Les 1: Verslag interview hoofdpersoon

Verslag  
Interview Hoofdpersoon
2VG
P3 - 2019-2020
Nederlands
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Verslag  
Interview Hoofdpersoon
2VG
P3 - 2019-2020
Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vooruitblik
Aan het einde van deze les ...
 
... weet je wat de opdracht inhoudt.
... weet je waaraan de opdracht moet voldoen.
... weet je wat gesloten vragen, open vragen en doorvraagvragen zijn.
... heb je 10 vragen bedacht die je aan de hoofdpersoon uit jouw boek wil stellen. 

Slide 2 - Tekstslide

Opdracht

Op de volgende slides wordt uitgelegd wat de opdracht inhoudt.

Slide 3 - Tekstslide

De opdracht

Je hebt een boek gekozen en bent begonnen met lezen.

Je houdt een interview met de hoofdpersoon van je boek.
Je kunt je hoofdpersoon natuurlijk niet echt interviewen.
Maar jij hebt het boek wel heel goed gelezen. Zo goed dat jij in plaats van de hoofdpersoon kunt antwoorden op de vragen, die jij zelf bedenkt.   

Slide 4 - Tekstslide

De opdracht

Je leeft je dus goed in, in de hoofdpersoon en bedenkt welke antwoorden de hoofdpersoon zou geven, op de vragen die jij hebt bedacht.

Het interview verwerk je tot een verslag. 

Het verslag lever je in via Magister - ELO - Opdrachten.

Slide 5 - Tekstslide

Criteria

Op de volgende slides vind je de criteria van de opdracht
Ga naar Magister - ELO - Studiewijzers voor de beoordelingsmatrix.

Slide 6 - Tekstslide

Waar moet het interview aan voldoen?
Inleiding & Slot

  • In de inleiding vertel je wie je interviewt. 
  • Je maakt de leerling in de inleiding nieuwsgierig en sluit af met een   conclusie.
  • In het slot bedank je de geïnterviewde.
  • Je sluit af met een laatste pakkende zin.

Slide 7 - Tekstslide

Waar moet het interview aan voldoen?

Tekstdoel
Iemand die het boek niet heeft gelezen, weet nu goed waar het over gaat.

Verslag (middenstuk)
De interviewvragen zijn verwerkt tot een vlot verslag met daarin 2 quotes.

Slide 8 - Tekstslide

Waar moet het interview aan voldoen?

Taalverzorging

  • Zinnen beginnen met een hoofdletter en eindigen met een punt.
  • (Werk)woorden zijn goed gespeld, tikfouten ontbreken.
  • Zinnen hebben een logische woordvolgorde.

Slide 9 - Tekstslide

Verschillende soorten vragen
Op de volgende slides worden verschillende soorten vragen uitgelegd en toegelicht. 
Je kunt deze manieren van vragen stellen gebruiken in je interview. 

Slide 10 - Tekstslide

Gesloten vragen
Bij gesloten vragen zijn maar een paar antwoorden mogelijk.

Is uw werk belangrijk voor u? – Ja. (of: Nee.)
Gaan studenten in de toekomst online college volgen? – Misschien.

Voordeel: je kunt iemand tot een simpel antwoord dwingen.
Nadeel: de sturing kan vervelend zijn en iemand kan heel korte antwoorden geven, waardoor je weinig informatie krijgt.

Slide 11 - Tekstslide

Open vragen
Bij open vragen heeft de geïnterviewde ruimte om te antwoorden.

Wat vindt u van…?
Waarom heeft u ervoor gekozen om …?
Hoe komt het dat…?
Wat kunt u vertellen over…?

Voordeel: je duwt de geïnterviewde niet een bepaalde kant op.
Nadeel: de geïnterviewde kan te veel kanten opgaan.

Slide 12 - Tekstslide

Doorvraagvragen
Soms geeft iemand korte antwoorden, waardoor je niet genoeg informatie krijgt. 

Vraag dan goed door, zodat je meer over het onderwerp te weten komt

'Vertel daar eens iets meer over.'
'Waarom denk je dat?’
'Vind je het lastig daarover te praten? Waarom?' 'Dat zeg je nou wel, maar ...'

Slide 13 - Tekstslide

Voorbeeldvragen bij Geest
Op de volgende slide vind je een aantal vragen aan de hoofdpersoon (Jochem van der Geest) van Geest. 

Slide 14 - Tekstslide

Vragen aan Jochem van der Geest
  • Waarom zijn jullie verhuisd?
  • Hoe vond je het om te verhuizen? (vraag) Waarom vond je dat?   (doorvraagvraag)
  • Hoe kijk je nu terug op de verhuizing? (vraag) Leg dat eens uit.   (doorvraagvraag)
  • Wat zijn de grootste verschillen voor jou tussen Amsterdam en   Schotland?
  • Met wie was je bevriend in Amsterdam? En hoe zou je die vriendschap   omschrijven?
  • Ben jij veranderd door de verhuizing? Zo ja, hoe?

Slide 15 - Tekstslide

Aan de slag!
Je gaat nu 10 vragen bedenken, die je aan de hoofdpersoon uit jouw boek kan stellen. 
Ook geef je antwoord op de vragen.
Ga door op de volgende slides.

Slide 16 - Tekstslide

Vraag 1 - antwoord 1
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 17 - Open vraag

Vraag 2 - antwoord 2
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 18 - Open vraag

Vraag 3 - antwoord 3
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 19 - Open vraag

Vraag 4 - antwoord 4
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 20 - Open vraag

Vraag 5 - antwoord 5
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 21 - Open vraag

Vraag 6 - antwoord 6
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 22 - Open vraag

Vraag 7 - antwoord 7
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 23 - Open vraag

Vraag 8 - antwoord 8
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 24 - Open vraag

Vraag 9 - antwoord 9
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 25 - Open vraag

Vraag 10 - antwoord 10
Bedenk een vraag voor jouw hoofdpersoon en geef antwoord op deze vraag.

Slide 26 - Open vraag

Einde van de les!

Het begin is gemaakt. Goed gedaan!

Slide 27 - Tekstslide