H1, §2: Kritische denkvaardigheden

Hoofdstuk 1, §2:
Kritische denkvaardigheden

Deltion ICT Lyceum
2024-2025
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Hoofdstuk 1, §2:
Kritische denkvaardigheden

Deltion ICT Lyceum
2024-2025

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Vorige les
▸ Introductie van het vak
▸ H1, §1: Waarom Burgerschap?

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Aan het einde van deze les:
▸ Weet je wat kritisch denken is en welke kritische denkvaardigheden er zijn.
▸ Kun je uitleggen wat een aanname is.
▸ Weet je hoe je feiten van meningen kunt onderscheiden.
▸ Kun je uitleggen waarom kritisch denken belangrijk is.

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is kritisch
denken?

Slide 4 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Kritisch denken

Kritisch denken betekent dat je niet te snel alles gelooft of ergens over oordeelt, maar dat je zelfstandig blijft nadenken over of iets klopt, goed of fout is.

Slide 5 - Tekstslide

Bespreek met de studenten:
Het is belangrijk om te weten hoe je bronnen kunt beoordelen op echtheid. Dit is een voorbeeld van kritisch denken. Het is ook belangrijk dat je leert om dingen vanuit verschillende kanten te bekijken, zodat je dingen breder ziet en begrijpt.

Leg uit wat kritisch denken is.

---

Kritisch denken betekent dat je leert niet te snel alles te geloven of ergens over te oordelen, maar dat je zelfstandig blijft nadenken over of iets klopt, goed of fout is. Het gaat bij kritisch denken niet per se over jouw mening, maar over het hebben van voldoende informatie om een oordeel te kunnen hebben. Kritisch denken is een vaardigheid die je kunt trainen. Net als bij spieren die getraind worden en daardoor sterker worden, kun je de vaardigheid kritisch denken ook sterker maken en verder ontwikkelen.

In hoeverre zie jij jezelf als
een kritisch denker?
Altijd: Ik bekijk alles kritisch
Meestal: Ik probeer kritisch te zijn
Af en toe: Ik ben soms kritisch
Zelden: Ik vertrouw op wat ik zie

Slide 6 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Tips
1. Vraag door en stel vragen
2. Wees bewust van je eigen vooroordelen
3. Controleer je bronnen (§3)
4. Onderzoek argumenten en bewijsvoering
5. Speel de 'advocaat van de duivel'

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zie jij?

Slide 9 - Tekstslide

Bekijk met de studenten de foto’s op de slide.

Leg uit: Op de foto’s zie je portretten waarbij je het gezicht zowel van voren als van een zijaanzicht lijkt te zien. Je moet goed kijken om de foto’s te begrijpen.

Vertel: Kritisch denken vereist vaardigheden. Deze vaardigheden kun je aanleren en oefenen. Tijdens de Burgerschapslessen oefenen de studenten met deze vaardigheden. 
❛Van mening veranderen is oké.❜

Slide 10 - Tekstslide

Bespreek met de studenten de uitspraak op de slide. Wat vinden zij hiervan?

Leg uit: Wanneer je meer informatie krijgt over een vraagstuk of onderwerp, kan het zijn dat je mening hierover verandert. Dat is misschien verwarrend voor anderen, maar je mag altijd op je eigen mening terugkomen! Dat kan juist een teken zijn dat je kritisch nadenkt en
reflecteert op je eigen denken. 

Slide 11 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Redeneren
Als je een reden geeft voor iets wat je vindt,
heet dat een argument.

Hoe je daarna tot een mening komt
 heet een redenering.

Slide 12 - Tekstslide

Leg uit dat het niet gaat om ‘wie er gelijk heeft’ of om ‘winnen’. Het gaat erom dat je je mening weet te onderbouwen met goede argumenten en dat je een sterke redenering kunt maken. Kortom: niet wat, maar hoe.

Je hoeft het niet met elkaar eens te zijn of te worden. Het gaat erom dat je iets van verschillende kanten bekijkt en pas daarna tot een oordeel komt. Je mening is niet interessant: hoe je tot die mening komt wel. 
Stel jezelf
kritische vragen
• Is dit waar?
• Waarom is dat zo?
• Is dat een feit of een mening?
• Zijn de feiten te bewijzen?
• Hoe komt iemand tot zijn conclusie?
• Waarom is dit belangrijk?
• Komt deze info van een betrouwbare bron?

Slide 13 - Tekstslide

Leg uit: Je moet bereid zijn om je eigen opvattingen ter discussie te stellen. Het gaat dus om ontwikkeling van denkvaardigheden, maar ook om houding: de wil om je mening kritisch te bekijken en de bereidheid om van mening te veranderen. Dat vraagt om openheid en lef.

Leg uit: bij het beoordelen van een bron is het belangrijk om jezelf kritische vragen te stellen. Voorbeelden van deze vragen zie je op de slide.
Feit
Mening
NL is een democratie
Windows is superieur
Alle ICT'ers zijn nerds
De ICT-sector is onaantrekkelijk
Een SSD is sneller dan een HDD

Slide 14 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Feiten & meningen
Een mening is van iemand, persoonlijk.
Je kunt deze niet controleren of checken.

Een feit is controleerbaar.
Je kunt dit bewijzen, maar je kunt een feit niet veranderen.

Slide 15 - Tekstslide

Een mening is van iemand, persoonlijk. Je kunt deze niet controleren of checken. Je kunt je mening wel veranderen, bijv. als iemand met goede argumenten komt.

Een feit is controleerbaar. Je kunt dit bewijzen, maar je kunt een feit niet controleren.
Aan de slag!
Opdracht 5, 6 & 7
Maak opdracht 5, 6 & 7 vanaf bladzijde 15
in je werkboek.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Volgende les
▸ H1, §3: Informatie beoordelen
 ▸ H1, §4: Je mening vormen

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Succes deze week, en
tot de volgende les!

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies