In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.
Lesduur is: 50 min
Onderdelen in deze les
§1.3 Nederland en de revolutie
De tijd van pruiken en revoluties
Slide 1 - Tekstslide
§1.3
Nederland
A
Ontevreden burgers
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarom mensen in de Republiek ontevreden waren.
Begrippen:
Patriotten
B
Grote veranderingen
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de patriotten veranderden in de Republiek.
Begrippen:
Grondrechten
Grondwet
C
De eerste koning
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Nederland een koning kreeg.
Begrippen:
-
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
§1.3
A
Ontevreden burgers
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarom mensen in de Republiek ontevreden waren.
Begrippen:
Patriotten
Rond 1780: Nederland heette de Republiek. Onder leiding van regenten (bestuurders van het land).
Het ging slecht met de economie van de Republiek > burgers werden ontevreden. Deze ontevreden burgers heten patriotten.Patriotten waren boos op de regenten en de stadhouder, omdat zij te weinig deden om de economie te verbeteren.
> Doel Patriotten: inspraak in het bestuur!
1786: de patriotten namen in bepaalde steden van de Republiek de macht over > deze opstand mislukte > patriotten vluchtten naar Frankrijk.
Nederland
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Video
Begrippen:
stadhouder: leider van het leger en de politiek. je kon hem bijna een koning noemen.
regent: belangrijkste bestuurder van een provincie die luistert naar de stadhouder.
Beide hebben vaak adellijk bloed.
Slide 6 - Tekstslide
Aan de slag:
Lezen: bladzijde 22
Maken: 1 t/m 6 op pagina 23
Klaar? Lees: pagina 24 en maak opdracht 7 t/m 9.
Slide 7 - Tekstslide
§1.3
A
Ontevreden burgers
Leerdoel:
Je kan uitleggen waarom mensen in de Republiek ontevreden waren.
Begrippen:
Maria van Pruisen
Stadhouder
De opstand van de Patriotten mislukte. Dit kwam door de koning van Pruisen (gebied in Duitsland). Hij was de broer van Wilhelmina van Pruisen, de vrouw van stadhouder Willem V.
De koning van Pruisen stuurde een leger naar de Republiek dat de opstand neersloeg. Veel Patriotten vluchtten naar Frankrijk.
Nederland
Slide 8 - Tekstslide
quiz.ntr.nl
Slide 9 - Link
Aan de slag:
Maken opdracht 10 t/m 15 op pagina 24 en 25.
Slide 10 - Tekstslide
Waar vluchtten de Patriotten in 1787 naartoe?
Sleep de Patriotten naar het juiste land!
Patriotten
Slide 11 - Sleepvraag
Wat was het doel van de Patriotten?
Slide 12 - Open vraag
Waarom mislukte het plan van de patriotten en moesten zij naar Frankrijk vluchtten?
Slide 13 - Open vraag
§1.3
B
Grote veranderingen
Leerdoel:
Je kan uitleggen wat de patriotten veranderden in de Republiek.
Begrippen:
Grondrechten
Grondwet
1795: het lukt de patriotten om de macht in de Republiek over te nemen, door de hulp van Franse soldaten. > Vanaf dit moment heet Nederland: de Bataafse Republiek.
Wat ging er veranderen in de Republiek? 1. Nieuw bestuur: Een groot deel van de volwassen mannen mocht stemmen.
2. Overal dezelfde wetten.
3. Alle burgers kregen dezelfde grondrechten. Dit zijn wetten die voor iedereen gelden.
4. Er kwam een grondwet. Dat is een wet waarin de belangrijkste afspraken over het bestuur en de grondrechten staan. Iedereen moest zich hieraan houden.
Nederland
Slide 14 - Tekstslide
§1.3
C
De eerste koning
Leerdoel:
Je kan uitleggen hoe Nederland een koning kreeg.
Begrippen:
1806 en 1813
1806: einde van de Bataafse Republiek. Frankrijk nam de macht over onder leiding van Napoleon. In 1815 werd Napoleon verslagen, tijdens de Slag bij Waterloo (België).
1813: er kwam een nieuw bestuur in Nederland: er kwam een koning aan het hoofd, namelijk: Willem I. Vanaf dit moment was Nederland geen republiek meer. Maar een Koninkrijk: land met Koning!
Nederland
Slide 15 - Tekstslide
Slide 16 - Video
Wie was de eerste koning van Nederland?
A
Willem III
B
Willem I
C
Willem II
D
Koningin Beatrix
Slide 17 - Quizvraag
Wat is een grondrecht?
Slide 18 - Open vraag
Leg uit wat de 'Bataafse Republiek' was.
Slide 19 - Open vraag
Wat is een grondwet?
Slide 20 - Open vraag
Aan de slag!
§1.3
Tekst A, opdrachten 8, 9, 10, 12, 15
Tekst B, opdrachten 16, 17, 20, 22
Tekst C, opdrachten 24, 26, 28, 30, 31
Opdracht 8 t/m 15 maak je om uit te kunnen leggen waarom boeren/burgers ontevreden waren
Opdracht 16 t/m 22 maak je om uit te kunnen leggen hoe de Franse Revolutie begon
Opdrachten 24 t/m 31 maak je om uit te kunnen leggen wat er veranderde door de revolutie
Stoplicht rood: alleen werken in stilte
Stoplicht oranje: docent vragen stellen
Stoplicht groen: overleggen
Ben je klaar, dan kan je bezig gaan met
opdracht 33 t/m 39
We gaan straks een aantal opdrachten klassikaal bespreken
Lees eerst de leertekst.
Lees daarna de vraag en probeer het antwoord zo volledig mogelijk op te schrijven