Tekstanalyse

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1-3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Stap 1: verwachtingen
Ik liep door het park en ik zag een bank. Dat kwam goed uit.

Slide 3 - Tekstslide

Ik liep door het park en ik zag een bank. Dat kwam goed uit.

Slide 4 - Open vraag

Stap 1: verwachtingen

Ik liep door het park en ik zag een bank. Dat kwam goed uit.

Ik moest nog pinnen.

Slide 5 - Tekstslide

Stap 1: verwachtingen

Ik liep door het park en ik zag een bank. Dat kwam goed uit.

Ik was moe.

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Waar zal de tekst over gaan?

Slide 15 - Open vraag

Orkaan Maria groeit op weg naar Puerto Rico verder in kracht
Dit was de titel van het nieuwsbericht.

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte?
A
Het programma van Ad begint om half acht. Dan staat hij op en eet hij een boterham.
B
Om half twaalf gaan alle gevangenen terug naar hun cel.
C
Niet alle gevangenen hebben hetzelfde dagprogramma.
D
Iedereen van zijn werkzaal begint op dat moment en ze werken door tot half twaalf.

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Wat is de hoofdgedachte?
A
Je kunt allergische reacties op de huismijtpoep voor een deel voorkomen, door regelmatig je beddengoed te vervangen en vaak je slaapkamerraam open te zetten.
B
De meeste mensen die allergisch zijn, hebben last van een neusallergie.
C
Eigenlijk ben je niet allergisch voor de huisstofmijt zelf, maar voor hun poep!
D
Een huisstofmijt is zo klein dat je hem met het blote oog niet eens kunt zien.

Slide 23 - Quizvraag

Slide 24 - Tekstslide

Wat is het doel van een column?

Slide 25 - Open vraag

Wat is het doel van een beschouwing?
A
overtuigen
B
informeren
C
opiniëren
D
amuseren

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het doel van een nieuwsbericht?

Slide 27 - Open vraag

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

Wat was de aanleiding?

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
Is er ooit één generatie geweest die béter was dan de vorige? Dat we zeiden: kijk. Dít zijn nu pas leuke, frisse, jonge mensen die van aanpakken weten. Echt helemaal gelukt, precies zoals ouders, leraren, de politie, de dokter en de regering dat wensen. Doel bereikt. Goddank niet. We zouden ons doodergeren aan zo’n braaf leger modelburgertjes. Er moet natuurlijk wat te zaniken en te kneden overblijven. En het is altijd fijn om als zittende generatie, die macht heeft als opvoeder, beleidsmaker of onderzoeker, vast te stellen dat ‘wij’ uit een heel wat verfijnder hout waren gesneden.

Slide 33 - Tekstslide

Wat is de kernzin?
A
Eerste zin
B
Tweede zin
C
Laatste zin
D
Weet ik niet

Slide 34 - Quizvraag

Stap 7: alineaverbanden
Vroeger hadden de mensen in Middelburg nooit last van overlast door jongeren. De laatste jaren echter is de overlast stevig toegenomen. De burgers van Middelburg krijgen steeds meer last van jongeren die vernielingen aanrichten.

Slide 35 - Tekstslide

Stap 7: alineaverbanden
Denk bijvoorbeeld aan het bekliederen van bushokjes, het in brand steken van prullenbakken en het gooien van eieren tegen de ramen van omwonenden van hangplekken. De lijst met vernielingen wordt steeds langer en langer.



Slide 36 - Tekstslide

Hoe zijn de alinea's met elkaar verbonden?
A
Alinea 2 is een vergelijking met alinea 1
B
Alinea 2 is een voorbeeld van alinea 1
C
Alinea 2 is een reden van alinea 1
D
Alinea 2 is een tegenstelling op alinea 1

Slide 37 - Quizvraag

Stap 8: zoek signaalwoorden

Signaalwoorden duiden een verband aan. Voorbeelden zijn: en, want, maar, omdat, dus, ten eerste, bijvoorbeeld, kortom, etc.

Herken signaalwoorden!!!

Slide 38 - Tekstslide

Welk verband duidt 'omdat' aan?
A
reden-argument
B
oorzaak-gevolg
C
tegenstelling
D
opsomming

Slide 39 - Quizvraag

Stap 9: zoek moeilijke woorden op

Alleen op deze manier word je woordenschat groter!

Slide 40 - Tekstslide