Longen Les 1

• Verpleging en verzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Longen

Les 1

Lesdoelen komende 3 lessen

- Je kunt de anatomie en functie van de verschillende onderdelen van de luchtwegen benoemen.

- Je kunt vertellen hoe de lucht in en uit de longen stroomt.

- Je kunt uitleggen hoe zuurstof vanuit de longen opgenomen wordt in het bloed.

- Je kunt uitleggen hoe regulatie van de ademhaling plaats vind. 

- Je kunt een afwijkende ademhaling herkennen.

Welke kennis moet je opdoen om de volgende leerdoelen te behalen? Of wat wil je graag leren?
- Je kunt de anatomie en functie van de verschillende onderdelen van de bovenste en onderste luchtwegen benoemen.
- Je kunt vertellen hoe de lucht in en uit de longen stroomt.

- Je kunt de anatomie en functie van de verschillende onderdelen van de bovenste en onderste luchtwegen benoemen.

         - Je kunt benoemen welke onderdelen van het ademhalingsstelsel de lucht passeert tot in  

             de longen.

        - Je weet wat de functie van deze onderdelen is.

- Je kunt vertellen hoe de lucht in en uit de longen stroomt.

       - Je kunt uitleggen hoe de borstademhaling plaatsvindt.

       - Je kunt uitleggen hoe de buikademhaling plaatsvindt.

       - Je kent de longvliezen en de functie hiervan.

Wat staat er op de volgende afbeeldingen?

?

?

Maak een tekening van de weg die zuurstof (O2) aflegt vanuit de buitenlucht tot in de longen. Waar komt de lucht allemaal langs?

Schrijf bij elk onderdeel de medische benaming en de functie(s)

Beschrijf hoe lucht de longen in en uit stroomt

De inhoud van de luchtwegen behoort tot het:

1. Inwendige milieu
2. Uitwendige milieu
3. Zowel het inwendige als het uitwendige milieu

Welke onderdelen horen bij de bovenste luchtwegen?

Tot de bovenste luchtwegen gehoren:

- neusholte

- mondholte

- keelholte

- strottenhoofd

Noem vier functies van de neusholte die van toepassing zijn bij inademen via de neus.

Wat is de functie van de huig?

1. Sluit de keelholte af tijdens het ademhalen.
2. Sluit de luchtpijp af tijdens het slikken.
3. Sluit de neusholte af tijdens het slikken.
4. Sluit de slokdarm af tijdens het ademhalen.

Bij verslikken staat de huig OPEN/DICHT. Het strotklepje staan dan OPEN/DICHT

1. Open - dicht
2. Open - open
3. Geen van allen goed!
4. Dicht - dicht

Larynx

Schildklier (thyroïd)

Trachea

Wat is de juiste volgorde waarin de luchtwegen zich vertakken, van groot naar klein?

1. Trachea- bronchioli-bronchus-alveoli
2. Trachea-bronchus-bronchioli-alveoli
3. Zowel in de bovenste als ondrste luchtwegen
4. Trachea-bronchus-alveoli-bronchioli

De longen bestaan uit:

1. 1 longkwab
2. 2 longkwabben
3. 5 longkwabben
4. 4 longkwabben

Waarbij hoort de volgende waarneming:
"De tussenribspieren trekken samen."

1. Inademing bij borstademhaling
2. Uitademing bij borstademhaling
3. Inademing bij buikademhaling
4. Uitademing bij buikademhaling

Bij ademhalen is...

1. Zowel de huig als het strotklepje is dicht
2. De huig is open het strotklepje is dicht
3. zowel de huig als het strotklepje is open
4. De huig is dicht, het strotklepje is open

Filmpjes

0

strottenhoofd (Larynx)

Keelholte (pharynx)

luchtpijp (trachea)

neusholte

Sleep de nummers naar de juiste namen

keelholte

Long

luchtpijp

Neusholte

strottehoofd

2

1

4

3

5

Wat is de belangrijkste prikkel voor het ademcentrum om sneller te gaan ademhalen?

Waar wordt de ademhaling geregeld?

1. kleine hersenen
2. grote hersenen
3. hersenstam
4. ruggenmerg