In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Gedrag en zelfbeeld
Jij als dienstverlener (oranje boek)
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
De student begrijpt aan het einde van de les wat de begrippen gedrag, zelfbeeld normen en waarden betekenen.
De student heeft door middel van de verwerkingsopdracht gekeken naar eigen normen en waarden en normen en waarden in de praktijk
Slide 2 - Tekstslide
Waar denk je aan bij gedrag en zelfbeeld?
Slide 3 - Open vraag
Is gedrag aangeleerd of aangeboren?
Aangeleerd
Aangeboren
Slide 4 - Poll
Normen en waarden
Slide 5 - Woordweb
Wat is het verschil tussen normen en waarden?
A
Normen zijn richtlijnen, waarden is wat je zelf belangrijk vindt
B
Normen is wat je zelf belangrijk vindt en waarden zijn richtlijnen
C
Normen en waarden zijn hetzelfde
Slide 6 - Quizvraag
Normen en waarden
Normen
Richtlijnen voor je gedrag. Opvatting over hoe je je wel of niet moet gedragen in bepaalde situaties. Als je denkt ''zo hoort het'' dan heb je het over een norm. Normen zijn gebaseerd op waarden
Waarden
Waarden die jij belangrijk vindt, bepalen hoe jij je gedraagt. Een waarde bestaat vaak maar uit één woord. Bijvoorbeeld: eerlijkheid, respect.
Slide 7 - Tekstslide
Normen
Waarden
Normen of waarden? Sleep naar normen of waarden.
Geduld
Iemand uitlachen is niet leuk.
Als je iets ergens van vindt, mag je dit zeggen
In de rij netjes wachten totdat je aan de beurt bent.
Vriendelijkheid
Vrijheid
Gelijkheid
Slide 8 - Sleepvraag
Afwijkende norm
Als iemand zich niet houdt aan de normen en waarden van de groep. (bijv. door andere cultuur)
Slide 9 - Tekstslide
Afwijkend gedrag
Gedrag dat afwijkt van de normen
Slide 10 - Tekstslide
Wanneer grijp je in?
Ik grijp in!
Ik grijp niet in
Gedrag levert gevaar op voor jezelf of anderen
Gedrag overschrijdt jouw persoonlijke grenzen
Iemand met dementie heeft je uitgescholden
Brutaal zijn, onbeleefd zijn
Gedrag gaat in tegen de regels van de organisatie waar je voor werkt
Een bewoner schenkt koffie in voor een ander
Slide 11 - Sleepvraag
Je zelfbeeld
Fysiek en mentaal.
Grenzen bij een laag zelfbeeld.
Het gebruik van het woord "normaal".
Slide 12 - Tekstslide
Zelfbeeld = Zelfkennis
Ken je goede eigenschappen
Ken je minder goede eigenschappen
Hoe kom je op anderen over? (non-verbaal)
Wat is belangrijk voor jou? (normen en waarden)
Slide 13 - Tekstslide
Ideaal zelfbeeld
-Zelfbeeld bestaat uit 3 delen
1 niet ideaal/ 2 werkelijk/ 3 ideaal
-minder tevreden over... -tevreden over
-leren accepteren
Je zelfbeeld verandert in tijd
Slide 14 - Tekstslide
Aan de slag!
Maak de opdracht ''Gedrag en Zelfbeeld'' op ELO. (Telt mee voor meetmoment 3)