7.4 - Ademhaling bij dieren en planten

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe insecten ademen
  • Je kunt uitleggen hoe vissen ademen
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen hoe insecten ademen
  • Je kunt uitleggen hoe vissen ademen

Slide 1 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Hoe ademen insecten?

  • Insecten hebben geen longen
    - Sterk vertakte buizen --> tracheeën
  • Tracheeën lopen door heel het lichaam, ook door de poten en kop
    - Tracheeën eindigen in kleine gaatjes aan de buitenkant van het lichaam --> stigma’s --> hier gaat lucht in en uit

  • Ademhalen bij insecten:
    - Achterlijf groter maken --> lucht met zuurstof wordt in tracheeën gezogen
    - Achterlijf kleiner maken --> lucht met koolstofdioxide wordt naar buiten geperst


Slide 2 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Hoe ademen vissen?



  • Vissen hebben kieuwen > liggen in de kieuwholte > is afgedekt met het kieuwdeksel
    - Vis opent bek en neemt hap water met zuurstof > kieuwdeksel is dicht
    - Vis sluit bek > kieuwdeksel gaat open > water stroomt naar buiten langs de kieuwen
  • Gaswisseling bij vissen:
    - In kieuwen liggen kleine bloedvaatjes
    - Zuurstof gaat vanuit water naar het bloed, daarna naar rest van de organen
    - Koolstofdioxide gaat vanuit bloed naar water dat langs de kieuwen stroomt


Slide 3 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten

Slide 4 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
  • Wat? Maken 7.4 – Opdracht 1 t/m 10
  • Hoe? Blz. 33 t/m 37
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 1 t/m 10 is af, niet af de rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 5 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Leerdoel(en) van deze les:

  • Je kunt uitleggen vogels, reptielen en amfibieën ademen
  • Je kunt uitleggen hoe planten 

Slide 6 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Hoe ademen vogels en reptielen?

  • Vogels
    - Longen net als de mens
    - Vogels hebben luchtzakjes
    (aan de longen vast) met reservelucht

  • Reptielen
    - Longen net als de mens
    - Verschilt per reptiel of het één long is (slang)
    of twee longen


Slide 7 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Hoe ademen amfibieën?

  • Amfibieën (kikkers en salamanders) > Ademen op twee manieren!
    - Huid & kieuwen (jonge amfibieën)         
    huid & longen (volwassen amfibieën)

    - Hebben een hele dunne huid, zuurstof gaat door de huid
      > direct in het bloed
    - Jonge amfibieën leven in het water, hebben kieuwen
      > buiten het lichaam
    - Volwassen amfibieën hebben ook longen (net als de mens)

Slide 8 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
Hoe komen planten aan zuurstof?

  • Planten maken zelf zuurstof door fotosynthese!
  • Planten gebruiken maar een klein deel van de zuurstof die ze maken zelf, de rest gaat via huidmondjes naar buiten




Slide 9 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten

Slide 10 - Tekstslide

7.4 Ademhaling bij dieren en planten
  • Wat? Maken 7.4 – Opdracht 11 t/m 17
  • Hoe? Blz. 38 t/m 41
  • Hulp? Eerst overleggen met buur, daarna docent vragen.
  • Tijd? 20 minuten
  • Uitkomst? Opdracht 11 t/m 17 is af, niet af de rest is huiswerk.
  • Klaar? Samenvatting dikgedrukte woorden maken (lijst)

Slide 11 - Tekstslide