Vervolgens voer je de code in (deze staat links onderin beeld)
Gebruik je eigen naam!
Je doet nu mee met de les via LessonUp!
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1
In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Meedoen met LessonUp?
Ga naar lessonup.app
Vervolgens voer je de code in (deze staat links onderin beeld)
Gebruik je eigen naam!
Je doet nu mee met de les via LessonUp!
Slide 1 - Tekstslide
Het oog
Slide 2 - Tekstslide
Welke organismen kunnen waarnemen?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacterien
Slide 3 - Quizvraag
Huid
Bevat meer zintuigen:
warmte
koude
tast
pijn
Elk zintuig is gevoelig voor 1 soort prikkel!
Slide 4 - Tekstslide
3.1 Zintuigen en prikkels
Zintuig= een orgaan om prikkels op te vangen en om te zetten in een impuls
Impulsen = zijn elektrische signalen
Prikkel = invloed uit de omgeving bv licht en geluid
Slide 5 - Tekstslide
Soorten zenuwen
Gevoelszenuwen (draad tussen je zintuig en je hersenen)
Bewegingszenuwen (draad tussen je hersenen en je spieren)
Slide 6 - Tekstslide
Waarmee kun je oortjes van je telefoon vergelijken?
A
Met een gevoelszenuw
B
Met een bewegingszenuw
Slide 7 - Quizvraag
Wat is het verschil tussen een impuls en prikkel?
Slide 8 - Open vraag
Wat is een prikkel voor je oren?
Slide 9 - Open vraag
Slide 10 - Video
Lesdoelen
Je leert hoe je ogen zijn gebouwd.
Je leert hoe je kleuren kan zien.
Je leert hoe je (genoeg) licht in je ogen krijgt.
Slide 11 - Tekstslide
Het oog
Slide 12 - Woordweb
Het oog
Slide 13 - Woordweb
Buitenkant oog
Oogwit
Iris
Pupil
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Waar wordt traanvocht gemaakt?
A
Traankanaaltje
B
Traanzakje
C
Traanklier
D
Traanbuisje
Slide 16 - Quizvraag
Welke delen beschermen je ogen tegen stof en zweet?
A
Wenkbrauwen en oogleden met wimpers
B
Wenkbrauwen en het oogwit
C
Oogleden met wimpers en het oogwit
D
Traanbuis en traanklier
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Binnenkant oog
Harde oogvlies Hoornvlies
Vaatvlies Iris en pupil
Netvlies Gele vlek en blinde vlek
Slide 19 - Tekstslide
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Blinde vlek
Pupil
Gele vlek
Slide 22 - Sleepvraag
Waarnemen
Licht wordt weerkaatst en licht komt je oog binnen.
De lens in de oog maakt een scherp beeld op het netvlies.
Lichtprikkels -> zintuigcellen -> impulsen
Impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slide 25 - Tekstslide
Impulsen
Lichtprikkels
Zintuigcellen
Slide 26 - Sleepvraag
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Slide 29 - Tekstslide
Slide 30 - Tekstslide
Slide 31 - Tekstslide
Met welke receptoren kunnen wij kleur zien?
A
Met de staafjes
B
Met de blinde vlek
C
Met de iris
D
Met de kegeltjes
Slide 32 - Quizvraag
Waar in het netvlies kun je de meeste kegeltjes vinden?
Slide 33 - Open vraag
Op een heldere avond kijkt Stefan naar de sterrenhemel. Hij kijkt naar één ster. Daarna kijkt hij naar de donkere lucht vlak naast die ster. Stefan merkt dat hij de ster nu veel beter ziet. Hoe komt dat?
Slide 34 - Open vraag
Optische illusie
Iets dat het oog waarneemt, dat door de hersenen anders geïnterpreteerd wordt.
Slide 35 - Tekstslide
0
Slide 36 - Video
Genoeg licht in je oog
Pupilreflex
Spiertjes in de iris:
Kringspiertjes
lengtespiertjes (straalsgewijs lopende spiertjes)
Slide 37 - Tekstslide
Welke spieren zorgen ervoor dat de pupil kleiner wordt?