In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Lesprogramma
Uitleg §3.1 (20 min.)
Zelfstandig werken:
Huiswerk: Opdracht 1 t/m 13
Rekenopdracht 1 t/m 3
Slide 1 - Tekstslide
§3.1 Hoe betaal je?
Slide 2 - Tekstslide
Je koopt een pizza-punt in de Aula bij Herman. Is dit directe ruil of indirecte ruil?
A
Directe ruil
B
Indirecte ruil
Slide 3 - Quizvraag
Direct of indirect
Directe ruil = als je goederen tegen goederen ruilt
Indirect als je geld gebruikt om te betalen voor goederen
Slide 4 - Tekstslide
3 functies van geld
Ruilmiddel
Spaarmiddel
Rekenmiddel
Slide 5 - Tekstslide
Op welke manieren kun je betalen?
Slide 6 - Woordweb
2-deling
Giraal
Chartaal
Slide 7 - Tekstslide
Voordelen van giraal betalen
Slide 8 - Woordweb
Nadelen giraal betalen
Slide 9 - Woordweb
Voordelen chartaal betalen
Slide 10 - Woordweb
Nadelen chartaal betalen?
Slide 11 - Woordweb
Slide 12 - Tekstslide
Op je bankrekening heb je een creditsaldo van € 12,45. Via de bank ontvang je je zakgeld € 7,50 en het loon van je krantenwij k € 41,10. Je betaalt met je pinpas in een winkel € 39,95 en in de sportkantine nog ens € 4,65.
Bereken je nieuwe saldo. Schrijf erbij of het een credit- of debetsaldo is.