Fictie 3.3. mavo havo 1 Talent 2023

Afspraken:
  • Op je tafel ligt je laptop.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie ben je stil.
  • Tijdens het werken overleg je zachtjes.
  • Je steekt je hand op voor vragen.

1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Afspraken:
  • Op je tafel ligt je laptop.
  • Je telefoon is uit en zit in je tas. Je tas staat op het rek.
  • Je laptop is dicht en gaat pas open als de docent het vraagt.
Regels tijdens de les:
  • Tijdens de instructie ben je stil.
  • Tijdens het werken overleg je zachtjes.
  • Je steekt je hand op voor vragen.

Slide 1 - Tekstslide

Programma
1. Wat gaan we doen?:  vervolg Talent 3.3:
  • Kort herhalen theorie 
  • Nieuwe theorie: tegengesteld tekstverband herkennen

2.  Klassikaal aan de slag 

3. Zelfstandig aan de slag met Talent 3.3.

4. Kort nabespreken en afsluiting van de les



Slide 2 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een tweedeling of een driedeling in een tekst?
Waar gaat deze tekst over? = onderwerp
Tekstopbouw

Slide 3 - Tekstslide

  • Niet altijd een slot. Staat in de laatste alinea nog nieuwe informatie, dan hoort dit bij de kern =                          tweedeling (nieuwsartikel)

  • Het slot is vaak een samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in = driedeling (betoog)
Waar gaat deze tekst over? = onderwerp
Tekstopbouw

Slide 4 - Tekstslide

Alinea's hebben vaak een kernzin. De rest van de alinea is de toelichting

Een tekst bestaat uit hoofdzaken en bijzaken

Hoofdgedachte



Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Tegengesteld tekstverband
Voorbeeld: 
Ik wil stoppen met voetbal, maar mijn ouders zijn het daar niet mee eens. 

Slide 7 - Tekstslide

signaalwoorden: opsomming

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Zelfstandig aan de slag 
  1. Wat: maak oefening 14 en 15 (Lezen 3.3.). 
  2. Hoe:  alleen, zachtjes overleggen mag. 
  3. Tijd: ongeveer 15 minuten.
  4. Klaar?: kijk je gemaakte werk na: wat had je goed, wat misschien nog niet? 
  5. Klaar?: ga verder met oefening 16 t/m 19 
timer
15:00

Slide 10 - Tekstslide

Nabespreken & afsluiting

Nabespreken / Checkvraag

Huiswerk voor donderdag: opdracht 12/13/14/15  afhebben 










Slide 11 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een hoofdgedachte en het onderwerp van de tekst?

Bedenk een zin waarin je een tegengesteld tekstverband gebruikt. Signaalwoorden van tegengesteld tekstverband zijn: maar, echter, toch daarentegen, evenwel.

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Wat is de kernzin?:
Van zwemmen in natuurwater kunt u ziek worden. In natuurwater komen bacteriën, virussen en larven voor. Met name tijdens warm weer kan het aantal bacteriën in natuurwater met weinig stroming snel groeien.

Slide 14 - Open vraag

Hoe is een tweedeling van een tekst opgebouwd?
A
Inleiding, kern, slot
B
inleiding, kern
C
inleiding
D
kern

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn hoofdzaken in een tekst?
A
Wat belangrijk is in een tekst
B
Wat minder belangrijk is in een tekst

Slide 16 - Quizvraag

Waar in de alinea staat de belangrijkste zin (kernzin)?
A
Altijd in het midden
B
Meestal aan het begin, soms in het midden, soms aan het einde
C
Altijd aan het einde
D
Altijd aan het begin

Slide 17 - Quizvraag

Wat vertel je als je kort wilt vertellen waar een tekst over gaat?
A
Hoofdzaken
B
Bijzaken

Slide 18 - Quizvraag

Beschrijft in één woord waar een tekst over gaat
A
onderwerp
B
hoofdzaak
C
bijzaak
D
kernzin

Slide 19 - Quizvraag

Uit welke drie delen is een tekst vaak opgebouwd?

Slide 20 - Open vraag

Tekstopbouw
Inleiding =
Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden. Kort stukje

Kern=
Meer informatie over het onderwerp. Vaak meerdere alinea's en meerdere deelonderwerpen. Het langste deel.

Slot =
Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.


Slide 21 - Tekstslide

Tekstopbouw
= De tekst staat in een logische volgorde.

  • een tweedeling: Inleiding - kern 
  • een driedeling: Inleiding - kern - slot 

Slide 22 - Tekstslide

Tekstopbouw: tweedeling
Inleiding
Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden. Kort stukje tekst.

Kern
Meer informatie over het onderwerp. Vaak meerdere alinea's met deelonderwerpen (tussenkopjes). Het langste deel van de tekst.

Slide 23 - Tekstslide

Tekstopbouw: driedeling
Inleiding
Informatie waaruit je het onderwerp van de tekst kunt afleiden.Kort stukje

Kern
Meer informatie over het onderwerp.Het langste deel.

Slot
Samenvatting of conclusie. Er staat geen nieuwe informatie in.


Betoog

Slide 24 - Tekstslide

Opbouw van een tekst
Teksten bestaan uit hoofdzaken en bijzaken.

Hoofdzaken: belangrijkste informatie over het onderwerp van                                  de tekst.
Bijzaken:         minder belangrijke informatie: een voorbeeld,                                       herhaling of uitleg

Slide 25 - Tekstslide

Tekst oefenblad
  1. Zet jullie namen bovenaan het blad. Lever het blad aan het einde van de les in bij de docent
  2. Wat: klassikaal lezen van de tekst, daarna 5 vragen beantwoorden.
  3. Hoe:  in duo's, zachtjes overleggen.  Antwoorden schrijf je op het blad.
  4. Tijd: ongeveer 10 minuten.
  5. Al eerder klaar?: lees de lesstof van Lezen 3.3 
  6. Na 10 minuten: klassikaal nabespreken
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Herhaling theorie
  • Inleiding, kern en slot
  • Driedeling of tweedeling van een tekst
  • Alinea: kernzin en toelichting
  • Tekst: hoofd- en bijzaken
  • Hoofdgedachte
  • Tegengesteld tekstverband

Slide 27 - Tekstslide