3tb Grammatica - zinsontleden

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands
1 / 32
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 32 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom bij Nederlands!
Bij Nederlands

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag

  • Nakijken 1 t/m 3 
  • Herhaling zinsdelen 
  • Aan de slag
  • Extra uitleg zinsdelen of stillezen  
  • Evaluatie 

Slide 2 - Tekstslide

Even checken: 
Wat moet je verplicht meenemen voor iedere les:

  • Lesboek Nieuw Nederlands
  • iPad (opgeladen) 
  • Schrift
  • Pen

Slide 3 - Tekstslide

Welkom
Pak je 
 je schrift of een blaadje
en je pen. Log in op deze LessonUp. 

Leg je gemaakte huiswerk klaar op je tafel. 
timer
3:00

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
- Je weet hoe je de pv, ond, lv, mv en bwb kunt benoemen. 
- Je weet hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.   
- Je weet wat een samengestelde zin is en kunt die herkennen. 

Slide 5 - Tekstslide

Zinsontleden 

Slide 6 - Tekstslide

Nakijken 
Opdracht 1 t/m 3 

Slide 7 - Tekstslide

Opdracht zinsdelen
Aan de slag met de opdrachten over pv/wwg, ond, lv, mw, bwb. 

Hierna kun je of stillezen of extra uitleg krijgen. 
timer
15:00

Slide 8 - Tekstslide

Wat wil je nu gaan doen?
Lezen in mijn leesboek
Extra uitleg over zinsdelen via LessonUp

Slide 9 - Poll

Lekker Lezen!


Pak je leesboek en ga lekker lezen!



timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

Wat is het onderwerp van deze zin:
Gisteren heeft Tara de dure vaas op de grond laten vallen.
A
Heeft
B
De dure vaas
C
Tara
D
Gisteren

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het correcte werkwoordelijk gezegde bij deze zin:
Vorige week heb ik vijf kilometer gewandeld.
A
Heb
B
Heb gewandeld
C
Heb ik gewandeld
D
Vorige week

Slide 12 - Quizvraag

Morgen heb ik geen huiswerk.
Hoe noemen we het zinsdeel 'Morgen' in deze zin?

Slide 13 - Open vraag

Mevrouw de Grauw legt grammatica uit aan haar klas.
Wat is de persoonsvorm? Weest volledig! ;)

Slide 14 - Open vraag

Mevrouw de Grauw legt grammatica uit aan haar klas.
Wat is het meewerkend voorwerp?

Slide 15 - Open vraag

Hoeveel weken zit jij al op school?
Wat is het onderwerp van deze zin?
A
School
B
Weken
C
Jij
D
Al op school

Slide 16 - Quizvraag

Mijn buurvrouw heeft een hele lieve hond.
Wat is het lijdend voorwerp?
A
Mijn buurvrouw
B
Hond
C
Heeft
D
Een hele lieve hond

Slide 17 - Quizvraag

Bedenk een vraagzin waarbij de persoonsvorm WEL vooraan in de zin staat

Slide 18 - Open vraag

Ik heb mijn oude boeken aan mijn jongere broertje gegeven.
Wat is het meewerkend voorwerp?
A
aan mijn jongere broertje
B
broertje
C
mijn jongere broertje
D
jongere broertje

Slide 19 - Quizvraag

Elke donderdagavond eten mijn moeder en ik sushi op de bank.
Hoeveel bijwoordelijke bepalingen staan er in deze zin?
A
0
B
1
C
2
D
3

Slide 20 - Quizvraag

Op welke twee manieren kan je de persoonsvorm uit de zin halen?

Slide 21 - Open vraag

Mijn beste vrienden wonen aan de andere kant van de stad.
Wat is het onderwerp?
A
Beste vrienden
B
De stad
C
Mijn beste vrienden
D
De andere kant van de stad

Slide 22 - Quizvraag

Bedenk zelf een zin waarbij de persoonsvorm een meervoudsvorm is.

Slide 23 - Open vraag

Vanmorgen om tien uur is de tweeling tijdens het schaatsen gevallen op de ijsbaan.
Wat is het lijdend voorwerp?

Slide 24 - Open vraag

Waar of niet waar:
Het onderwerp van een zin moet altijd een persoon zijn.

Slide 25 - Open vraag

Wat is de allereerste stap als je een zin gaat ontleden?
A
Het onderwerp zoeken
B
De zin in een andere tijd (t.t. of v.t.) zetten.
C
Een vraagzin van de zin maken.
D
De zin in zinsdelen verdelen.

Slide 26 - Quizvraag

Zet de zin in de verleden tijd zodat de persoonsvorm verandert:
Ik ben echt helemaal klaar met grammatica.

Slide 27 - Open vraag

Verander de zin van enkelvoud naar meervoud:
Door de looproutes in de school kom ik altijd te laat voor geschiedenis.

Slide 28 - Open vraag

Wat?
Cursus 5 Grammatica §3: ZD Samengestelde zinnen op blz 184 en 185. 
Maak opdracht 1 t/m 3 in je schrift en boek. 
Hoe?
Zelfstandig en in stilte. Muziek mag (met oordopjes).
Hulp
De theorie in deze LessonUp en de theorie in je boek.
Tijd
Acht minuten.
Waarom?
Om je voor te bereiden op de toets Zinsdelen. Volgende week 
Klaar?
Lees alvast de theorie van §4 of oefen verder in de trainer.
Huiswerk voor de volgende les
timer
8:00

Slide 29 - Tekstslide

Lesdoel gehaald?
Aan het einde van deze les:       
  • Je weet hoe je de pv, ond, lv, mv en bwb kunt benoemen. 
  • Je weet hoe je een zin in zinsdelen moet verdelen.  
  • Je weet hoe je een samengestelde zin herkent en maakt.                               


Slide 30 - Tekstslide

Lesdoel gehaald?
😒🙁😐🙂😃

Slide 31 - Poll

Huiswerk
H2 - TAALVERZORGING 

Maken opdracht 1 t/m 5 op blz 60/61


Slide 32 - Tekstslide