4.3 De neus en de tong + 4.5 De ogen

Het oog
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Het oog

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je leert hoe je ogen zijn gebouwd.
  • Je leert hoe je kleuren kan zien.
  • Je leert hoe je (genoeg) licht in je ogen krijgt.

Slide 2 - Tekstslide

Welke organismen kunnen waarnemen?
A
Planten
B
Dieren
C
Schimmels
D
Bacterien

Slide 3 - Quizvraag

Slide 4 - Video

Buitenkant oog
  • Oogwit
  • Iris
  • Pupil

Slide 5 - Tekstslide

Welke delen beschermen je ogen tegen stof en zweet?
A
Wenkbrauwen en oogleden met wimpers
B
Wenkbrauwen en het oogwit
C
Oogleden met wimpers en het oogwit
D
Traanbuis en traanklier

Slide 6 - Quizvraag

Waar wordt traanvocht gemaakt?
A
Traankanaaltje
B
Traanzakje
C
Traanklier
D
Traanbuisje

Slide 7 - Quizvraag

Binnenkant oog
  1. Harde oogvlies
    Hoornvlies
  2. Vaatvlies
    Iris en pupil
  3. Netvlies
    Gele vlek en blinde vlek

Slide 8 - Tekstslide

Blinde vlek
Pupil
Gele vlek

Slide 9 - Sleepvraag

Waarnemen
  • Licht wordt weerkaatst en licht komt je oog binnen.
  • De lens in de oog maakt een scherp beeld op het netvlies.
  • Lichtprikkels -> zintuigcellen -> impulsen
  • Impulsen gaan via de oogzenuw naar de hersenen.

Slide 10 - Tekstslide

Impulsen
Lichtprikkels
Zintuigcellen

Slide 11 - Sleepvraag

Wat is het verschil tussen een impuls en prikkel?

Slide 12 - Open vraag

Slide 13 - Tekstslide

Optische illusie
Iets dat het oog 
waarneemt, dat door de
hersenen anders 
geïnterpreteerd wordt.

Slide 14 - Tekstslide

0

Slide 15 - Video

Genoeg licht in je oog
Pupilreflex

Spiertjes in de iris:
  • Kringspiertjes
  • lengtespiertjes 
    (straalsgewijs lopende spiertjes)

Slide 16 - Tekstslide

Scherp zien

Slide 17 - Tekstslide

Scherp zien

Slide 18 - Tekstslide

Bijziend 
voorwerpen ver weg niet scherp kunnen zien

Slide 19 - Tekstslide

Bijziend
Verziend

Slide 20 - Sleepvraag

Diepte zien

Slide 21 - Tekstslide

Hoe zie je diepte?

Slide 22 - Tekstslide

Welke spieren zorgen ervoor dat de pupil kleiner wordt?
A
Lengtespieren
B
Kringspieren
C
Straalsgewijs lopende spieren
D
Irisspieren

Slide 23 - Quizvraag

Met welke receptoren kunnen wij kleur zien?
A
Met de staafjes
B
Met de blinde vlek
C
Met de iris
D
Met de kegeltjes

Slide 24 - Quizvraag

Waarom is "diepte zien" belangrijk?

Slide 25 - Open vraag

Waar in het netvlies kun je de meeste kegeltjes vinden?

Slide 26 - Open vraag

Op een heldere avond kijkt Stefan naar de sterrenhemel. Hij kijkt naar één ster. Daarna kijkt hij naar de donkere lucht vlak naast die ster. Stefan merkt dat hij de ster nu veel beter ziet. Hoe komt dat?

Slide 27 - Open vraag