Kathedralen

Wat weet je nog van de vorige les?
1 / 24
volgende
Slide 1: Woordweb
ArtSecondary Education

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Wat weet je nog van de vorige les?

Slide 1 - Woordweb

3. Rond het jaar 1000 is er een driestandenmaatschappij. Welke stand bestond NIET?
A
De geestelijkheid (oratores) heeft de taak God te dienen en te eren (ook namens de andere standen).
B
De adel (bellatores) heeft de rol het grondgebied te besturen en te verdedigen.
C
De werkenden (laboratores) die het werk voor anderen verrichten, zoals de boeren en ambachtslieden.
D
De kooplieden (mercatores) werden vaak gezien als belangrijk onderdeel van de handelsmaatschappij

Slide 2 - Quizvraag

4. Wat betekent de Latijnse uitdrukking "ora et labora" in relatie tot het kloosterleven?
A
Bid en werk – Het benadrukt de balans tussen gebed en arbeid als de twee belangrijkste activiteiten voor monniken en nonnen in het klooster.
B
Leid en onderwijs – Het verwijst naar de verantwoordelijkheid van kloosterlingen om andere mensen te onderwijzen en te leiden in spirituele zaken.
C
Rust en contemplatie – Het duidt op het belang van innerlijke rust en meditatie zonder actief werk.
D
Eet en slaap – Het suggereert dat monniken zich vooral richten op voedsel en rust om hun lichaam te versterken.

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Tekstslide

5. Welke van de onderstaande antwoorden over het belang van relieken voor de katholieke kerk is niet juist?
A
Een kerkgebouw wordt alleen door de Kerk ingewijd als er een Pauselijk goedgekeurd reliek van een heilige aanwezig is.
B
Een belangrijk reliek verhoogt de status van de kerk, trekt meer bezoekers en kan een einddoel worden van pelgrimstochten.
C
Relieken zijn nodig om God aan te spreken.
D
Relieken zijn nodig om de Paus aan te spreken.

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

6. wat is GEEN kenmerk van het gregoriaans dat je hoort?
A
De zang is maatgebonden
B
De zang is eenstemmig.
C
De nadruk ligt op de melodie.
D
De teksten worden gezongen in het Latijn.

Slide 7 - Quizvraag

Slide 8 - Tekstslide

7. Welke rol speelt het laatste oordeel in het denken over goed en kwaad in de middeleeuwen?
A
Het laatste oordeel dient als waarschuwing en herinnering om op aarde het goede te doen, omdat het bepaalt of iemand in de hemel, hel, of vagevuur terechtkomt.
B
Het laatste oordeel biedt gelovigen de zekerheid dat zij altijd in het vagevuur terechtkomen, ongeacht hun daden.
C
Het laatste oordeel is een symbolisch idee zonder invloed op de keuzes en daden van mensen op aarde.
D
Het laatste oordeel maakt geen onderscheid tussen goed en kwaad en behandelt iedereen gelijk.

Slide 9 - Quizvraag

8. Wat is mystiek?
A
Het uitvoeren van rituelen om zonden te vergeven.
B
Het streven naar – en de persoonlijke ervaring van – éénwording met God.
C
Het volgen van strikte regels en wetten binnen een religie.
D
Het aanbidden van heiligen en relieken in de kerk.

Slide 10 - Quizvraag

9. Welke kenmerken van Romaanse bouwkunst herken je NIET op de afbeeldingen?
A
Zware massieve (dragende) muren en kleine ramen.
B
Toepassen rondbogen en tongewelf.
C
Overzichtelijke ruimtelijke indeling (zowel van buitenaf bezien, als in het interieur).
D
Beeldhouwwerk staat los van (is geen onderdeel van) de architectuur.

Slide 11 - Quizvraag

10. Welke tegenstelling zien we tussen cluniacenzers en cisterciënzers?
A
Cluniacenzers streven naar eenvoud en nederigheid, terwijl cisterciënzers geloven in overdaad en rijkdom ter ere van God.
B
Cluniacenzers vinden dat de kerk overdaad en rijkdom mag tonen ter ere van God, terwijl cisterciënzers pleiten voor eenvoud en nederigheid in navolging van Christus.
C
Cluniacenzers richten zich uitsluitend op het dagelijkse gebed, terwijl cisterciënzers zich alleen met kerkdiensten bezighouden.
D
Cluniacenzers benadrukken persoonlijke armoede, terwijl cisterciënzers juist geloven in materiële rijkdom voor de kerk.

Slide 12 - Quizvraag

11. Sleep de cijfers naar de die rond de 11e eeuw worden  gezet om de muzieknotatie te verbeteren om de juiste volgorde aan te geven:
de tekst wordt voorzien van neumen (geheugensteun voor de loop van de melodie).
de notenbalk wordt geïntroduceerd: eerst met twee gekleurde lijnen (geel voor de toon ‘c’ en rood voor de ‘f’).
later wordt de vierregelige notenbalk gebruikt.
1
2
3

Slide 13 - Sleepvraag

12. Wat is GEEN reden dat Venetië een belangrijke rol speelt in de handel, contact en uitwisseling met het Oosten?
A
In Venetië wordt kunst (ook als oorlogsbuit) uit het Oosten verzameld en getoond. Of: in Venetië wordt Oosterse kunst zichtbaar voor de Europeanen.
B
De reisverslagen die de Venetiaanse handelsreiziger en ontdekkingsreiziger Marco Polo schrijft en publiceert zijn van grote invloed op beeldvorming in het Westen van het Oosten.
C
Venetië is lange tijd bezet geweest door de Arabieren, waardoor zij de cultuur goed kennen.
D
Venetië ligt op de zijderoute, de handelsroute tussen Europa en het Oosten.

Slide 14 - Quizvraag

13. Wat is GEEN reden geweest om de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella in stand te houden?
A
De route loopt door het meest zuidelijke gebied waar de katholieke kerk macht uitoefent. Een pelgrimsroute door dit gebied versterkt de positie van de katholieke kerk in dit grensgebied.
B
Het garanderen van militaire bescherming tegen aanvallen op pelgrims.
C
Het aanwijzen en cultiveren van Santiago de Compostella als religieus bedevaartsoord maakt de stad tot een heilige plek die verdedigd zal worden door de katholieken.
D
Het ontwikkelen van de route zorgt voor een economische impuls, groei van de steden (bouwactiviteiten) die gunstig zijn voor het keren van mogelijke uitbreiding van de islamitische invloedsfeer.

Slide 15 - Quizvraag

14. Welke stijlkenmerken van arabische bouwkunst zijn te zien in de grote moskee in Córdoba?
A
Het gebruik van figuratieve schilderingen en beelden, gecombineerd met eenvoudige plattegronden.
B
Hoefijzervormige (dubbele) bogen, abstracte versieringen en een gelijkmatig doorlopende plattegrond, zoals een woud van zuilen.
C
Overdadige decoratie met menselijke figuren en een centrale koepel als belangrijkste kenmerk.
D
Strakke geometrische lijnen en het ontbreken van decoratieve elementen.

Slide 16 - Quizvraag

Kathedralen

Slide 17 - Tekstslide

Kathedralen
Middeleeuwse kathedralen waren niet alleen religieuze centra maar ook ontmoetingsplaatsen voor de gemeenschap. Gotische kathedralen, zoals Saint-Denis in Parijs, waren bekend om hun hoge, hemelgerichte architectuur. Dankzij technieken zoals luchtbogen en kruisribgewelven konden grote ramen worden geplaatst, die met glas-in-lood Bijbelse verhalen vertelden en kleurrijk licht binnenlieten. De bouw vergde veel tijd en samenwerking, en symboliseerde zowel de macht van de kerk als de verbinding tussen mensen en het goddelijke.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Kantwerk van stenen
Gotische architectuur staat bekend om het gedetailleerde beeldhouwwerk, vaak "kantwerk van stenen" genoemd. Dit omvatte religieuze sculpturen en complexe patronen op gevels, torens en portalen, zoals te zien bij de kathedraal van Reims. Beelden van heiligen en koningen hadden zowel een esthetische als symbolische functie, gericht op religie en macht. Roosvensters, zoals in Reims, combineerden decoratief glas-in-lood met het binnenlaten van licht voor een spirituele sfeer. Waterspuwers dienden zowel als regenwaterafvoer als bescherming tegen kwade geesten.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

De liturgie
De liturgie, met vaste ceremonieën en Gregoriaanse gezangen, stond centraal in het middeleeuwse leven en bracht gelovigen dichter bij God. Aanvankelijk mondeling overgeleverd, werden deze gezangen dankzij notenschrift bewaard en verspreid. Miniaturen en decoraties in manuscripten verrijkten de visuele en spirituele beleving, terwijl kunst en muziek de devotie van de gelovigen versterkten.

Slide 22 - Tekstslide

Deze vragen heb ik nog

Slide 23 - Woordweb

Hoe was deze les voor jou?
😒🙁😐🙂😃

Slide 24 - Poll