Parler Chapitre 1-2-3-5 exercices

On va parler:
Chapitre 1-2-3-5
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 27 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

On va parler:
Chapitre 1-2-3-5

Slide 1 - Tekstslide

Spreekvaardigheid
Oefenen voor de mondelinge toets

Slide 2 - Tekstslide

Theme: Décrire les personnes

Slide 3 - Tekstslide

Het uiterlijk
J'ai les cheveux bruns 
J'ai les yeux bleus

Slide 4 - Tekstslide

Les cheveux
blonds = blond
bruns = bruin
roux = rood
noirs = zwart

Slide 5 - Tekstslide

Les yeux
bleus = blauw
verts = groen
marron = bruin
gris = grijs


Slide 6 - Tekstslide

Nu Jullie! 
J'ai les yeux ......
J'ai les cheveux ........

Slide 7 - Tekstslide

Nu Jullie! 
Mon frère a les yeux ......
Mon frère a les cheveux ........
Ma soeur a les yeux...
Ma soeur a les cheveux...

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Je krijgt een opdracht!
Dit ben jij!
Situatie
Je bent op vakantie op een camping in Grenoble. Bij de toiletten ontmoet je een jongen/meisje van ongeveer jouw leeftijd. Je begint een gesprek met hem/haar.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Belangrijk:
- Wat zeg je: de betekenis van de zin
- Hoe zeg je het: intonatie  --> vraag of zeg je iets?
- Uitspraak : check de regels die je geleerd hebt.

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Video

Oefenen!
1) praten in tweetallen
2) stel om de beurt een vraag. Start met een vraag uit chapitre 1, daarna chapitre 2, dan chapitre 3 en tenslotte chapitre 5.

Let op: uit chapitre 5 stel je tenminste drie vragen., van chapitre 3 stel je tenminste 2 vragen en chapitre 2 en 1 allebei 1 vraag.


Slide 21 - Tekstslide

1. Groet en vraag  hoe hij/zij heet
2. Vraag waar hij/zij woont.
3. Vraag hoe oud hij/ zij is.

4. Geef antwoord op de vraag en vraag hoe oud hij/zij is.
5. Geef antwoord op de vraag en vraag of hij/zij een zus of een broer heeft.
6. 
7.

1. Groet terug en geef antwoord op de vraag.
2. Vertel waar je woont.
3. Geef antwoord op de vraag en vraag hoe hij/zij heet.
4. Vertel hoe oud je bent en vraag waar hij/zij woont.

5. Geef antwoord op de vraag en zeg ook hoe oud hij/zij is of ze zijn.
6. Beantwoord de vraag.
7. Geef je telefoonnummer.
8. Reageer op het bedankje en sluit af.


Slide 22 - Tekstslide

Klaar?
Je gaat jullie gesprek filmen. Een stelt de vragen, de ander geeft antwoord. Doe dit met 2 tweetallen (ene filmt, andere doet het gesprek).
Denk om de uitspraak.
Je filmpje maak je buiten op het schoolterrein (NIET van het terrein af)
Aan het einde van de les stuur je je filmpje aan mij!

Slide 23 - Tekstslide

Rollenspel 02
oefenen!

Slide 24 - Tekstslide

1. Groet.
2. Vraag hoe oud hij/zij  is.
3. Vraag hoe hij /zij heet.

4. Geef antwoord op de vraag en vraag in welke klas hij/zij zit.
5. Geef antwoord op de vraag en vraag welk lievelingsvak hij/zij heeft.
6. Vraag wie de leraar is voor wiskunde.

7. Geef antwoord op de vraag. .
8. Zeg dat de pauze om 11:15 uur begint. Bedank en sluit het gesprek af.

1. Groet terug.
2. Beantwoord de vraag.
3. Geef antwoord op de vraag en vraag hoe hij/zij heet.
4. Vertel in welke klas je zit en vraag in welke klas hij/zij zit.
5. Geef antwoord op de vraag en zeg ook wie de leraar is.
6. Vertel wie de leraar wiskunde is. Vraag wat haar/zijn lievelingsvak is.
7. Vraag hoe laat de pauze begint.
8. Reageer op het bedankje en sluit af.

Slide 25 - Tekstslide

Uitspraak oefenen
Chapitre 2

Slide 26 - Tekstslide

Uitspraak oefenen
Chapitre 3

Slide 27 - Tekstslide