Les 1 Geloofwaardig spreken IKEA

1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
GodsdienstMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Wat gaan we in 4 lessen doen?
  • Algemene tips voor presenteren (denk aan houding en stem gebruik
  • Inhoudelijk: Wat is je doel met presenteren, wat wil je leren/overbrengen? Geloofwaardig spreken
  • In de laatste les: mini preek van 3-4 min. over een Bijbeltekst/thema 

Slide 3 - Tekstslide

Actief
Sta met beide voeten stevig op de grond
Ontspan de schouders
Houd het hoofd rechtop
Adem met je buik

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

1. Begin sterk
Je hebt het vast eerder gehoord; de eerste indruk is echt heel belangrijk. Je non-verbale communicatie – je lichaamshouding en gezichtsuitdrukking – is bijna net zo belangrijk als wat je zegt. Vanessa: ‘Kom op een enthousiaste manier de ruimte binnen, maak oogcontact en maak eventueel een grapje om het ijs te breken.’

De start van de presentatie geeft jou de kans om je publiek mee te nemen in je verhaal. ‘Geef mensen een reden om te blijven luisteren’, zegt Vanessa. ‘Stel jezelf voor, leg het doel uit van de presentatie en welke onderdelen aan bod gaan komen. Zo maken mensen direct de klik: ‘he, dat is interessant’, en weten ze wat er van ze verwacht wordt.’

Slide 6 - Tekstslide

2. Zorg dat je je verhaal kent
Zorg dat je je tekst door en door kent. Voorlezen is echt killing voor je overtuigingskracht. PowerPoint kan helpen om een duidelijke structuur aan je presentatie te geven, maar vermijd het oplezen van de slides. Laat dus alleen de brede lijnen, of bijvoorbeeld cijfers zien in je PowerPoint presentatie, en ga mondeling op het onderwerp in. Bedenk een aantal aansprekende voorbeelden (case studies) die je verhaal tot leven laten komen. Vannesa: ‘Het is een valkuil om teveel met je presentatie bezig te zijn, omdat je dan het contact met je publiek verliest. Als jij namelijk met je slides bezig bent, dan is je publiek dat ook. Terwijl je wil dat hun aandacht op jou gericht is!’

Slide 7 - Tekstslide

3. Houd het kort
Vooral als je erg betrokken bent bij het onderwerp verzink je gemakkelijk in minder relevante details, waardoor je verhaal veel te lang wordt en de luisteraar af kan haken. Neem je presentatie helemaal door en vraag je bij elk punt af of de informatie iets toevoegt voor de luisteraar. Vanessa: ‘Test je presentatie ook altijd met iemand uit de doelgroep. Zo kom je erachter of er dingen in staan die voor je publiek niet zo belangrijk zijn, of juist zaken die meer uitleg nodig hebben.’

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Met haar houding en stem timet Paulien iedere zin en ieder woord. Ze weet hoe ze haar houding en stem optimaal kan inzetten om haar woorden te ondersteunen.

Slide 10 - Tekstslide

4. Spreek langzaam
Te snel spreken is vaak een teken van nervositeit en kan het voor de luisteraar moeilijk maken om je verhaal te volgen. Let op je ademhaling. Als je vanuit je buik ademhaalt zul je merken dat je minder snel buiten adem raakt. Als je merkt dat je je natuurlijke ritme kwijtraakt zijn er trucjes om de controle terug te krijgen. Vanessa: ‘Je kunt zo nu en dan een slok water nemen. Dat geeft je net die paar seconden die je nodig hebt om jezelf te herpakken. Blijf ook vragen stellen aan je publiek: ‘wat vind jij hiervan, heb jij hier een voorbeeld van, wie heeft een andere mening?’. Dit geeft jou wat ruimte om op adem te komen, en houdt je luisteraars betrokken bij je verhaal.’

Slide 11 - Tekstslide

5. Blijf bewegen
Stilstaan doen we eigenlijk nooit, dus als je tijdens een presentatie steeds op dezelfde plek blijft staan dan komt dit onnatuurlijk over. Gebruik je handen, stap opzij of wijs eens iets aan op het scherm. Kijk verschillende mensen in het publiek aan om een connectie te maken. In het begin zul je hier heel bewust mee bezig zijn, maar je zult zien dat het na een paar keer vanzelf gaat. Vanessa: ‘De meest natuurlijk houding is met twee benen een beetje uit elkaar, en je handen naast je lichaam. Dit wissel je natuurlijk af met beweging. Je kunt iets in je handen houden als je dat prettig vindt, maar pas op dat je niet met een pen gaat klikken.’

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Video

6. Let op het gebruik van je stem
Niets is erger dan een spreker die je niet goed kunt horen. Zelfs als je een microfoon gebruikt is het nog steeds belangrijk dat je op je stemvolume let. Maar ook je intonatie – het natuurlijke gebruik van hoge en lage tonen – en duidelijk articuleren zorgen ervoor dat je mensen bij je verhaal houdt. Vanessa: ‘Veel mensen hebben de neiging om op één toon te spreken. Ze raken hun natuurlijke intonatie kwijt. De truc is om energiek te blijven – dan komt de intonatie bijna als vanzelf.’

Slide 14 - Tekstslide

Opdracht voor volgende week:
1. Zoek een Bijbeltekst of thema in de Bijbel
2. Denk na over een persoonlijk voorbeeld bij de gekozen tekst
3. Werk dit kort uit op papier en neem het mee naar de les.

Volgende les:
IKEA

Slide 15 - Tekstslide

Waarom voel jij je wel of niet waardig als spreker?

Slide 16 - Open vraag

Slide 17 - Video

Tips
Sta of zit met beide voeten stevig op de grond
Ontspan de schouders
Houd het hoofd rechtop
Adem met je buik
De zogenoemde buikademhaling zorgt ervoor dat je met minimale inspanning een maximale longinhoud vult. Hoe meer lucht je inademt, hoe meer lucht je kunt uitademen en hoe voller je stemgeluid klinkt.
Breng variatie in toonhoogte

Wie de toonhoogte varieert, houdt de aandacht vast. Stembuigingen maken het prettiger voor anderen om naar je te luisteren. Een lage stem is aangenamer om naar te luisteren dan een hoge stem. Regel je stemvolume. Spreek je op luide toon dan ben je verzekerd van extra aandacht. Tenminste, als je jezelf tijdig weet te temperen. Als je hard blijft praten, zullen anderen het hooguit als een (hinderlijke) eigenschap erv

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide