Grammatik A - F Kapitel 1

Persoonlijk voornaamwoord
Weißt du sie noch?
1 / 44
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 44 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Persoonlijk voornaamwoord
Weißt du sie noch?

Slide 1 - Tekstslide

jij/je

Slide 2 - Open vraag

jullie

Slide 3 - Open vraag

u

Slide 4 - Open vraag

zij (enkelvoud)

Slide 5 - Open vraag

wij

Slide 6 - Open vraag

Werkwoorden
zwakke werkwoordsvervoeging

Slide 7 - Tekstslide

jij woont (wohnen)

Slide 8 - Open vraag

wij werken (arbeiten)

Slide 9 - Open vraag

jij heet (heißen)

Slide 10 - Open vraag

Petra kookt (kochen)

Slide 11 - Open vraag

zij maakt (machen)

Slide 12 - Open vraag

jullie dansen (tanzen)

Slide 13 - Open vraag

hij reist (reisen)

Slide 14 - Open vraag

werkwoorden
haben en sein

Slide 15 - Tekstslide

ik heb

Slide 16 - Open vraag

jullie zijn

Slide 17 - Open vraag

u bent

Slide 18 - Open vraag

zij is

Slide 19 - Open vraag

jullie hebben

Slide 20 - Open vraag

het heeft

Slide 21 - Open vraag

jij hebt

Slide 22 - Open vraag

ik ben

Slide 23 - Open vraag

Zahlen bis zum 100

Slide 24 - Tekstslide

79

Slide 25 - Open vraag

17

Slide 26 - Open vraag

16

Slide 27 - Open vraag

5

Slide 28 - Open vraag

34

Slide 29 - Open vraag

99

Slide 30 - Open vraag

26

Slide 31 - Open vraag

63

Slide 32 - Open vraag

(on)Bepaalde lidwoorden
der/die/das/die
ein/eine/ein/-
kein/keine/kein/keine

Slide 33 - Tekstslide

de Mann (m)

Slide 34 - Open vraag

de Großeltern (mv)

Slide 35 - Open vraag

een Katze (v)

Slide 36 - Open vraag

geen Flughafen (m)

Slide 37 - Open vraag

een Insel (v)

Slide 38 - Open vraag

geen Wochenende (o)

Slide 39 - Open vraag

Vraagwoorden

Slide 40 - Tekstslide

wie

Slide 41 - Open vraag

hoe

Slide 42 - Open vraag

waarvandaan

Slide 43 - Open vraag

waar

Slide 44 - Open vraag