3.7 Grammatica lange zinsdelen

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 2

Lange zinsdelen

Doelen van deze les

Je herkent zinsdelen

Je weet welke volgorde en vragen je moet gebruiken om ze te vinden

Je raakt niet in de war wanneer een zinsdeel uit veel woorden bestaat.

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

De volgorde die je altijd gebruikt:

1. Onderstreep de PV (maak de zin vragend)

2. Zet zinsdeelstrepen (om alles wat voor PV kan staan)

3. Benoem het WG (alle werkwoorden in de zin)

4. Vind het O (wie/wat + WG)

5. Vind het LV (wie /wat + WG + O)

Ik breng het lange paard naar de wei

1. Breng ik het lange paard naar de wei?

Ik / breng/  het lange paard naar de wei.

2. het lange paard breng ik naar de wei

naar de wei breng ik het lange paard

/Ik / breng/ het lange paard / naar de wei./

3. alle werkwoorden: breng = wg

4. wie/wat breng? Ik =O

5. wie/wat breng ik? het lange paard = LV

dus...

Ik /  breng / het lange paard / naar de wei/

o    WG          LV

        

Lange zinsdelen

vind je op dezelfde manier als korte zinsdelen

voor de PV kan altijd maar één zinsdeel tegelijk staan

het maakt niet uit hoeveel woorden dat zinsdeel bestaat.

bijvoorbeeld

De klas / heeft / vakantie

   O      WG       LV

De gezelligste klas van de school / heeft/ vakantie

                O                                    WG      LV

De gezelligste klas van de school / heeft / een extra lange zomerse vakantie

                         O                           WG             LV

NU maken

grammatica 1 t/m 5 moeten helemaal groen zijn

De sfeer in de les was vandaag

1. goed en plezierig
2. streng en vervelend
3. lawaaiig en onrustig

Ik heb vandaag in de les

1. veel lawaai gemaakt en bijna niet gewerkt
2. alleen filmpjes gekeken
3. vooral gekletst en niet geluisterd
4. Best lekker gewerkt

In de volgende les

1. Gaat het hoop ik weer zo als vandaag
2. Gaat het nóg beter
3. Gedraag ik me lekker vervelend
4. doe ik mijn best er een goede les van te maken

Doelen van deze les

Je herkent zinsdelen

Je weet welke volgorde en vragen je moet gebruiken om ze te vinden

Je raakt niet in de war wanneer een zinsdeel uit veel woorden bestaat.

Al jouw vragen zijn gesteld en beantwoord

zijn de doelen                     gehaald?