Oefeningen Leesvaardigheid V4

• Nederlands
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 4

Oefeningen Leesvaardigheid

Je kunt de teksten bij de opdrachten vinden op de

 ELO in de studiewijzer bij periode 4.

Instructie

Het volgende oefeningen bevatten open vragen en meerkeuzevragen. Bij een meerkeuzevraag kun je één optie aanklikken. Bij een open vraag vul je je antwoord in. Let op: klik na het beantwoorden van een open vraag steeds op 'Bewaren', anders ben je je antwoorden kwijt.

Tekst 1 Typically Nederlands

1. nuanceert de auteur die bezwaren met enkele voordelen van het gebruik van het Engels die hij vervolgens in twijfel trekt.
2. vult de auteur die bezwaren aan met andere nadelen van het gebruik van het Engels die hij vervolgens nuanceert.
3. weerlegt de auteur die bezwaren met praktijkvoorbeelden van het gebruik van het Engels die hij vervolgens nuanceert.
4. zet de auteur die bezwaren af tegen positieve ervaringen met het gebruik van het Engels die hij vervolgens in twijfel trekt.

1. is niet zo goed als we denken, want we overschatten ons niveau doordat we ervan uitgaan dat we bijna geen fouten maken en niet veel algemeenheden gebruiken.
2. is wellicht minder goed dan we denken, want we merken het simpelweg niet zo snel als iemand in het Engels onhandig formuleert en clichés gebruikt.
3. klinkt misschien beter dan ons Nederlands, omdat het Engels van zichzelf nu eenmaal minder kromme en afgezaagde formuleringen bevat.
4. klinkt naar verhouding misschien best goed, omdat we in het Engels minder standaardformuleringen gebruiken en knullige formuleringen vermijden.

1. doen dat omdat zij zich zo aanpassen aan de wereld om hen heen.
2. komen terecht zelfverzekerder over.
3. zijn onzeker over hun eigen kwaliteiten.
4. zijn ten onrechte bang om als provinciaal te worden gezien.

1. ervan te overtuigen dat Nederlands als voertaal in bestuurs- en collegezalen te verkiezen is boven het Engels.
2. te laten beseffen dat nergens ter wereld de bestuurs- en onderwijselite meer Engels spreekt dan in Nederland.
3. te laten nadenken over de voor- en nadelen van het spreken van Engels in Nederland.
4. uit te leggen dat verschillende paradoxen een rol spelen in de discussie over het spreken van Engels in Nederland.

1. afstandelijk
2. kritisch
3. rebels
4. somber

1. De Nederlandse samenleving is gebaat bij een goede taalvaardigheid van zowel de Nederlandse academici als de allochtone werkzoekenden.
2. De Nederlandse samenleving is overgeleverd aan de multinationals wanneer het Engels de voertaal wordt in wetenschap en bestuur.
3. Het is schadelijk voor de Nederlandse samenleving wanneer het Engels de voertaal wordt in de wetenschap en het bestuur.
4. Het is typisch voor de Nederlandse samenleving dat we zo onzeker zijn over onszelf dat we het Engels zo belangrijk vinden.

Tekst 2 De wilskrachtige is een gewoontedier

1. aansprekend voorbeeld te noemen.
2. korte samenvatting van de inhoud te geven.
3. spannende anekdote te vertellen.
4. verrassende stelling te poneren.

1. hebben zo veel vaste, gezonde gewoontes dat ze de lokroep van ongezonde verleidingen minder horen en daardoor hun wilskracht nauwelijks hoeven aan te spreken.
2. onderdrukken hun verlangens naar ongezonde verleidingen door snel over te stappen op een automatische piloot die hen ervoor behoedt toe te geven aan die verleidingen.
3. voelen wel degelijk een bepaalde honger naar junkfood en alcohol, maar door een beroep te doen op hun voorraad wilskracht weten ze die drang om te zetten in gezonde gewoontes.
4. zijn vatbaarder voor verlangens dan mensen die bepaalde routines opgebouwd hebben omdat die laatste groep meer succeservaringen heeft geboekt op het gebied van zelfcontrole.

1. Als je wilskracht niet voldoende gebruikt, krijg je een tekort aan egodepletie.
2. Als je je voorraad wilskracht hebt opgebruikt, kun je spreken van egodepletie.
3. Als je je wilskracht op de proef stelt, voorkom je een toestand van egodepletie.
4. Als je wilskracht regelmatig traint, kom je sneller in aanmerking voor egodepletie.

1. Ja, want er wordt aangetoond dat wilskrachtigen verleidingen vermijden met routines.
2. Ja, want uit onderzoek blijkt dat zelfcontrole een belangrijke sleutel tot succes is.
3. Nee, want de werking van de wilskracht wordt wel toegelicht, maar een voorbeeld ontbreekt.
4. Nee, want er worden enkel voorbeelden gegeven van de werking van de wilskracht als spier.

1. op de hoogte te stellen van uitkomsten van recent onderzoek naar de invloed van wilskracht en routines op het leveren van prestaties.
2. te laten beseffen dat het mogelijk is om, op basis van wilskracht, veelvoorkomende, ongezonde gewoontes om te zetten in gezonde routines.
3. te laten inzien dat het hanteren van vaste gewoontes een efficiëntere manier is om gedrag aan te passen dan het trainen van wilskracht.
4. te laten nadenken over de rol van wilskracht en leven volgens vaste gebruiken als succesfactoren.

Tekst 3 Ban de barbecue uit Vondelpark

1. bevat een toelichting bij de algemene uitspraak in alinea 1.
2. geeft een oorzaak voor het gevolg in alinea 1.
3. noemt een middel voor het doel in alinea 1.
4. schetst een oplossing voor het probleem in alinea 1.

Tekst 4 Samen het park opruimen is een beter idee

1. de lezer te laten inzien dat de Vrienden van het Vondelpark voornamelijk drogredenen hanteren, wat een goede discussie over barbecueën in het Vondelpark moeilijk maakt.
2. de lezers van Het Parool ertoe aan te sporen om in verzet te komen tegen de lobby van de Vrienden van het Vondelpark om zo een barbecueverbod voor het Vondelpark te voorkomen.
3. de Vrienden van het Vondelpark ervan te overtuigen dat, in tegenstelling tot wat de Vrienden zelf beweren, festivalgangers en toeristen zich wel degelijk gedragen tijdens barbecues in het Vondelpark.
4. de Vrienden van het Vondelpark uit te nodigen om mee te werken aan een oplossing die voor zowel voor- als tegenstanders van barbecueën in het Vondelpark acceptabel is in plaats van een verbod te bepleiten.

Hieronder volgen nog vragen bij twee teksten. Na de vragen bij tekst 3 en 4 volgen vragen die op beide teksten betrekking hebben.

Overkoepelende vragen bij tekst 3 en 4

Einde

Vergeet niet om al je antwoorden op te slaan voordat je LessonUp afsluit.