Vanaf……………….in zee wordt door …………… zand naar het …………meegenomen. Na elke golf blijft een beetje zand liggen.
De ……………. neemt het zand landinwaarts mee totdat het een ………………tegenkomt. Bij een stuk hout of een plantje ontstaat een klein heuveltje zand dat na verloop van tijd meters hoog wordt en een duin vormt.