Balans uitleg Havo 4 deel 2 hoofdstuk 2

• Bedrijfseconomie
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4,5

Balans H2

  Planning 

Opdracht in groepjes van 4

Nodig: pen en papier

1. Bedenk zelf een winkel die je gaat starten
2. Schrijf op een blaadje: 
3. a) wat heb je nodig? bezittingen (Linkerkant)
4. b) Hoe ga je dat betalen? (Rechterkant)
5. Vul alles in op volgorde van lang naar korte termijn. Schrijf je namen op!

bezittingen/activa= debet (links)

bezittingen/activa= debet (links)

bezittingen/activa= debet (links)

Passiva, schulden, credit = rechts

Tekst

Alle activa en passiva staan voor een waarde (bedrag) op de balans

Balans: volgorde is lang naar kort

Vul de categorieën in op je 

A-3 overzicht:

Vaste Activa (VA)

Eigen Vermogen (EV)

Liquide Middelen (LM)

Lang Vreemd Vermogen (LVV)

Vlottende Activa (VA)

Kort Vreemd Vermogen (KVV)

Zelf oefenen en huiswerk

Maak de opgaven:

leerdoelen

Je kunt veranderingen op de balans verwerken

Je kunt inzoomen op mutaties op het eigen vermogen

Je kunt een winst- en verliesrekening opstellen

Balans: totaaloverzicht

herhalen: waar of niet waar?

1. Gebouw behoort tot vaste activa
2. Eigen vermogen is een bezit dus staat aan de debetzijde (L)
3. Crediteuren zijn schuldeisers en staat als kort vreemd vermogen op de balans
4. Een bank behoort tot liquide middelen en staat altijd aan de linkerzijde (debet)
5. Debiteuren zijn klanten die nog moeten betalen, terwijl ze de spullen al hebben. Staat aan de debetzijde op de balans.
6. Voorraden behoort tot vlottende activa

De balans verandert continu

Veranderingen op de balans noemen we balansmutaties

Elke mutaties wordt genoteerd

En heeft dus gevolgen aan de debet én de creditzijde

In plaats van het eigen vermogen bij elke mutatie aan te passen, werken bedrijven met een winst- en verliesrekening

Winst- en verliesrekening

Is het overzicht van alle opbrengsten en kosten

= resultatenrekening

=staat van baten en lasten

Tekst

Ook de Winst- en Verliesrekening moet in evenwicht worden gebracht:

Verschil is Nettowinst (links) of Nettoverlies (rechts)

H 4.3 Winst- en verliesrekening

Is dus eigenlijk een gedetailleerd overzicht van alle mutaties in het Eigen Vermogen

 

Twee vormen

H 2.4 liquiditeitsoverzicht

Leerdoelen: 

je kunt nut van een liquiditeitsoverzicht uitleggen

je kunt uitleggen welke activiteiten tot verandering in overzicht

Je kunt omschrijven wat verschil is tussen liquiditeitsbegroting en liquiditeitsoverzicht 

Samengevat

Liquiditeitsbegroting maak je vooraf.

--> Je moet als bedrijf weten of je genoeg geld hebt om zaken als huur, salarissen en voorraad kunt kopen.

--> Liquiditeitsoverzicht is achteraf: wat heb je werkelijk aan kasgeld of via je bank uitgegeven. 

Oefenen

Maak hier opgaven: 2.9

Daarna door met weekhuiswerk

H2 overzicht

Balans en balansmutaties (gaan over verandering in eigen vermogen)

Winst- en verliesrekening is een overzicht van opbrengsten en kosten

Liquiditeitsoverzicht is overzicht van alle uitgaven en ontvangsten via kas of bank

Alle drie zijn onderdeel van de jaarrekening

Opdracht  1

Balans opstellen

Opdracht 1

financiële feiten verwerken in de balans

De balans moet in balans blijven

Een verandering van een balanspost heeft gevolgen

• Een balanspost aan de debet kant daalt en de balanspost aan de credit kant daalt met zelfde bedrag (balans nog steeds in evenwicht).
• Een balanspost aan de credit kant stijgt en de balanspost aan de debet kant stijgt met zelfde bedrag (balans nog steeds in evenwicht).
• OF de verandering vind binnen de debet of credit zijde plaats met een zelfde bedrag.

financiëel feit 1

Waarde bedrijfspand € 100.000

gefinancierd met een 4 % hypotheeklening

financiëel feit 2

Voorraad goederen van € 20.000, wordt voor 80 %  gefinancierd met leverancierskrediet

 

financiëel feit 3

De betalingsmiddelen zijn € 3.000

financiëel feit 4

Inventaris wordt voor €10.000 ingekocht. Bedrag wordt geleend vanuit een onderhandse lening

financiëel feit 5

Het eigen vermogen is € 30.000

financiëel feit 6

Er staat nog een rekening open op verkochte goederen van € 5000,-

financiëel feit 7

In de kluis van de onderneming ligt € 15.000 aan contant geld

financiëel feit 8

De onderneming heeft nog € 20.000  tegoed van de belastingdienst 

financiëel feit 9

Eventueel tekort wordt  opgevangen met rekeningcourant krediet (rood staan bij de bank)

Uitwerking 9 feiten

Liquide middelen

Vaste activa

Vlottende activa

Eigen vermogen

Kort vreemd vermogen

Lang vreemd vermogen

Gebouw

Bedrijfsterrein

Rabobank rekening

Kas

Debiteuren

Aandelen

Lening (5 jaar)

Hypothecaire lening

Crediteuren

Lening (<1 jaar)

financiëel feit 6

De vorderingen op de debiteuren bedraagt  € 5.000

Bezittingen (activa)

Afronding

Welke 2 dingen ga je onthouden uit deze les?