bevestigende zinnen present simple deel 2

Present Simple
Bevestigende zinnen (affirmative sentences)
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Present Simple
Bevestigende zinnen (affirmative sentences)

Slide 1 - Tekstslide

bevestigende zinnen (present simple)
Bij he/she/it komt er (e)s achter het werkwoord.
Bij de andere personen niet!
Bij I, you en meervoud gebruik je gewoon het werkwoord.
--> He kicks the ball.
--> She watches TV.
--> I watch TV every day.

Slide 2 - Tekstslide

She .......... noodles every Monday. (eat)

Slide 3 - Open vraag

Mohamed .......... computer games every day. (play)

Slide 4 - Open vraag

They......... English well. (speak)

Slide 5 - Open vraag

He .......... TV every morning. (watch)

Slide 6 - Open vraag

I always ....... up late. (get)

Slide 7 - Open vraag

We ....... pictures every week. (draw)

Slide 8 - Open vraag

The boy ......... to the park in the afternoon. (go)

Slide 9 - Open vraag

The girls .......... to the park too. (go)

Slide 10 - Open vraag

My mum .......... a new car. (drive)

Slide 11 - Open vraag

You ............. in the office on Tuesdays. (work)

Slide 12 - Open vraag

Mr. Manit ........... to London every month. (fly)

Slide 13 - Open vraag

Jack always .......... his homework. (do)

Slide 14 - Open vraag

My friends ........... to school every day. (walk)

Slide 15 - Open vraag

He .......... his bicycle on Wednesdays. (ride)

Slide 16 - Open vraag

His dad ........ some fruit. (buy)

Slide 17 - Open vraag

The baby ........... every night. (cry)

Slide 18 - Open vraag

My friends sometimes .......... an English book. (read)

Slide 19 - Open vraag

She never............ near the teacher. (sit)

Slide 20 - Open vraag

Jasmin often ......... her hands before lunch. (wash)

Slide 21 - Open vraag

Mr. Pranee ........... the house on Saturdays. (clean)

Slide 22 - Open vraag

The horses .......... grass. (eat)

Slide 23 - Open vraag

Every evening I ........ the window. (shut)

Slide 24 - Open vraag

That man .......... the thief. (see)

Slide 25 - Open vraag

We ........... our pets. (love)

Slide 26 - Open vraag

The students always .......... hard. (study)

Slide 27 - Open vraag

The policeman ......... a gun. (carry)

Slide 28 - Open vraag

Sue ............ her bike every week. (fix)

Slide 29 - Open vraag

Many people ............. rain. (hate)

Slide 30 - Open vraag

The End!

Slide 31 - Tekstslide