- Even bijpraten, hoe ging je toets? Hoe heb je periode 1 ervaren?
- Korte uitleg periode 2: Domein 1
- Korte introductie les 1: getallen, grootheden en eenheden
- Werken in je licentie
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
Wat gaan we vandaag doen?
- Even bijpraten, hoe ging je toets? Hoe heb je periode 1 ervaren?
- Korte uitleg periode 2: Domein 1
- Korte introductie les 1: getallen, grootheden en eenheden
- Werken in je licentie
Slide 1 - Tekstslide
Even inchecken: hoe voel je je vandaag?
Slide 2 - Poll
Periode 1 ging over Basisvaardigheden. Hoe heb je periode 1 Rekenen ervaren? Viel het mee? Moeilijke toets? Of heb je een tip voor de docent voor aankomende periode?
Slide 3 - Woordweb
leg op tafel: je kladpapier, rekenkaart en rekenmachine
Slide 4 - Tekstslide
Periode 2 gaat over domein 1: grootheden en eenheden. Waar denk je aan bij grootheden en eenheden?
Slide 5 - Woordweb
Periode 2: domein 1
Les 1: paragrafen 1.1 en 1.2
Les 2: paragrafen 1.3
Les 3: paragrafen 1.4
Les 4: paragrafen 1.5
Les 5: paragrafen 1.6 en 1.7
Les 5: extra uitleg, voorbereiding toets
Les 6: toets
Les 7: herkansing
Les 8 en 9: we starten met domein 2
Slide 6 - Tekstslide
Deze periode gaat over domein 1: grootheden en eenheden.
Wat zijn dat?
Gewicht is een....
A
grootheid
B
eenheid
Slide 7 - Quizvraag
Liter is een ....
A
eenheid
B
grootheid
Slide 8 - Quizvraag
Wat is een grootheid en wat is een eenheid?
Grootheid
Eenheid
lengte
oppervlakte
seconde
kilogram
snelheid
centimeter
uur
tijd
kilometer
gewicht
hectare
Slide 9 - Sleepvraag
Slide 10 - Tekstslide
Hoofdstuk 1 gaat over getallen. Waar gebruiken we getallen voor?
Slide 11 - Woordweb
Doelen les 1
Je leert de betekenis van getallen in je dagelijkse omgeving.
Je herkent een grootheid en gebruikt een passende eenheid om de waarde uit te drukken.
Je leert rekenen met lengtematen.
Slide 12 - Tekstslide
In dit domein leer je verschillende grootheden, zoals lengte, gewicht, tijd, temperatuur en snelheid, te gebruiken en ermee te rekenen.
Slide 13 - Tekstslide
Hoeveel nullen heeft een biljard?
A
9
B
12
C
15
D
18
Slide 14 - Quizvraag
Slide 15 - Tekstslide
Lengtematen: pak je rekenkaart. Het is 2,2 km naar de sporthal. Hoeveel meter moet ik fietsen?
A
22000
B
2,2
C
22
D
2200
Slide 16 - Quizvraag
De rolmaat geeft 4,3 dm aan. Hoeveel centimeter is dat?