Les V2C - §12 PV in samengestelde zinnen & §13 Werkwoordsvormen & werkwoordstijden - 19.03.24


Nederlands 
 
§12 PV in samengestelde zinnen
§13 Werkwoordsvormen & werkwoordstijden
 
V2C
19-03-2024
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les


Nederlands 
 
§12 PV in samengestelde zinnen
§13 Werkwoordsvormen & werkwoordstijden
 
V2C
19-03-2024

Slide 1 - Tekstslide

Agenda
  • 11:30 - 11:45:  landen en 10 min. lezen 
  • 11:45 - 12:00:  uitleg §12 - PV in samengestelde zinnen 
  • 12:00 - 12:10:  oefenen  
  • 12:10 - 12:20:  oefeningen bespreken  
  • 12:20 - 12:30:  uitleg §13 - werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • 12:30 - 12:45:  oefenen/ HW maken 
  • 12:50:               einde les 

Slide 2 - Tekstslide


Eerst... 
lekker 10 minuten lezen! 
timer
10:00

Slide 3 - Tekstslide

Agenda
  • 11:30 - 11:45: landen en 10 min. lezen
  • 11:45 - 12:00: uitleg §12 - PV in samengestelde zinnen
  • 12:00 - 12:10: oefenen
  • 12:10 - 12:20: oefeningen bespreken
  • 12:20 - 12:30: uitleg §13 - werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • 12:30 - 12:45: oefenen/ HW maken
  • 12:50: einde les 

Slide 4 - Tekstslide

§12 - PV in samengestelde zinnen
  • Pak je schrift
  • Pak je pen
  • Doe je boek open op p. 264

Slide 5 - Tekstslide

Voorbeelden
Een zin met minimaal twee persoonsvormen noemen we een samengestelde zin. 

Slide 6 - Tekstslide

Voorbeelden
In een hoofdzin staat de persoonsvorm helemaal vooraan of direct na het eerste zinsdeel.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeelden
Een samengestelde zin kan bestaan uit: een hoofdzin / meerdere hoofdzinnen en/of een bijzin / meerdere bijzinnen. 

Slide 8 - Tekstslide

§12 - PV in samengestelde zinnen
  • Onderdeel van SO, 
welke andere 
onderwerpen hebben 
we al gehad? 
  •   p. 264

Slide 9 - Tekstslide

Agenda
  • 11:30 - 11:45: landen en 10 min. lezen
  • 11:45 - 12:00: uitleg §12 - PV in samengestelde zinnen
  • 12:00 - 12:10: oefenen
  • 12:10 - 12:20: oefeningen bespreken
  • 12:20 - 12:30: uitleg §13 - werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • 12:30 - 12:45: oefenen/ HW maken
  • 12:50: einde les 

Slide 10 - Tekstslide

Oefenen/ HW maken
  • Maken: oefeningen  1 & 2 op pag. 264 
  • Zelfstandig
  • Je krijgt hier 10 minuten de tijd voor
  • Hierna bespreken we de oefeningen
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Agenda
  • 11:30 - 11:45: landen en 10 min. lezen
  • 11:45 - 12:00: uitleg §12 - PV in samengestelde zinnen
  • 12:00 - 12:10: oefenen
  • 12:10 - 12:20: oefeningen bespreken
  • 12:20 - 12:30: uitleg §13 - werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • 12:30 - 12:45: oefenen/ HW maken
  • 12:50: einde les 

Slide 12 - Tekstslide

Oefeningen bespreken

Slide 13 - Tekstslide

Agenda
  • 11:30 - 11:45: landen en 10 min. lezen
  • 11:45 - 12:00: uitleg §12 - PV in samengestelde zinnen
  • 12:00 - 12:10: oefenen
  • 12:10 - 12:20: oefeningen bespreken
  • 12:20 - 12:30: uitleg §13 - werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • 12:30 - 12:45: oefenen/ HW maken
  • 12:50: einde les 

Slide 14 - Tekstslide

§13 - Werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • Pak je schrift
  • Pak je pen
  • Doe je boek open op p. 266

Slide 15 - Tekstslide

Schrijf een (korte) zin over jezelf in de tegenwoordige tijd met één werkwoord.
Bijv.: Ik houd van pizza.

Slide 16 - Open vraag

Schrijf een (korte) zin over jezelf in de tegenwoordige tijd met twee werkwoorden, het eerste werkwoord moet een vorm zijn van hebben of zijn.
Bijv.: Ik ben naar school gefietst.

Slide 17 - Open vraag

'Ik houd van pizza' --> dit is nu zo en zal volgende week ook nog wel zo zijn: 
  • o.t.t. = onvoltooid tegenwoordige tijd   

onvoltooid = nog niet klaar

Slide 18 - Tekstslide

'Ik ben naar school gefietst' --> dit is net gebeurd (dus tegenwoordige tijd) en is wél al klaar
  • v.t.t. = voltooid tegenwoordige tijd   

voltooid = klaar

Slide 19 - Tekstslide

Schrijf een (korte) zin over jezelf in de verleden tijd met één werkwoord.

Bijv.: Ik hield van achtbanen.

Slide 20 - Open vraag

Schrijf een (korte) zin over jezelf in de verleden tijd met twee werkwoorden, waarvan het eerste werkwoord een vorm van hebben of zijn is.

Bijv.: Heb ik van achtbanen gehouden?

Slide 21 - Open vraag

'Ik hield van achtbanen' --> Dit vond in het verleden plaats, maar je weet niet of het nu nog steeds zo is.
  • o.v.t. = onvoltooid verleden tijd

onvoltooid = niet klaar 

Slide 22 - Tekstslide

'Ik heb van achtbanen gehouden' 
  • v.v.t. = onvoltooid verleden tijd

voltooid = klaar 

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Tekstslide

Agenda
  • 11:30 - 11:45: landen en 10 min. lezen
  • 11:45 - 12:00: uitleg §12 - PV in samengestelde zinnen
  • 12:00 - 12:10: oefenen
  • 12:10 - 12:20: oefeningen bespreken
  • 12:20 - 12:30: uitleg §13 - werkwoordsvormen & werkwoordstijden
  • 12:30 - 12:45: oefenen/ HW maken
  • 12:50: einde les 

Slide 26 - Tekstslide

Oefenen/ HW maken
  • Maken: oefeningen 1, 2 & 3 op pag.  266
  • Je krijgt hier 20 minuten de tijd voor
  • Heb je het niet af: dan wordt het HW 
  • Is het af? Mag je - na overleg met mij- iets voor jezelf doen :)
timer
20:00

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide