/8.3.4 Gebroken ketenen 27/2 en 1/3

1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat weet jij over de industriële evolutie?

Slide 2 - Woordweb

4

Slide 3 - Video

Zet de begrippen bij de juiste periode (vóór de industriële revolutie of industriële revolutie)?
Industriële revolutie
vóór de industriële revolutie
fabrieken
huisnijverheid
landbouw
stoommachine
slechte werkomstandigheden
stad
platteland

Slide 4 - Sleepvraag


Wat is de industriële revolutie? 
A
Van machines naar handwerk
B
Van handwerk naar machines

Slide 5 - Quizvraag

Een gevolg van de industriële revolutie was...
A
Slechtere woningen voor arbeiders
B
Betere woningen voor arbeiders
C
Arbeiders kregen meer betaald
D
Het verschil tussen arm en rijk werd kleiner

Slide 6 - Quizvraag


De industriële revolutie: 
A
Industriële revolutie: van machines naar handwerk ontstond in Frankrijk rond 1800
B
Industriële revolutie: van handwerk naar machines ontstond in Groot-Brittanie rond 1800
C
Industriële revolutie: van handwerk naar machine ontstond in Frankrijk rond 1800
D
Industriële revolutie: van handwerk naar machines ontstond in Frankrijk rond 1900

Slide 7 - Quizvraag

Door de industriële revolutie kregen veel mensen werk in fabrieken en de steden groeiden flink. Er ontstond een industriële samenleving. Welke 2 begrippen passen het beste bij de groei van steden?
beroepsbevolking
huisnijverheid
industriesector
industrie
verstedelijking
urbanisatie

Slide 8 - Sleepvraag

Sleep de zinnen naar het goede vak: Past wel of niet bij de Industriele Revolutie.
Past wel bij de Industriele
Revolutie
Past niet bij de Industriele Revolutie
kolen als energiebron
VOC
Verandering in transport van goederen

Mensen trekken van platteland naar de stad.
Verandering in ziekenverzorging

Slide 9 - Sleepvraag

Deze les gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 10 - Quizvraag

Wat is de industriële revolutie?
A
De overgang van jagen en verzamelen naar de landbouw
B
De trek van het platteland naar de stad
C
De overgang van werken met de hand naar werken met machines
D
Grote groepen arbeiders die in fabrieken werken.

Slide 11 - Quizvraag

Wat was de industriële revolutie?
A
Werk werd meer met de hand gedaan en minder met machines.
B
Er kwam een oorlog tussen fabrikanten.
C
Er kwamen minder fabrieken.
D
Werk werd meer met machines gedaan en minder met de hand.

Slide 12 - Quizvraag

Deze les gaat over de industriële revolutie.

Wanneer was de industriële revolutie?
A
In de 18e eeuw
B
In de 19e eeuw
C
In de 20e eeuw
D
In de 21e eeuw

Slide 13 - Quizvraag

Voor de industriële revolutie
Na de Industriële Revolutie
auto
fiets
boot
paard 
vliegtuig
tram
koets
wandelen

Slide 14 - Sleepvraag

Slide 15 - Video

Wat is het gevolg van kinderarbeid?
A
Kinderen gaan niet naar school
B
Ouders zijn blij
C
Kinderen zijn blij

Slide 16 - Quizvraag

Kinderarbeid was in de 19e eeuw niet gewoon.
A
juist
B
onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Waarom bestaat er kinderarbeid?
A
Hierdoor leren kinderen om te werken
B
hierdoor kunnen de producten goedkoop worden gemaakt

Slide 18 - Quizvraag

Slide 19 - Video

Wie waren tegen kinderarbeid?
A
Eigenaren van de fabriek
B
kinderen zelf
C
ouders van kinderen
D
politici die er regels tegen maakten

Slide 20 - Quizvraag

kinderarbeid werd laat afgeschaft, waarom?
A
Er was geen leerplicht
B
Kinderen wilden zelf werken
C
ouders wilden het niet
D
er was geen kinderarbeid

Slide 21 - Quizvraag

Waarom was er kinderarbeid?
A
De kinderen waren veel sterker dan nu en konden best werken.
B
De kinderen hadden niets te doen.
C
Kinderen moesten hun eigen schoolgeld betalen.
D
De kinderen moesten ook geld verdienen anders had een gezin te weinig.

Slide 22 - Quizvraag

Komt kinderarbeid nog steeds voor?
A
ja alleen in arme landen waar geen leerplicht is
B
nee nergens mag het meer
C
ja overal in de wereld
D
nee alleen om mars

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Video

Wat betekent Keti-Koti?
A
Eind van de slavernij
B
Einde aan de Slavenhandel
C
Verbroken ketenen [kettingen/boeien]
D
Gebroken Abolitionistme

Slide 25 - Quizvraag

Vier jij Keti-Koti?
Ja!
Nee
Soms. Ik ben er wel eens geweest

Slide 26 - Poll

Nederland
In 1860
Keti Koti
Bevrijdingsfeest om de afschaffing van de slavernij te herdenken.

Ketenen gebroken
Welk land was één van de laatste landen die Slavernij verbood?
Wanneer werd de slavernij in Nederlands-Indië afgeschaft?
Wat viert Nederland op 1 juli?
Wat viert Nederland op 1 juli?
Wat betekent Keti Koti in het Surinaams?

Slide 27 - Sleepvraag

Paspoort21
8.3.4


Slide 28 - Tekstslide