Mode en Design les 10 Hoofdstuk 6

MODE en DESIGN





Hoofdstuk 6 stijlen
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mode en Design100Middelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

MODE en DESIGN





Hoofdstuk 6 stijlen

Slide 1 - Tekstslide

verwachtingen 
  • We zijn stil tijdens het werken.
  • je hebt je spullen voor elkaar (boeken, afbeeldingen). We gaan niet lopen naar kluisje onder de les. 
  • Je bent op tijd in de les, ook na de pauze. Anders 3 keer de tijd in halen na schooltijd.

Slide 2 - Tekstslide

Herhalen vorige les.
Noem de 3 kleur contrasten.

Slide 3 - Woordweb

Herhalen vorige les.
Wat is ton-sur-ton?

Slide 4 - Woordweb

Doelstellingen
  • Je weet wat een doelgroep is
  • je kent de verschillende stijlen in mode en interieur
  • je herkent de relatie tussen mode en interieur
  • je kent de verschillen in acceptatie niveau
  • je kent het verschil tussen trends en rages
  • je kent het begrip stijldriehoek en kunt het gebruiken

Slide 5 - Tekstslide

Wie weet nog wat een doelgroep is?

Slide 6 - Woordweb

doelgroep
een groep mensen met 1 of meer dezelfde interesses.

Je kunt mensen bijvoorbeeld indlen op leeftijd, geslacht, interesses en uitgavenpatroon.

Slide 7 - Tekstslide

Stijlen in mode en interieur
In de mode kun je de volgende indeling maken:
  • romantisch type
  • klassiek type
  • casual type
  • decoratief type
  • dramatisch type

Slide 8 - Tekstslide

Romantisch type
veel lichte kleuren
kantjes
bloemetjes
ruches

Slide 9 - Tekstslide

Klassiek type
rokken, colberts, blazers
veel blauw, grijs zwart
gaat niet mee met de mode

Slide 10 - Tekstslide

Casual type
nonchalante kleding stijl, vooral comfort belangrijk
rustige kleuren en materialen


Slide 11 - Tekstslide

decoratief type
veel printjes
veel details
bonte verzameling met kleuren


Slide 12 - Tekstslide

dramatisch type
veel zwart
eigen stijl
gothics en lolita's


Slide 13 - Tekstslide

Romantisch interieur
veel lichte kleuren
kantjes
bloemetjes
ruches

Slide 14 - Tekstslide

Landelijk interieur
veel natuurlijke materialen

Slide 15 - Tekstslide

Klassiek interieur
er wordt gekeken naar de tijd van inrichting van 
dure paleizen en barok
donker hout, ornamenten marmer en glans
donker rood, blauw en groen

brokaat is een stof versierd met grote 
figuren, vaak geweven met extra zilver- of 
gouddraad

Slide 16 - Tekstslide

Industrieel interieur

Slide 17 - Tekstslide

Scandinavisch interieur

Slide 18 - Tekstslide

Bohemian interieur

Slide 19 - Tekstslide

ambachtelijke vormgeving
Door de jaren heen zijn er veel stijlen toegepast, mode verandert natuurlijk ook steeds. Sommige mensen dol op de stijl van vroeger. Er zijn veel antieke en brocante markten en winkels.

Iets is pas antiek als het meer dan 100 jaar oud is en handgemaakt is.

Brocante zijn meer de oude woonaccessoires zoals servies en keukenartikelen die er oud uit zien. Dit kan doordat het veel gebruikt is, maar ook omdat het gerestyled is.

Slide 20 - Tekstslide

Houd jij meer van spullen en stijlen van vroeger of kies je liever voor nieuwe spullen?

Slide 21 - Woordweb

Bedenk een voordeel van nagemaakt antiek ten opzichte van echt antiek.

Slide 22 - Woordweb

Wie weet nog wat de industriële revolutie inhield?

Slide 23 - Woordweb

Industriële revolutie
De industriële revolutie begint met de uitvinding van de stoommachine.
Dat was een revolutie, een grote verandering.
In Nederland kwam dit na 1850 echt op gang. In de tijd van de industriële revolutie werd veel handwerk overgenomen door de machines. Weefgetouwen en spinmachines werden aangedreven door de stoommachines. Veel mensen gingen van het platteland naar de stad om in fabrieken te werken.

Slide 24 - Tekstslide

Industriële revolutie
De wereld werd bereikbaar door stoomtreinen. Mensen gingen de wereld ontdekken. Ook konden door de stoomtrein grondstoffen van de ene plek naar de andere plek vervoerd worden.  
Er kwamen wereld tentoonstellingen waar innovatieve producten uit de hele wereld werden tentoongesteld.

innovatief betekent vernieuwend.

Slide 25 - Tekstslide

Retro en vintage
Retro is de naam voor nieuwe spullen die 
geïnspireerd zijn op het design uit vroegere tijden.

Vintage spullen zijn tweedehands spullen


Slide 26 - Tekstslide

jaren 50 (1946-1959) 

Slide 27 - Tekstslide

jaren 60 (1960-1969) 

Slide 28 - Tekstslide

jaren 70 (1970-1979) 

Slide 29 - Tekstslide

jaren 80 (1980-1989) 

Slide 30 - Tekstslide

jaren 90 (1990-2000) 

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Video

Aan het werk ....
Lees blz. 157 t/m 167
Maak de opdrachten 6.01-6.05 in je papieren boek. Bij opdracht 6.02 gaan jullie een shoplook presentatie maken. Hiervoor moet je je registreren op www.shoplook.io  
Zie werkaart 2 op bladzijde 218
Iets niet af, dan huiswerk.




Slide 33 - Tekstslide