Je kunt chemische berekeningen maken aan de hand van een reactievergelijking met Mol en massa door gebruik te maken van het periodiek systeem.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3
In deze les zitten 10 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 30 min
Onderdelen in deze les
Leerdoelen
Je kunt chemische berekeningen maken aan de hand van een reactievergelijking met Mol en massa door gebruik te maken van het periodiek systeem.
Slide 1 - Tekstslide
Hoe kan je het aantal mol uitrekenen?
Slide 2 - Woordweb
Slide 3 - Tekstslide
van massa naar mol
massa = mol x M
Controleer altijd de eenheden
Slide 4 - Tekstslide
Controle vraag
Controleer altijd de eenheden en schrijf ze op!
Slide 5 - Tekstslide
Van Mol naar gram
Hoeveel gram weegt 1 Mol H₂O ?
Bereken de molecuul massa van H₂O
Schrijf alle atoommassa's op van de aanwezige elementen. H = 1,008u x 2 = 2,016 u en O = 16,00 u 1 mol H₂O weegt dus 2,016 u + 16,00 u = 18,016 u = 18,016 gram/Mol
Slide 6 - Tekstslide
Ik heb 12 gram water? Hoeveel mol is dat?
A
18,015 Mol
B
0,67 Mol
C
12 Mol
D
216,18 Mol
Slide 7 - Quizvraag
Hoeveel gram is:
1,2 mol zuurstof
2,7 mol kaliumfluoride
1,22 mol I₂
3,05 ∙ 10ˉ⁴ mol ammoniak
Slide 8 - Tekstslide
Hoeveel weegt 2 mol suiker?
2 mol:
C12H22O11
12⋅12+22⋅1+11⋅16=342g/mol
342⋅2=684gram
Slide 9 - Tekstslide
Bij de reactie tussen magnesium en zuurstof ontstaat een reactieproduct: magnesiumoxide, MgO(s). Men mengt 142 g magnesium hoeveel gram magnesiumoxide wordt er gevormd?