Plein 16 les 1

Opdracht
Maak opdracht 40 op bladzijde 29.

Maak met je buurman/buurvrouw een Taalriedel als Taalriedel 2 op bladzijde 30.




1 / 51
volgende
Slide 1: Tekstslide
NT2Middelbare schoolvmbo b, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 51 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Opdracht
Maak opdracht 40 op bladzijde 29.

Maak met je buurman/buurvrouw een Taalriedel als Taalriedel 2 op bladzijde 30.




Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Hallo, ik ben
mevrouw van Voorthuizen.
Wie ben jij?

Slide 3 - Woordweb

...................oud ben jij?
A
Hoeveel
B
Hoe
C
Waar
D
Wat

Slide 4 - Quizvraag

...................ben je jarig?
A
Waar
B
Wat
C
Hoe
D
Wanneer

Slide 5 - Quizvraag

...........kleur heeft de kast?
A
Wat
B
Wie
C
Welke
D
Wanneer

Slide 6 - Quizvraag

Wanneer
boodschappen
jij
doe
?
Zet de woorden in de goede volgorde.

Slide 7 - Sleepvraag

Het restaurant
Elke dag
Het terras
Sluiten
Het plein

Slide 8 - Sleepvraag

Opdracht
Bekijk en lees bladzijde 10, 11, 12 en 13.
Maak de opdracht 'Schrijf over jezelf' op bladzijde 12.
Ken je alle zinnen en woorden op bladzijde 13?

Slide 9 - Tekstslide

Komt Esma uit Syrië?
A
Ja
B
Nee

Slide 10 - Quizvraag

Komt Marek uit Turkije?
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Is Tess veertien jaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Is Robin twaalf jaar?
A
Ja
B
Nee

Slide 13 - Quizvraag

Heeft Tess een broer?
A
Ja
B
Nee

Slide 14 - Quizvraag

Is Jacobs de achternaam van Kaya?
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Komt Marek uit België?
A
Ja
B
Nee

Slide 16 - Quizvraag

Wat weet je over Marek?
Hij is 16 jaar, hij komt uit Polen
Hij heeft twee broers
Hij heeft bruin haar, zijn haar is kort
Hij draagt een oranje trui
Hij voetbalt graag

Slide 17 - Tekstslide

Wat weet je over Servaas?

Slide 18 - Open vraag

Wat weet je over Esra?

Slide 19 - Open vraag

Zij __________ Spaans.
A
bent
B
is

Slide 20 - Quizvraag

Jij __________ John.
A
ben
B
bent
C
is
D
zijn

Slide 21 - Quizvraag

Mijn voornaam __________ Johan.
A
ben
B
is

Slide 22 - Quizvraag

__________ jij John?
A
Ben
B
Bent
C
Is
D
Zijn

Slide 23 - Quizvraag

Opdracht
Maak opdracht 1 en 2 op bladzijde 14.

Slide 24 - Tekstslide

Wat weet je van Essie?

Slide 25 - Woordweb

Wat weet je van Kaya?

Slide 26 - Woordweb

Opdracht
Maak opdracht 4 tot en met 12.
Gebruik voor opdracht 7 de achterkant van een blaadje in je werkboekje.

Slide 27 - Tekstslide

Wat doe jij met vrienden?

Slide 28 - Woordweb

Het plein
Opdracht 13. Praat samen.
Heeft de plaats waar jij vandaan komt ook een plein?
Hoe ziet dat er uit?
Wat kan je daar zien?

Slide 29 - Tekstslide

Opdracht
Maak opdracht 14 en 15 op bladzijde 19 en 20.
Opdracht 16, 17 en 19 doen we niet.
Opdracht 18 en 20 doen we samen.

Slide 30 - Tekstslide


mag of maag?
A
mag
B
maag

Slide 31 - Quizvraag


klas of Klaas
A
klas
B
Klaas

Slide 32 - Quizvraag


was of waas
A
was
B
waas

Slide 33 - Quizvraag


man of maan
A
man
B
maan

Slide 34 - Quizvraag


kwaal of kwal
A
kwaal
B
kwal

Slide 35 - Quizvraag


bar of baar
A
bar
B
baar

Slide 36 - Quizvraag


nar of naar?
A
nar
B
naar

Slide 37 - Quizvraag


zwaard of zwart?
A
zwaard
B
zwart

Slide 38 - Quizvraag


hard of haard?
A
hard
B
haard

Slide 39 - Quizvraag


war of waar?
A
war
B
waar

Slide 40 - Quizvraag


sar of saar?
A
sar
B
saar

Slide 41 - Quizvraag

Opdracht
Lees Taalriedel 1 en lees Polen op bladzijde 21.

Maak een Taalriedel over jezelf en schrijf iets over 
Maak opdracht 21 en 23 op bladzijde 22.

Slide 42 - Tekstslide

Welke getallen horen bij elkaar? Wie is het snelst?
veertien
driehonderdtwaalf
driehonderdéénentwintig
vierhonderdtwaalf
éénenveertig
vier
twee
éénentwintig
14
312
321
412
41
4
2
21

Slide 43 - Sleepvraag

Opdracht
Lees: Op de foto op bladzijde 23.
Maak ook opdracht 24 en 25.


Slide 44 - Tekstslide


om of oom?
A
om
B
oom

Slide 45 - Quizvraag


kok of kook?
A
kok
B
kook

Slide 46 - Quizvraag


dop of doop?
A
dop
B
doop

Slide 47 - Quizvraag


rot of rood?
A
rot
B
rood

Slide 48 - Quizvraag


schol of school?
A
schol
B
school

Slide 49 - Quizvraag

Opdracht
Lees: De neef van Marek op bladzijde 24 en Belangrijke zinnen en Belangrijke woorden op bladzijde 25.

Maak opdracht 26 tot en met 37.


Slide 50 - Tekstslide

Maak een poster
1. Open een document op de chromebook.
2. Schrijf over jezelf (zoals op bladzijde 12), of de taallriedel (van bladzijde 21).
3. Zoek een foto van het plein in jouw stad/dorp en zet die in je document. 
4. Schrijf iets over het plein.  In welke stad is het plein? Hoe heet het plein? Vind je het een mooi plein? Ging je vaak naar het plein? Als er geen plein was, is er dan een plein waar je nu woont? Dan kan je daarover schrijven.

Geef het document jouw naam en stuur het naar je docent.

Slide 51 - Tekstslide