§3.3 Van nat naar droog

§3.3 Van nat naar droog
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

§3.3 Van nat naar droog

Slide 1 - Tekstslide

  - Leerdoelen
  - Herhaling/Wat weet je al 
  - Uitleg
  - Opdrachten 
  - Terugblik 

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van deze paragraaf: 
  • weet je wat neerslag is en hoe dit ontstaat;
  • kun je de verschillen tussen de korte en lange waterkringloop aangeven;
  • kun je uitleggen hoe stijgings- en stuwingsregens ontstaan;
  • begrijp je waarom er in sommige gebieden bijna geen neerslag valt.

Slide 3 - Tekstslide

Lage breedte
Hoge 
breedte

Slide 4 - Sleepvraag

Wat is een verschil tussen weer en klimaat?
A
periode van meten
B
klimaat gaat over kleiner gebied
C
weer is de gemiddelde toestand van de lucht
D
weer gaat over neerslag en klimaat niet

Slide 5 - Quizvraag

Hoe komt het dat we seizoenen hebben?
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 6 - Quizvraag

Hoe komt het dat we dag en nacht hebben?
A
Door de draaiing van de aarde om de zon
B
Door de draaiing van de zon om de aarde
C
Door de wolken
D
Omdat de aarde om zijn eigen as draait

Slide 7 - Quizvraag

Door de zon wordt eerst verwarmd ....
A
het dal
B
de lucht
C
de berg
D
het aardoppervlak

Slide 8 - Quizvraag

In het dal van een berg is het 5 °C. Hoeveel graden is op 2000m hoogte?
A
15 °C
B
-7 °C
C
- 9 °C
D
0 °C

Slide 9 - Quizvraag

Wanneer zie je het juiste seizoen afgebeeld staan voor Nederland?
 zomer
herfst
winter
zon
lente

Slide 10 - Sleepvraag

Welke vormen van neerslag ken jij?

Slide 11 - Woordweb

Het begin van een regenbui
  • Soorten neerslag: regen, hagel, sneeuw.

Als water opwarmt ontstaat een onzichtbaar 
gas dat noem je waterdamp.
Warme lucht met waterdamp stijgt op, 
hierdoor koelt het af en vindt er 
condensatie plaats.
Dit betekent dat waterdamp vloeibaar 
wordt en in druppels verandert.


Slide 12 - Tekstslide

Waardoor kan neerslag ontstaan?
A
doordat warme lucht met waterdamp opstijgt
B
doordat koude lucht met waterdamp opstijgt
C
doordat opstijgende waterdamp afkoelt
D
doordat regendruppels naar land worden geblazen

Slide 13 - Quizvraag

Slide 14 - Tekstslide

Vormen van water:
2. Vloeibaar:
- Regen
1. Vast:
- IJs of sneeuw
3. Gasvormig:
- Waterdamp

Slide 15 - Tekstslide

Hoe verplaatst water op aarde?
De waterkringloop
  • Korte waterkringloop 
  • Lange waterkringloop 

Slide 16 - Tekstslide

De korte waterkringloop
  • Waterkringloop = "het proces waarbij zeewater na verdamping uit zee via wolken, neerslag, grondwater en rivieren weer terug naar zee stroomt."

  1. Zeewater verdampt door de zon.
  2. Waterdamp stijgt op, koelt af en condenseert: neerslag.
  3. Het regenwater valt weer terug in zee.

Korte waterkringloop

Slide 17 - Tekstslide

De lange waterkringloop
  1. Zeewater verdampt door de zon.
  2. Waterdamp stijgt op, koelt af en condenseert: neerslag.
  3. De wind waait de wolken boven land.
  4. Neerslag valt boven land en het water gaat via rivieren en als grondwater weer naar de zee.

Slide 18 - Tekstslide