Jij als dienstverlener: 4 Gedrag en zelfbeeld

Iedereen accepteert me zoals ik ben
Nou ik nog ..... 
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Iedereen accepteert me zoals ik ben
Nou ik nog ..... 

Slide 1 - Tekstslide

Inleiding
Iedereen is anders. Anders in herkomst, anders in uiterlijk en ook anders in gedrag. Gedrag is alles wat mensen doen en wat een ander kan waarnemen. Denk aan lopen, zitten, slapen, praten, lachen enzovoort. Gedrag kun je zien of horen. Het is waarneembaar.

Slide 2 - Tekstslide

Aangeboren of aangeleerd
Een deel van je gedrag is aangeboren, het grootste deel is aangeleerd. Gelukkig kunnen wij als mensen invloed uitoefenen op een belangrijk deel van ons gedrag.

Slide 3 - Tekstslide

Aangeboren
Vanaf je geboorte heb je een natuurlijke aanleg. Je wordt geboren met bepaalde talenten en karaktereigenschappen. Die bepalen voor een deel hoe je je gedraagt. Het hangt er natuurlijk wel vanaf hoe je die talenten en eigenschappen ontwikkelt. Heb je aanleg voor muziek, dan kun je dat talent ontwikkelen door op muziekles te gaan. Doe je dat niet, dan ontwikkelt je talent zich niet.

Slide 4 - Tekstslide

Aangeleerd
Veel van ons gedrag is aangeleerd. Denk maar eens aan wat je als kind allemaal moet leren. Je leert lopen, fietsen, lezen. Maar je leert ook hoe je met mensen omgaat. Je leert van de mensen om je heen, je familie, je vrienden je leraren en later van je collega’s.

Slide 5 - Tekstslide

Eigen invloed
Je hebt zelf gelukkig ook invloed op hoe je je gedraagt. Dat doe je door keuzes te maken. Vind jij het gedrag van een vriend of vriendin niet beleefd? Dan kun jij ervoor kiezen om je anders te gedragen. Je leert ook van je eigen fouten. Deed je iets verkeerd? Dan kun je je een volgende keer anders gedragen.

Slide 6 - Tekstslide

Normen en Waarden
- Normen kun je zien als richtlijnen voor je gedrag. Het zijn opvattingen hoe je je wel of niet moet gedragen in bepaalde situaties. Als je denkt ‘zo hoort het’, dan heb je het over een norm.
- Waarden zijn ‘groter’ dan normen. Normen zijn namelijk gebaseerd op waarden. Een waarde bestaat vaak maar uit één woord. Bijvoorbeeld: eerlijkheid, respect, vertrouwen of dienstbaarheid. De waarden die jij belangrijk vindt, bepalen hoe je je gedraagt.

Slide 7 - Tekstslide

Voorbeeld
Een waarde is om respect te hebben voor oudere mensen. Als er in de bus geen plaats meer is voor een ouder iemand, dan sta je als jonger persoon op. Dat is een norm die we kennen in Nederland die voortkomt uit de waarde ‘respect’.

Slide 8 - Tekstslide

Sta jij op voor ouderen en zwangere vrouwen?
JA
NEE

Slide 9 - Poll

Afwijkend gedrag
Als iemand zich niet houdt aan de normen en waarden van een groep, dan spreek je van afwijkend gedrag. Gedrag heeft altijd een oorzaak. Iemand die uit een andere cultuur komt is misschien niet gewend om bij een begroeting een hand te geven. In Nederland is het de norm om dat wel te doen. In zo’n geval kun je het beste aan je leidinggevende vragen hoe je hier het beste mee om kunt gaan.

Slide 10 - Tekstslide

Afwijkend gedrag
Bij sommige vormen van afwijkend gedrag is het direct duidelijk dat jij dit als dienstverlener niet kunt accepteren. Je grijpt in bij gedrag dat:
- gevaar oplevert voor jezelf of anderen;
- ingaat tegen algemeen geaccepteerde regels;
- ingaat tegen de regels van de organisatie waarvoor je werkt;
- jouw persoonlijke grenzen overschrijdt.




Slide 11 - Tekstslide

Voorbeelden van gedrag dat je niet kunt accepteren
en waarbij het nodig is om op te treden:

Slide 12 - Woordweb

Zelfbeeld
Mensen met een goed zelfbeeld kennen zichzelf. Ze hebben zelfkennis. Om je werk als dienstverlener goed te kunnen doen, is het belangrijk dat je leert om naar jezelf te kijken. Als je jezelf niet kent is het werken met mensen lastig. Je zoekt dan gemakkelijk de fout bij de ander. Je hebt niet in de gaten dat je eigen gedrag weleens anders kan overkomen dan je bedoeling was en dat het dus belangrijk is om naar je eigen gedrag te kijken.

Slide 13 - Tekstslide

Kijken naar jezelf
Om een goed beeld van jezelf te krijgen is het belangrijk om regelmatig de tijd te nemen om naar jezelf te kijken. Voor een goed zelfbeeld is het nodig om:

- je goede eigenschappen te kennen;
- je minder goede eigenschappen te kennen;
- te weten hoe je op anderen overkomt;
- te weten wat je belangrijk vindt.



Slide 14 - Tekstslide

Ideaal zelfbeeld
Veel mensen hebben een idee van hoe ze graag zouden willen zijn. Dat noem je het ideaal zelfbeeld. Meestal zijn je zelfbeeld en het ideaal zelfbeeld niet helemaal hetzelfde. Er zijn vast wel dingen waar je minder tevreden over bent. Sommige dingen kun je zelf veranderen. Er zijn ook zaken (denk aan lichamelijke kenmerken) die je moeilijk of niet kunt veranderen. Die zal je moeten leren accepteren.

Slide 15 - Tekstslide

Je zelfbeeld verandert
Omdat je steeds verandert, moet je ook steeds je zelfbeeld bijstellen. Veranderen gaat geleidelijk. Soms merk je niet eens dat je verandert. Daarom is het goed om zo nu en dan opnieuw naar jezelf te kijken.

Slide 16 - Tekstslide

Werken aan jezelf
Je hebt misschien een mening over collega’s en hoe ze zouden moeten veranderen, zodat het werk beter verloopt. Dat je ook iets aan jezelf moet veranderen, is veel lastiger om te zien. De kunst is om aan jezelf te werken door je af te vragen: ‘Hoe kan ik zelf bijdragen aan een betere werksituatie?’

Als je een goed zelfbeeld hebt, weet je waaraan je kunt werken om een nog betere dienstverlener te worden.
Het helpt om aan het eind van de dag terug te kijken. Bedenk wat er goed is gegaan en waar je minder tevreden over bent. Bedenk ook hoe jij invloed kunt uitoefenen op je gedrag. Wat kun je in het vervolg anders doen.
Open staan voor kritiek is belangrijk om aan jezelf te werken. Als je kritiek van anderen ziet als een kans om dingen te leren, dan kun je er gemakkelijker mee omgaan.


Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide