1.1 Hefbomen gebruiken

H 1 - Krachten gebruiken
1.1 - Hefbomen gebruiken
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

H 1 - Krachten gebruiken
1.1 - Hefbomen gebruiken

Slide 1 - Tekstslide

Grootheid
symbool
eenheid
symbool
Wat hoort bij wat?
1
2
3
4
kracht
F
newton
N

Slide 2 - Sleepvraag

Een kracht tekenen

Slide 3 - Tekstslide

Krachten tekenen
  • Aangrijpingspunt 
  • Richting 
  • Grootte (Krachten schaal) 
            b.v. 1cm = 100 N 

Slide 4 - Tekstslide

Fz = 15 N en lengte van pijl is 3 cm. Welke krachtschaal is hier gebruikt.
A
1 cm = 3 N
B
1 cm = 5 N
C
1 cm = 10 N
D
1 cm = 15 N

Slide 5 - Quizvraag

De krachtenschaal is 1 cm ≙ 50 N
Hoe lang teken je een kracht van
225 N?
A
11,25 cm
B
0,02 cm
C
4,5 cm
D
275 N

Slide 6 - Quizvraag

De gegeven krachtenschaal is
1 cm = 50 N.
Hoe groot moet een pijl zijn van 250 N?
A
1 cm
B
2,5 cm
C
5 cm
D
50 cm

Slide 7 - Quizvraag

krachtenschaal 1 cm = 50 N
vector is 5 cm. Hoe groot is de kracht?
A
50 N
B
250 N
C
125 N
D
75 N

Slide 8 - Quizvraag

Krachtenschaal: 1 cm ≙ 30 N.
De krachtenpijl is 4 cm.
Hoe groot is de kracht?
A
7,5 N
B
12 N
C
75 N
D
120 N

Slide 9 - Quizvraag

Zwaartekracht
De zwaartekracht is de kracht die de aarde uitoefent op voorwerpen. Door de zwaartekracht valt alles naar beneden.

Slide 10 - Tekstslide

Zwaartepunt
Het zwaartepunt = het aangrijpingspunt van de zwaartekracht

De zwaartekracht werkt vanuit het zwaartepunt.

Slide 11 - Tekstslide

Zwaartekracht

Slide 12 - Tekstslide

Op elk voorwerp
werkt de zwaartekracht

Fz = m * g
g = 9,81 N/kg  of  m/s2
m = massa in kg

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de eenheid van zwaartekracht?
A
Gram
B
Pond
C
Newton
D
Kilogram

Slide 14 - Quizvraag

Hoe groot is de zwaartekracht op een fiets van
11,2 kg?

A
0,88 N
B
109,9 N
C
10,99 N
D
1,14 N

Slide 15 - Quizvraag

De zwaartekracht van de meneer is...
A
12,8 N
B
100 N
C
780 N

Slide 16 - Quizvraag

Een tas heeft een gewicht van 120 N. Hoe zwaar is deze tas ongeveer
A
10 kg
B
11 kg
C
12 kg
D
13 kg

Slide 17 - Quizvraag

Welke hefbomen ken je?

Slide 18 - Woordweb

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Op welke plek hoef je de
minste kracht uit te oefenen
om de steen omhoog te krijgen?
A
plek 1
B
plek 2
C
plek 3
D
maakt niets uit

Slide 21 - Quizvraag

Slide 22 - Tekstslide

lengte a en lengte b noem je de arm  L
Lspier en Lwerk en die druk je uit in meter (m)

Als Lspier 3x zo groot is als Lwerk dan is de spierkracht 3x kleiner dan werkkracht 

Slide 23 - Tekstslide

De arm
De 'arm' van de kracht is de afstand tussen de kracht en het draaipunt

Slide 24 - Tekstslide

De arm
'De arm van de kracht is de kortste afstand van het draaipunt tot de 'werklijn' van de kracht'
werklijn

Slide 25 - Tekstslide

Als je iets zwaars wil verplaatsen, moet je dan zorgen voor een lange of korte arm?
A
Lang
B
Kort

Slide 26 - Quizvraag

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 27 - Sleepvraag

Slide 28 - Tekstslide

Waar zit hier het draaipunt? 
En de werkkracht? 
En de spierkracht?
Spierkracht Fspier
Werkkracht Fwerk

Slide 29 - Sleepvraag

spierkracht
werkkracht
arm Lspier

Slide 30 - Tekstslide

Aan de slag!

Maak opgave 3, 4 en 5

Paragraaf 1.1
Blz 8 - 10
Komende toetsen

Inleveren verslag practicum
Woensdag 23 november
Weging 1

Projectweek
Lijmproject
Weging 1

Practicum hefbomen
Woensdag 14 december
Weging 1

Slide 31 - Tekstslide