Unit 5 before testweek

English
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavo, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

English

Slide 1 - Tekstslide

Planning

1. Praktische informatie
2. Grammar recap
3. Practise
4. Toets bespreken


Slide 2 - Tekstslide

Toets in de toetsweek
Proefwerk Unit 5 (verkort) + leesvaardigheid
Woordjes en zinnen
- Unit 5.1 + 5.2
Grammar
* Persoonlijke voornaamwoorden
* This/that/these/those
* Imperative
* Present Simple

Slide 3 - Tekstslide

Persoonlijke voornaamwoorden

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Present Simple

Slide 7 - Tekstslide


My sister ......... (to like) school

Slide 8 - Open vraag

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Vraag maken:
...... you ......... (to like) school?

Slide 12 - Open vraag

Vraag maken:
...... she ......... (to like) school?

Slide 13 - Open vraag

Ontkenning maken: don't + ww
They ........ ......... (to live) in Hardenberg.

Slide 14 - Open vraag

Ontkenning maken:
She ....... ......... (to like) school.

Slide 15 - Open vraag

Extra practise Reading


1. Kies een tekst
2. Lees de tekst
3. Maak de vragen (paarse balkjes)


Extra practise Grammar

Persoonlijke voornaamwoorden
Klik hier voor oefening 1
Klik hier voor oefening 2


Present Simple
Basis regels oefenen?
Klik hier
Ontkenningen oefenen?
Vragen oefenen?

Slide 16 - Tekstslide

Imperative recap

Slide 17 - Tekstslide

Wel doen


Wash your hands.
Eat healthy.
...

Niet doen


Don't touch the wall.
Don't eat candy before dinner.
...

Slide 18 - Tekstslide

(make) .......... your homework on time!
A
Make
B
Don't make

Slide 19 - Quizvraag

(make) ................. your bed in the morning.

Slide 20 - Open vraag

(leave) ................. your stuff everywhere in the house, you need to clean it up!

Slide 21 - Open vraag

Toets bespreken

Slide 22 - Tekstslide

 Recap This/that/these/those

Slide 23 - Tekstslide

Aanwijzende voornaamwoorden
Aanwijzende voornaamwoorden

Slide 24 - Tekstslide

Use: this, these, that, those:

I want ... books over there.
A
this
B
these
C
that
D
those

Slide 25 - Quizvraag

Use: this, that, these, those

... colours look beautiful on you!
A
This
B
That
C
These
D
Those

Slide 26 - Quizvraag