Grammatica Blok 1 - zinsontleden

Zinsontleden 
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Zinsontleden 

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de allereerste stap als je een zin gaat ontleden?
A
Het onderwerp zoeken
B
De zin in een andere tijd (t.t. of v.t.) zetten.
C
Een vraagzin van de zin maken.
D
De zin in zinsdelen verdelen.

Slide 2 - Quizvraag

Mijn beste vrienden wonen aan de andere kant van de stad.
Wat is het onderwerp?
A
Beste vrienden
B
De stad
C
Mijn beste vrienden
D
De andere kant van de stad

Slide 3 - Quizvraag

Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisteren heeft Tara de dure vaas op de grond laten vallen.
A
Heeft
B
De dure vaas
C
Tara
D
Gisteren

Slide 4 - Quizvraag

Wat is het correcte werkwoordelijk gezegde bij deze zin:
Vorige week heb ik vijf kilometer gewandeld.
A
Heb
B
Heb gewandeld
C
Heb ik gewandeld
D
Vorige week

Slide 5 - Quizvraag

"Morgen heb ik geen huiswerk."
Hoe noemen we het zinsdeel 'Morgen' in deze zin?

Slide 6 - Open vraag

Mevrouw Yemen legt grammatica uit aan haar klas.
Wat is de persoonsvorm? Weest volledig! ;)

Slide 7 - Open vraag

Mevrouw Yemen legt grammatica uit aan haar klas.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 8 - Open vraag

Mijn buurvrouw heeft een hele lieve hond.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Mijn buurvrouw
B
Hond
C
Heeft
D
Een hele lieve hond

Slide 9 - Quizvraag

"Ik heb mijn oude boeken aan mijn jongere broertje gegeven."
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
aan mijn jongere broertje
B
broertje
C
mijn jongere broertje
D
jongere broertje

Slide 10 - Quizvraag

Nu jij!
Maken:
Grammatica Blok 2
Opdracht 1 op blz. 72

Slide 11 - Tekstslide