Paragraaf 1: hoofdletters en leestekens

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg NieuwNederlands alvast op tafel

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik
Herhaling: wat weet je nog van formuleren?


Slide 2 - Tekstslide

Spelling
Paragraaf 1: hoofdletters en leestekens

Waar zet je een komma en waar zet je een punt?

Slide 3 - Tekstslide

Wanneer zet je een punt?
Een zin is vaak een mededeling. Na iedere mededeling zet je een punt.

De jongens fietsten hard naar school. Ze waren bijna te laat.
De leerlingen pakten snel hun tas in. Ze moesten naar de volgende les.

Slide 4 - Tekstslide

Wanneer zet je een komma?
Je kunt twee mededelingen aan elkaar koppelen door een voegwoord (als, doordat, maar, nadat, omdat, want, zodat, zodra)

De jongens fietsten hard naar school, want ze waren bijna te laat.
De leerlingen pakten snel hun tas in, want ze moesten naar de volgende les.

Slide 5 - Tekstslide

Wanneer zet je een komma?
Soms begint een zin met een voegwoord. Dan komt er verderop in de zin een komma. Vaak tussen twee persoonsvormen.

Omdat ze bijna te laat waren, fietsten de jongens erg snel.
Nadat hij haar zag, raakte hij in paniek.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe begrens je zinnen?
Kort gezegd:

- Achter een zin zet je een punt;
- Achter een vraagzin zet je een vraagteken;
- Zet een komma tussen twee persoonsvormen;
- Zet voor voegwoorden een komma;
- Zet geen komma voor en / of.

Slide 7 - Tekstslide

Samen oefenen
1. Een dagje Efteling met z'n allen is leuk ............ het is wel duur.

2. .......... de docent verhaal gaat halen bij de conciërge moet je je afvragen of je wel gelijk hebt.

3. Niek lijkt niet op zijn broer .............. die heeft krullen en Niek niet.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Probeer eens
Maak opdracht 2 t/m 4 op blz. 245




Klaar? Maak opdracht 5.

Slide 10 - Tekstslide