2024-06-28 Voorbereiden toets DM & Schildklier

Diabetes Mellitus 
& Schildklier
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Diabetes Mellitus 
& Schildklier

Slide 1 - Tekstslide

verschil tussen lancetten en prikpennen? 
Ander plaatje
Sleepopdracht over deze onderdelen.
Diabetes Mellitus

Slide 2 - Woordweb

Wat heb jij geleerd over DM?

Wat is Diabetes Mellitus?
* Wat gebeurd er als je eet:
- voedingsstoffen zoals aardappels, brood enz. wordt omgezet in kleine suikermoleculen. 
- verzamelt zich in het bloed
- via het hormoon insuline ( aangemaakt in de pancreas ) wordt het vervoert naar de cellen voor brandstof

* Type 1: maakt geen insuline meer aan 
- 1 op de 10 mensen met Diabetes Mellitus
- 10 % van mensen met Diabetes Mellitus

* type 2: mensen zijn minder in staat tot aanmaak van insuline of het lichaam is       
  minder gevoelig voor insuline. 
- 9 op de 10 mensen met Diabetes Mellitus
- 90% van de mensen met Diabetes Mellitus

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Weetjes en cijfers....
- 1,1 miljoen mensen hebben diabetes
- 1 op de 14 Nederlanders
- Grote groep weet niet dat zij/ hij diabetes       heeft
- 52.000 Nederlanders per jaar krijgen de diagnose Diabetes 
- Dit zijn 1000 mensen per week, 150 mensen per dag.
- 9 op 10 mensen hebben Type 2
- Naar verwachting in 2040 zijn er 1,5 miljoen mensen met Diabetes in Nederland.

Slide 4 - Tekstslide

Waarom is er veel aandacht voor DM
Komt dit straks ook weer terug in 3e leerjaar bij specifieke doelgroepen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een goede bloedsuikerwaarde?

- Gezonde mensen tussen de  4 - 8 mmol/l

- Mensen met Diabetes tussen de 4 -7 mmol/l. 
(acceptabel tot 11 mmol/l)



Bloedglucosespiegel

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Effect van insuline
Effect van insuline
  • Effect op koolhydraatstofwisseling door bevordering van zowel de opname van glucose in de cellen als de omzetting van glucose in glycogeen in lever en spiercellen.
  • Effect op de vetstofwisseling door de vorming van vetten te bevorderen en de vetafbraak tegen te gaan.
  • Effect op de eiwitstofwisseling door bevordering van de vorming van eiwitten

Slide 8 - Tekstslide

Insuline belangrijk bij welke type DM?

Oiv insuline wordt glucose in de vetcellen omgezet in vetten. Ook bevordert insuline de vorming van eiwitten die nodig zijn voor de opbouw van het lichaam 
Medicatie
Tabletten: o.a.​
- Biguaniden: cellen toegankelijker voor insuline 
- Sulfonylureumderivaten: stimuleren de productie van insuline 
- Thiazolidinedionen, verhoogt de gevoeligheid van lichaamscellen voor insuline
- Overige   Acarboze beperkt de glucose opname in de dunne darm
                     Repaglinide stimuleert de productie van insuline
-Incretine middelen Incretines zijn darmhormonen : o.a GLP1
- Afgescheiden als er voedsel in de darm komt (glucose!)
- Zorgen ervoor dat alvleesklier meer insuline aanmaakt
Insuline: 
- Extra snelwerkende insuline​
- Snelwerkende insuline​
- Langzaam werkende insuline​
- Mix insuline​

Glucagon: dit ligt in de koelkast in een oranje doosje.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom worden er geen orale diabetesverlagende tabl gebruikt bij type I ?

biguaniden= metformine: Vertraagt de glucoseproductie in de lever
Vergroot gevoeligheid spiercellen voor insuline

Sulfonylureumderivaten= Gliclazide,  Glibenclamide,  Glimepiride
Tolbutamide.

Thiazolidinedionen= Pioglitazon: laat glucose via nieren makkelijker weglopen.

Overig = Acarboze, laat koolhydraten minder afbreken in de darmen.
Repaglinide stimuleert de productie van insuline

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel van dit symposium
Hoofddoel:
Na dit symposium kunnen de deelnemers benoemen welke 2 types diabetes Mellitus er zijn, symptomen herkennen en nieuwe innovatie benoemen en toepassen.



Subdoelen:
De deelnemers kunnen na dit symposium de verschillen tussen type 1 en type 2 Diabetes Mellitus benoemen.
De deelnemers kunnen na dit symposium de herkenbare symptomen benoemen.
De deelnemers kunnen na dit symposium de nieuwe innovatie van de Freestyle libre 2 benoemen en toepassen.

Slide 12 - Tekstslide

 waarom thiamu=izol en levoth

korte termijn acute klachten
hulpmiddelen schuifvraag 
CI dm en schildklier
Wet BIG
- Injecteren is een voorbehouden handeling.
- Het toedienen van insuline is een vorm van injecteren. 
- In de Wet BIG staat wie voorbehouden handelingen mogen uitvoeren. 
- Je moet hiervoor bevoegd en bekwaam zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bij een hypoglykemie zijn de waarden lager dan
A
4 mmol/l
B
6 mmol/l
C
8 mmol/l
D
11 mmol/l

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is GEEN kenmerk van hyperglykemie?
A
veel plassen
B
veel dorst
C
honger
D
moe/misselijk

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Freestyle Libre 2
- Van vingerprik naar scannen.
- Freestyle Libre is in te brengen met een applicator. ( voorkeur boven achterkant arm )
- Opwarmtijd van 60 minuten. 
- Sensorwaarde meten in onderhuids vocht.
- Sensor minimaal 1 keer per 8 uur scannen. 
- Bluetooth verbinding.
- Via pijlen kan je meting aflezen van afgelopen uren.
- Meet 2,2 MMOL tot 27,8 MMOL.

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

- Alarm zelf in stellen. 
- Sensor is waterdicht.
- Reader of telefoon gebruiken.
- Via telefoon kun je gegevens delen.
- Ketonen
- Geen connectie met insulinepomp.


Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Welke doelgroepen komen in aanmerking voor vergoedingen
Vergoedingen lopen via de basis verzekering

• Mensen met Diabetes type 1. 
• Mensen met Diabetes type 2 met een intensief insulineschema.
• Zwangere vrouwen met bestaande Diabetes type 2 die insuline gebruiken maar geen intensief insulineschema hebben.
• Vrouwen met zwangerschapswens bij een pre-conceptionele Diabetes type 2 die insuline gebruiken maar geen intensief insulineschema hebben.
• Overige diabetes patiënten krijgen dit niet vergoed.


Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Kosten Freestyle  Libre 1, 2 of 3
- App is gratis te instaleren.
- Sensor is €59.90 per stuk voor 2 weken. 
- Reader kost €59.95 (eenmalig)





Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er aan de hand bij diabetes type 1?
A
Alvleesklier maakt GEEN insuline
B
Alvleesklier maakt te veel insuline
C
Alvleesklier maakt weinig insuline
D
De cellen zijn meer gevoelig voor insuline

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de werking van insuline?
A
Verhoogt het bloedsuikergehalte
B
Verlaagt het bloedsuikergehalte
C
Maakt cellen gevoeliger voor glucose
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn klachten van diabetes type 1?
A
Veel energie
B
Overgewicht
C
Moeheid
D
Alle antwoorden zijn juist

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn late complicaties bij diabetes?
A
Goed gezichtsvermogen
B
Hoog risico op hart- en bloedvaten
C
Lager risico infecties
D
Meer gevoeligheid voeten

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruikt de diabetes patiënt een kortwerkend insuline?
A
Als je wakker wordt
B
Ongeveer 15 minuten voor het eten
C
Paar uur na het eten
D
Voor het slapen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is juist over diabetes type 2?
A
Alvleesklier maakt geen insuline meer aan
B
Alvleesklier maakt onvoldoende insuline aan
C
Behandeling gericht op gebruik insuline
D
Wordt vaak op jonge leeftijd ontdekt

Slide 30 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies