Een stroomkring is een gesloten elektrisch circuit. Met gesloten wordt bedoeld dat er een weg is waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere.
B
Een stroomkring is een open elektrisch circuit. Met gesloten wordt bedoeld dat er een weg is waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere.
1 / 27
volgende
Slide 1: Quizvraag
In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen.
Onderdelen in deze les
Wat is een stroomkring?
A
Een stroomkring is een gesloten elektrisch circuit. Met gesloten wordt bedoeld dat er een weg is waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere.
B
Een stroomkring is een open elektrisch circuit. Met gesloten wordt bedoeld dat er een weg is waarlangs de elektrische stroom in staat is om vanuit één pool van de bron terug te keren naar de andere.
Slide 1 - Quizvraag
Wat zijn geleiders?
A
Stoffen waar stroom moeilijk doorheen kan lopen
B
Stoffen waar stroom gemakkelijk doorheen kan lopen
Slide 2 - Quizvraag
Welke stoffen geleiden goed? (2 antwoorden zijn goed)
A
Koper
B
Zout (vaste vorm)
C
puur demi water
D
aluminium
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn isolatoren?
A
Stoffen die elektrische stroom niet of heel slecht doorlaten.
B
Stoffen die elektrische stroom gemakkelijk doorlaten.
Slide 4 - Quizvraag
Wat zijn voorbeelden van goede isolatoren? (3 antwoorden goed)
A
rubber
B
glas
C
meeste soorten plastic
D
koper
Slide 5 - Quizvraag
stroommeter
schakelaar
stroomsterkte
met dit appraat kun je meten hoe groot de stroom is
hiermee kun je stroom in- en uitschakelen
dit is de grootte van de stroom en wordt uitgedrukt in Ampere (A)
Slide 6 - Sleepvraag
Welke functie heeft de batterij in de stroomkring?
A
levert elektrische energie
B
is een schakelaar
C
is een isolator
Slide 7 - Quizvraag
Welke functie hebben de draden bij een stroomkring?
A
vervoeren de energie naar de lucht
B
vervoeren de energie naar het lampje
Slide 8 - Quizvraag
Welke functie heeft het lampje in de stroomkring?
A
zet elektrische energie om in watergolven
B
Zet elektrische energie om in warmte en licht
Slide 9 - Quizvraag
Welke onderdelen zijn van isolerend materiaal gemaakt?
A
cijfers 1, 3 en 5
B
cijfers 2,4 en 6
C
cijfers 1,2 en 4
D
cijfers 1, 3 en 6
Slide 10 - Quizvraag
Stoffen die goed geleiden noemen we geleiders. Welke stoffen geleiden goed?
A
lucht
B
hout
C
koolstof
D
goud
Slide 11 - Quizvraag
Wat zijn spanningsbronnen?
A
hout, koper en ijzer
B
batterij, accu en dynamo
Slide 12 - Quizvraag
In welke eenheid wordt spanning gemeten?
A
vaste stof (S)
B
Paardenkracht(PK)
C
Kilometers(KM)
D
Volt(V)
Slide 13 - Quizvraag
hoe wordt een spanningsmeter ook wel genoemd?
A
elektrameter
B
voltmeter
Slide 14 - Quizvraag
Hoeveel spanning geven 2 batterijen samen (serie geschakeld) die 1,5 volt hebben?
A
1,5 volt
B
6 volt
C
4,5 volt
D
3 volt
Slide 15 - Quizvraag
Welke spanning staat er op een stopcontact in huis?
A
230 volt
B
115 volt
C
430 volt
D
90 volt
Slide 16 - Quizvraag
Wat zijn schakelschema's?
A
speciale symbolen bedacht om tekeningen van schakelingen mee te kunnen maken
B
Een handleiding voor als je een elektrisch apparaat gaat bouwen
Slide 17 - Quizvraag
Welke 3 schakelingen zijn er?
A
parallelschakeling
B
stroomschakeling
C
wisselschakeling
D
serieschakeling
Slide 18 - Quizvraag
wat hoort bij een serieschakeling? (meerdere antwoorden goed)
A
geen vertakking, er is maar 1 stroomkring
B
de stroom gaat door alle onderdelen
C
bij doorbranden van een lampje is de stroomkring verbroken = alle lampjes uit
Slide 19 - Quizvraag
Wat hoort bij parallelschakeling? (meerdere antwoorden goed)
A
elke vertakking ( met batterij) is een aparte stroomkring
B
Elk lampje kun je afzonderlijk aan en uit zetten
C
stroom splitst zich niet bij parallelschakeling
Slide 20 - Quizvraag
Wat is vermogen?
A
vermogen geeft aan hoeveel elektrische energie een apparaat p/sec verbruikt
B
vermogen geeft aan hoeveel warmte een apparaat p/min verbruikt
Slide 21 - Quizvraag
Vanaf welke spanning kan dit gevaar voor je eigen opleveren?
A
vanaf > 40 V
B
vanaf 0 - 30 volt (laagspanning)
Slide 22 - Quizvraag
Wat is netspanning?
A
alle elektrische apparaten in huis ( ook degene die niet aanstaan)
B
Alle stopcontacten in huis (230 volt)
Slide 23 - Quizvraag
Wat is een transformator?
A
Een apparaat waarbij je de spanning kunt aanpassen bv van 230 V naar 12 V
B
Een apparaat dat ervoor zorgt dat je spanning meer wordt en je kunt transformators ook aan elkaar koppelen
Slide 24 - Quizvraag
een goede geleider is.............................
Een droge huid............
.............je lichaam. Bij een stroomstoot trekken je spieren samen = schok
...............geleid minder goed dan een natte huid