spelling 4.9: voltooid deelwoord

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

spelling 4.9 

Lesdoel

Ik herken het voltooid deelwoord (vd)

Ik weet hoe ik het voltooid deelwoord moet vervoegen.

Ik (zijn) (verhuizen).
Neem de zin over en schrijf de
woorden tussen haakjes in de verleden tijd.

'Ik heb een taart voor mijn moeders verjaardag gemaakt.'
Wat is het voltooid deelwoord?

1. heb gemaakt
2. heb
3. gemaakt

Waaraan herken je het voltooid deelwoord?

 of ik-vorm

stam= belov

ik-vorm= beloof

 of ik-vorm+t

infinitief

Filmpje Talent

Maak aantekeningen !

Ezelbruggetje VD

Gebruik voor het voltooid deelwoord ook 

'T eX KoFSCHiP

1. Neem de stam

2. Zit de laatste letter in 'T eX KoFSCHiP?

Dan eindigt het VD met een T

3. Zo niet, dan eindigt het met een D

Let op: sterke werkwoorden vervoeg je net zo, maar soms eindigt
het VD van een sterk werkwoord op -en- (gespannen, verloren)

Lastige vormen

Het gebeurt.  (pv-tt)

Het is gebeurd. (vd)

Hij vertelt.

Hij heeft verteld.

Men zegt dat het niet ......
(gebeuren tt).

Men zegt dat het niet  ...... (gebeuren).

trucje

kijk het de persoonsvorm is:

ja----dan gebeurt

nee------dan gebeurd

Men zei dat het niet gebeurde

Het is de persoonsvorm

Dus: Men zegt dat het niet gebeurt.

In de tent naast ons werd de hele nacht _____. (snurken)

Luuk heeft de bal _____. (vangen)

Fleur is over een stoeptegel _____!(struikelen)

En dan nu

Maken uit 4.9 opdracht: 1 t/m 4