Nieuw Nederlands hoofdstuk 6

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Lezen

Lesdoelen

Ik kan / weet:

• de betekenis van veelvoorkomende functiewoorden.
• functies van delen van de tekst benoemen.

Functiewoorden

De functie van een tekstdeel kun je vaak in één woord samenvatten. Die woorden noemen we functiewoorden.

Welke functie
heeft deze tekst?

1. afweging
2. definitie
3. nuancering
4. vraagstelling

Welke functie
heeft deze tekst?

1. afweging
2. definitie
3. nuancering
4. vraagstelling

Welke functie
heeft deze tekst?

1. afweging
2. anekdote
3. definitie
4. nuancering

Welke functie
heeft deze tekst?

1. anekdote
2. definitie
3. nuancering
4. tegenwerping

Wat is een verschil tussen een signaalwoord en een functiewoord?

1. functiewoord geeft een verband aan, signaalwoord niet
2. functiewoord staat niet altijd in de tekst, signaalwoord wel
3. er is geen verschil
4. er zijn veel minder functiewoorden dan signaalwoorden

Functiewoorden. Wat is een nuancering?

1. Geeft een verfijning in de uitleg of zwakt een standpunt iets af
2. Legt uit waarom iemand iets doet of vindt
3. doet een uitspraak die logisch voortvloeit uit eerder gevolgde redeneringen
4. stemt met iets in, als aan een bepaalde voorwaarde is voldaan

Functiewoorden.
Wat is een aanbeveling?

1. Een omschrijving van een probleem.
2. Een goede raad.
3. Een reactie op een bepaalde mening.
4. Een uitleg van een verschijnsel.

Functiewoorden.
Wat is een tegenwerping?

1. Een omschrijving van een probleem.
2. Een goede raad.
3. Een reactie op een bepaalde mening.
4. Een uitleg van een verschijnsel.

Wat doen functiewoorden?

1. Die geven aan wat een schrijver wil doen met een alinea.
2. Die geven aan wat de betekenis is van de alinea.
3. Die geven aan wat de schrijver bedoelt.
4. Die geven aan waar je belangrijke informatie kan vinden.

"stelling", "argumenten", "tegenargumenten", "aanbeveling" en "samenvatting" zijn voorbeelden van....

1. signaalwoorden
2. verbindingswoorden
3. kernwoorden
4. functiewoorden

Oefening leesvaardigheid

• Je krijgt een fragment uit de Amerikaanse comedyserie Friends te zien. Wat valt hieraan op?
  

Tekst 'Maakt een lachband comedyseries leuker?'

• Op de volgende slide vind je een artikel van de Volkskrant.
  
• Lees de tekst. Noteer kernzinnen en andere belangrijke tekstgedeelten.
• Welke signaalwoorden herken je?
• Welke woorden ken je nog niet?
• Tijd: 10 minuten
• Maak de vragen zelfstandig.
  

https:

Wat is het onderwerp van deze tekst?

1. lachen
2. lachband bij comedyseries
3. humoristische internetfilmpjes
4. de sociale functie van lachen

Welk tekstdoel past het beste bij deze tekst?

1. beschouwen
2. overtuigen
3. activeren
4. uiteenzetten

Uit welke alinea('s) bestaat de inleiding van deze tekst?

1. alinea 1
2. alinea 1 en 2
3. alinea 1, 2 en 3
4. alinea 1, 2, 3 en 4

Welk type aandachttrekker herken je in alinea 1?

1. anekdote
2. belang voor de lezer
3. voorbeeld
4. aanleiding

Met welke uitdrukking zou je een deel van de informatie uit alinea 1 en 2 kunnen samenvatten?

1. Douglas moest een oogje in het zeil houden
2. Douglas wilde dat de lachband flink aan de prijs zou zijn.
3. Douglas vond dat we geen bakzeil moesten halen.
4. Douglas stond aan het roer van de lachband.

Uit welke alinea('s) bestaat het slot van deze tekst?

1. alinea 6, 7, 8 en 9
2. alinea 7, 8 en 9
3. alinea 8 en 9
4. alinea 9

Wat betekent het woord 'sitcom' (alinea 1)?

Wat betekent de uitdrukking 'het heft in eigen hand nemen' (alinea 1)?

1. je ergens tegen verzetten
2. iets negeren
3. de controle/leiding nemen
4. ergens over klagen

Welk tekstverband geeft het signaalwoord 'dus' (alinea 6) aan?

1. tegenstellend
2. opsommend
3. verklarend
4. concluderend

Lachen is volgens psycholoog Doosje een sociale activiteit. Wat wordt daarmee bedoeld?

1. Lachen is iets wat je leert tijdens je vroege jeugd.
2. Lachen is iets wat aanstekelijk werkt.
3. Lachen is iets wat je samen doet.
4. Lachen is iets wat in een reflex gebeurt.

Welke bewering(en) over de lachband is/zijn volgens de tekst correct?

1. De lachband werkt lang niet voor iedereen aanstekelijk.
2. Comedyseries mét lachband worden beter gewaardeerd dan series zonder lachband.
3. Alleen al het horen van een lachband kan aanstekelijk werken.
4. Een lachband is vooral functioneel bij niet heel grappige scènes.

Wat is de hoofdgedachte van deze tekst?

1. Een lachband werkt aanstekelijk en zou door iedere comedyserie gebruikt moeten worden.
2. Een lachband kan aanstekelijk werken, maar wordt tegenwoordig steeds minder vaak gebruikt.
3. Het effect van een lachband is jarenlang zwaar overschat.
4. Comedyseries met lachband zijn minder grappig dan comedyseries zonder lachband.