1- Ik weet wat het verschil is tussen grondstoffen en delfstoffen.
2- Ik kan uitleggen hoe fossiele brandstoffen ontstaan.
3- Ik kan 3 voorbeelden noemen van fossiele brandstoffen.
4- Ik kan uitleggen hoe energie wordt opgewekt in een elektriciteitscentrale.
5- Ik weet welke fossiele brandstoffen Nederland heeft en het meest gebruikt.
6- Ik weet welke gevolgen van gaswinning er in Groningen zijn.