functioneren van het menselijk lichaam

Slide 2 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Botten

Spieren

Gewrichten

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

FUNCTIE VAN BOTTEN
Botweefsel geeft het lichaam een ondersteunende structuur, letterlijk een ‘geraamte’. 

Botten beschermen de kwetsbare delen van het lichaam. Zo beschermt de schedel de hersens, de ruggengraat beschermt het ruggenmerg en de ribbenkast beschermt het hart en de longen. 

Botten zorgen er ook voor dat mensen kunnen staan en lopen. Botten vormen een aanhechtingspunt voor spieren en pezen waardoor het lichaam zich kan bewegen.

 

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoeveel botten heeft een volwassene?
A
501
B
345
C
125
D
206

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


Een baby heeft meer botten dan een volwassene

A
waar
B
niet waar

Slide 6 - Quizvraag

Baby's worden geboren met meer botten dan volwassenen. Dit komt doordat sommige botten samensmelten naarmate we ouder worden. Het aantal botten dat een baby heeft, is ongeveer 300, terwijl een volwassene er 206 heeft.
Hoeveel botten heeft een pasgeboren baby?
A
328
B
300
C
256
D
206

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

FUNCTIE SPIEREN
Je spieren zorgen ervoor dat je kunt bewegen. De skeletspieren zijn belangrijk voor het bewegen van het skelet.
Spieren geven vorm aan ons lichaam samen met de botten en de huid.
Bij het zetten van één stap gebruik je maar liefst 200 spieren. Totaal hebben we meer dan 600 spieren die ieder een eigen functie hebben. Zo zijn sommige spieren betrokken bij de ademhaling, hartslag of spijsvertering en andere helpen weer bij het voortbewegen.


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Werking van de spier
  • Skeletspieren kun je bewust aanspreken
  • Zenuwen sturen een elektrisch signaal naar de spieren. Dit zorgt ervoor dat je de spier aanspant of ontspant; spiervezels worden dikker of dunner.
  • Bij veel kracht worden er meerdere spiervezels aangespannen
  • Elke spiervezel bevat enkele honderden tot duizenden vezeltjes. Die zorgen ervoor dat de spier kan samentrekken. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dwarsgestreept spierweefsel
  • Bevindt zich in de sketelspieren (is een spier die bevestigd is tussen twee delen van het skelet)
  • Deze spieren kun je bewust aansturen en je bepaalt dan zelf hoe jij je lichaam beweegt.
  • Dwarsgestreepte spieren zitten d.m.v. pezen vast aan je botten.

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewrichten
Naast botten en spieren is er nog iets in het lichaam dat beweging mogelijk maakt, de gewrichten. Er zijn verschillende soorten gewrichten

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten gewrichten kennen we?

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

5 soorten gewrichten
kogelgewricht
scharniergewricht
rolgewricht
zadelgewricht
ellipsvormig gewricht

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht
Een ronde knobbel in een diepe kom.
Je kan dit gewricht alle kanten op bewegen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Scharniergewricht
Dit gewricht kan je maar in één richting bewegen
Net als een scharnier in een deur.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rolgewricht
Dankzij dit gewricht kan je de hand draaien

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zadelgewricht
tussen middenhandsbeentje van de duim en de handwortel

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ellipsvormig gewricht
Bovenste polsgewricht. Lijkt op een kogelgewricht, maar de bewegingsmogelijkheid is berperkter.

Slide 18 - Tekstslide

Je vingerkootje aan je hand.
Zet het onderdeel bij het juiste gewrichtssoort
Kogelgewricht
Scharniergewricht
Rolgewricht
Overig
Heup
Knie
Schouder
Onderarm
Elleboog
Enkel
Vingers
Tenen
Hoofd
Pols
Duim

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

De gewrichtskogel
Deze wordt ook wel gewrichtskop genoemd en beweegt in de gewrichtskom. 
Als je bijvoorbeeld je schouder uit de komt hebt dan betekent dit dat de gewrichtskogel van je opperarmbeen niet meer in de kom zit. 
Gewrichtskapsel
Deze worden ook wel gewrichtsbanden genoemd en zorgen er voor dat het gewricht bij elkaar blijft. 
Als je bijvoorbeeld je schouder uit de kom hebt zijn je gewrichtsbanden opgerekt. 
Kraakbeen
Het kraakbeen zorgt er voor dat de botten minder snel slijten. 
Kraakbeen is wat zachter dan botweefsel. 
gewrichtssmeer
Tussen het kraakbeen van de kop en de kom van het gewricht zit gewrichtssmeer. Dit zorgt er voor dat de botten soepel over elkaar heen glijden. 
de gewrichtskom
Samen met de gewrichtskop of gewrichtskogel vormt de kom het gewricht. Dit zorgt er voor dat de botten kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Plaats het lichaamsdeel achter het gewricht
Heup
Duim
Knie
Spaakbeen
Pols
Nek

Slide 22 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies


Hoe heet het
groene bot?
A
Sleutelbeen
B
Dijbeen
C
Schoudergordel
D
Schouderblad

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Kogelgewricht
Rolgewricht
Scharniergewricht
Eivormig gewricht

Slide 24 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

De vorm van de gewrichtskop en de gewrichtskom bepalen welke beweging gemaakt kan worden. 
Knie gewricht
Dit is een scharnier gewricht. Net als een deur kan de knie slechts 1 kant op.
Heupgewricht
Dit is een kogelgewricht. Een kogel is rond en kan dus zo goed als alle kanten op bewegen. 

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Pezen en spieren rond om het skelet
Een pees zorgt er voor dat de spier aan het bot vast zit. 

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een spier bestaat uit spiervezels die kunnen samentrekken. Spierweefsel zorgt dus voor de beweging.
Een pees zorgt er voor dat de spier aan het bot vast zit. 

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het meest beweeglijke gewricht?
A
kogelgewricht
B
scharniergewricht
C
rolgewricht
D
zadelgewricht

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies