Ik ken de onderdelen van het oog en ik weet de functie van deze onderdelen.
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Buitenkant van het oog.
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Het Oog
Slide 7 - Tekstslide
Oogspieren
Draaien de ogen in je juiste richting.
Slide 8 - Tekstslide
Werking oog
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Bijziend en verziend
Bij sommige mensen werkt de ooglens niet goed of is de oogbol te lang of te kort. Het beeld (het licht) komt dan niet precies op het netvlies terecht. Iemand ziet dan niet scherp.
Slide 11 - Tekstslide
Iemand die verziend is, kan alles in de verte goed zien. Maar kijkt hij naar iets wat dichtbij is, dan komt het beeld achter het netvlies terecht. Bij een verziend persoon is de ooglens te plat of de oogbol te kort. Een bril met bolle lenzen zorgt ervoor dat het beeld wel precies op het netvlies komt.
Slide 12 - Tekstslide
Iemand die bijziend is, kan alleen dichtbij scherp zien. Kijkt hij in de verte, dan komt het beeld vóór het netvlies terecht. De ooglens is te bol of de oogbol is te lang (te diep).
Bijziendheid kan worden gecorrigeerd met een bril (of contactlenzen) met holle lenzen. Het beeld komt daardoor weer precies op het netvlies.
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Video
Bescherming van het oog
Slide 15 - Tekstslide
Gele vlek en blinde vlek
In de gele vlek zitten heel veel kegeltjes (kleuren).
Rondom de gele vlek zitten vooral staafjes (licht).
Op de blinde vlek zitten geen staafjes of kegeltjes --> hier verlaat de oogzenuw het oog