In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Programma
Herhaling paragraaf 3.1
Huiswerk 3.1
Uitleg en maken paragraaf 3.2
Slide 1 - Tekstslide
Hoe boller de curve van een Lorenzcurve hoe groter de
A
Inkomensgelijkheid
B
Inkomensongelijkheid
C
bevolking
D
bevolkingstoename
Slide 2 - Quizvraag
Welke 2 bronnen van inkomen zijn er en geef van elk een paar voorbeelden.
Slide 3 - Open vraag
Wat laat de lorenzcurve zien?
A
Het aantal inwoners in een land
B
Het BNP per inwoner in een land
C
De inkomensverdeling in een land
D
De welvaart van een land
Slide 4 - Quizvraag
Wat is modaal inkomen?
A
Dit is het meest voorkomende inkomen
B
Dit is het gemiddelde inkomen
C
Dit is het laagste inkomen
D
Dit is het hoogste inkomen
Slide 5 - Quizvraag
Lorenzcurve Nigeria: zijn de inkomens gelijk verdeeld?
A
Ja
B
Nee
Slide 6 - Quizvraag
A
Het modale inkomen is het laagte: 23.000
B
Het modale inkomen is het meest voorkomende: 30.000
C
Het modale inkomen is het gemiddelde
D
het modale inkomen is het hoogst: 50.000
Slide 7 - Quizvraag
Geld over en te kort
2. Inkomens zonder tegenprestatie
Slide 8 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke soorten overdrachtsinkomen door de overheid worden betaald
Ik kan voorbeelden geven van tegemoetkomingen
Ik kan voorbeelden noemen van toeslagen
Ik kan voorbeelden geven van uitkeringen
Slide 9 - Tekstslide
Inkomen
Soorten inkomsten
Inkomen met tegenprestatie - inkomen uit arbeid - inkomen uit bezit
Inkomen zonder tegenprestatie - overdrachtsinkomens
Slide 10 - Tekstslide
Overdrachtsinkomsten
Kinderbijslag
Kinderen kosten veel geld (gemiddeld een huis per kind)
Voor kinderen tot maximaal 18 jaar.
Ouders/verzorgers krijgen elk kwartaal kindergeld ongeacht hun inkomen.
Betaald met belastinggeld
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Overdrachtsinkomsten
STUDIEFINANCIERING
Voor scholieren en studenten vanaf 18 jaar.
Basisbeurs voor iedereen
Aanvullende beurs bij laag loon ouders
Slide 13 - Tekstslide
Overdrachtsinkomsten
Huurtoeslag
Iedereen heeft recht op eenvoudig onderdak.
Alleen als een te groot deel van je inkomen naar huur gaat.
Betaald met belastinggeld
Slide 14 - Tekstslide
Overdrachtsinkomsten
Zorgtoeslag
Zorgverzekering is verplicht. Hiervoor betaal je een premie.
Wie een laag inkomen heeft, heeft recht op een tegemoetkoming; de zorgtoeslag
Slide 15 - Tekstslide
Overdrachtsinkomsten
Bijstandsuitkering
Iedereen heeft recht op het sociaal minimum.
Dit is het inkomen waarvan je moet kunnen leven.
Een alleenstaande zonder kinderen heeft minder nodig dan een alleenstaande met kinderen.
De bijstand is een uitkering voor mensen onder het sociaal minimum. Je mag dan niet te veel spaargeld hebben en bent verplicht om regelmatig te solliciteren.
Slide 16 - Tekstslide
Leerdoelen
Ik kan uitleggen welke soorten overdrachtsinkomen door de overheid worden betaald
Ik kan voorbeelden geven van tegemoetkomingen
Ik kan voorbeelden noemen van toeslagen
Ik kan voorbeelden geven van uitkeringen
Slide 17 - Tekstslide
Huiswerk
Maken paragraaf 3.2
Voor het eind van het 2e lesuur minimaal af, 3.1 en huiswerk voor donderdag is 3.2!