presenteren

Presenteren
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Presenteren

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hoe vind jij het om te presenteren?
😒🙁😐🙂😃

Slide 3 - Poll

Doel
Je weet aan het einde van de les:

- Hoe je de presentatie moet voorbereiden
- Hoe je de presentatie moet geven 

Slide 4 - Tekstslide

6 stappen  Stap 1
Begin sterk
Je hebt het vast eerder gehoord; de eerste indruk is echt heel belangrijk. Je non-verbale communicatie – je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking – is bijna net zo belangrijk als wat je zegt. ‘Kom op een enthousiaste manier de ruimte binnen, maak oogcontact en maak eventueel een grapje om het ijs te breken.’
De start van de presentatie geeft jou de kans om je publiek mee te nemen in je verhaal. ‘Geef mensen een reden om te blijven luisteren’,  ‘Stel jezelf voor, leg het doel uit van de presentatie en welke onderdelen aan bod gaan komen. Zo maken mensen direct de klik: ‘he, dat is interessant’, en weten ze wat er van ze verwacht wordt.’

Slide 5 - Tekstslide

Stap 2
Zorg dat je je verhaal kent
Zorg dat je je tekst door en door kent. Voorlezen is echt killing voor je overtuigingskracht. PowerPoint kan helpen om een duidelijke structuur aan je presentatie te geven, maar vermijd het oplezen van de slides. Laat dus alleen de brede lijnen, of bijvoorbeeld cijfers zien in je PowerPoint presentatie, en ga mondeling op het onderwerp in. Bedenk een aantal aansprekende voorbeelden (case studies) die je verhaal tot leven laten komen. Vannesa: ‘Het is een valkuil om teveel met je presentatie bezig te zijn, omdat je dan het contact met je publiek verliest. Als jij namelijk met je slides bezig bent, dan is je publiek dat ook. Terwijl je wil dat hun aandacht op jou gericht is!’

Slide 6 - Tekstslide

Stap 3
Houd het kort
Vooral als je erg betrokken bent bij het onderwerp verzink je gemakkelijk in minder relevante details, waardoor je verhaal veel te lang wordt en de luisteraar af kan haken. Neem je presentatie helemaal door en vraag je bij elk punt af of de informatie iets toevoegt voor de luisteraar. 
Test je presentatie ook altijd met iemand uit de doelgroep. Zo kom je erachter of er dingen in staan die voor je publiek niet zo belangrijk zijn, of juist zaken die meer uitleg nodig hebben.’

Slide 7 - Tekstslide

Stap 4
Spreek langzaam
Te snel spreken is vaak een teken van nervositeit en kan het voor de luisteraar moeilijk maken om je verhaal te volgen. Let op je ademhaling. Als je vanuit je buik ademhaalt zul je merken dat je minder snel buiten adem raakt. Als je merkt dat je je natuurlijke ritme kwijtraakt zijn er trucjes om de controle terug te krijgen.  ‘Je kunt zo nu en dan een slok water nemen. Dat geeft je net die paar seconden die je nodig hebt om jezelf te herpakken. Blijf ook vragen stellen aan je publiek: ‘wat vind jij hiervan, heb jij hier een voorbeeld van, wie heeft een andere mening?’. Dit geeft jou wat ruimte om op adem te komen, en houdt je luisteraars betrokken bij je verhaal.’

Slide 8 - Tekstslide

Stap 5
Blijf bewegen
Stilstaan doen we eigenlijk nooit, dus als je tijdens een presentatie steeds op dezelfde plek blijft staan dan komt dit onnatuurlijk over. Gebruik je handen, stap opzij of wijs eens iets aan op het scherm. Kijk verschillende mensen in het publiek aan om een connectie te maken. In het begin zul je hier heel bewust mee bezig zijn, maar je zult zien dat het na een paar keer vanzelf gaat. Vanessa: ‘De meest natuurlijk houding is met twee benen een beetje uit elkaar, en je handen naast je lichaam. Dit wissel je natuurlijk af met beweging. Je kunt iets in je handen houden als je dat prettig vindt, maar pas op dat je niet met een pen gaat klikken.’

Slide 9 - Tekstslide

Stap 6
 Let op het gebruik van je stem
Niets is erger dan een spreker die je niet goed kunt horen. Zelfs als je een microfoon gebruikt is het nog steeds belangrijk dat je op je stemvolume let. Maar ook je intonatie – het natuurlijke gebruik van hoge en lage tonen – en duidelijk articuleren zorgen ervoor dat je mensen bij je verhaal houdt.  ‘Veel mensen hebben de neiging om op één toon te spreken. Ze raken hun natuurlijke intonatie kwijt. De truc is om energiek te blijven – dan komt de intonatie bijna als vanzelf.’

Slide 10 - Tekstslide

Opdracht 
Kijk naar de video's. Let op wat goed gaat en wat minder goed gaat.
Zie je ook verschillen?

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Slide 13 - Video

Welke verschillen kun je noemen?*

Slide 14 - Woordweb

Voorbereiding
1 Bereid je presentatie voor  (bedenk onderwerp, inhoud, plaatjes). De presentatie duurt ongeveer  10 minuten
2 Inhoud en opbouw


3 Maak een PowerPoint bij je presentatie, of een andere digitale vorm

Slide 15 - Tekstslide

Inhoud en opbouw
Inleiding:  Aandacht trekken - onderwerp introduceren

Kern: Informatie geven (wie/wat/waar/hoe/waarom)

Slot: Samenvatten/conclusie + afsluiter

Boeiend en duidelijk doel

Slide 16 - Tekstslide

Opening van je presentatie
Wacht totdat het stil is 

en 

begin je presentatie met een duidelijke opening.


Slide 17 - Tekstslide

Tips voor PowerPoint
- Gebruik zo min mogelijk slides en zo min mogelijk tekst.

- Oefen de presentatie met de slides.
- Gebruik kleur voor duidelijkheid en nadruk en niet als   versiering. 

Slide 18 - Tekstslide

Tips voor tijdens je presentatie

- Spreek rustig, duidelijk en vloeiend
 - Kijk je publiek aan en kijk niet te vaak op je spiekbriefje.
- Zorg voor een logische indeling (inleiding - kern - slot)
 - Maak logische zinnen , kort en duidelijk


Slide 19 - Tekstslide

Nog een paar tips
 Leer je presentatie uit je hoofd;
Oefen net zo lang tot dit lukt;
Vraag iemand naar je presentatie te luisteren;
Vraag diegene om een laatste tip en TOP!

Veel succes!

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide