In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Onderdelen in deze les
Wat weten jullie al over de Ardennen?
Slide 1 - Open vraag
Jong gebergte
Oud gebergte
Ardennen
Alpen
Spitse bergtoppen
Afgeronde bergtoppen
Hoger
Lager
Steile hellingen
Flauwe hellingen
Brede dalen
Diepe dalen
Slide 2 - Sleepvraag
In de Ardennen vindt er verwering plaats. Wat is verwering?
A
Het uiteenvallen van gesteente onder invloed van weer en plantengroei.
B
Het uitschuren van hard gesteente door verweringsmateriaal.
C
Het uitschuren van hard gesteente door water, ijs of wind.
D
Het afschuren van hard gesteente door water, ijs of wind
Slide 3 - Quizvraag
Wat zijn de drie morenen?
A
Beginmorene, zijmorene en luchtmorene.
B
Plantmorene, zijmorene en temperatuurmorene.
C
Eindmorene, zijmorene en grondmorene.
D
Plantmorene, zijmorene en vorstmorene.
Slide 4 - Quizvraag
Waar of niet waar: er ligt door het hele jaar sneeuw in de Ardennen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Is het plaatje hiernaast een V-dal of een U-dal?
Slide 6 - Open vraag
De Maas stroomt door de Ardennen
Slide 7 - Tekstslide
Wat voor soort rivier is de Maas?
A
Een gletsjerrivier.
B
Een gemengde rivier.
C
Een regenrivier.
D
Hoefijzermeer.
Slide 8 - Quizvraag
Wat gebeurt er bij de bovenloop van de Maas?
A
De Maas snijdt zich door verwering in het landschap.
B
De Maas snijdt zich door morene in het landschap.
C
De Maas snijdt zich door sedimentatie in het landschap.
D
De Maas snijdt zich door erosie in het landschap.
Slide 9 - Quizvraag
Naast dat er verwering bij de Ardennen plaats vindt, vindt er ook erosie en sedimentatie plaats. Zijn deze drie dingen endogene of exogene krachten?
Slide 10 - Open vraag
Wat voor soort gebergte zijn de Ardennen?
A
Hooggebergte.
B
Middelgebergte.
C
Laagland.
D
Heuvelland.
Slide 11 - Quizvraag
Hoogteverschillen in het landschap noem je reliëf. Hoe noem je een gebied zonder reliëf?
Slide 12 - Open vraag
Waardoor komen er breuken in de aardkorst?
A
Door reliëf.
B
Door sedimentatie.
C
Door aardbevingen.
D
Door convectiestromen.
Slide 13 - Quizvraag
In wat voor periode leven we nu?
A
Een interglaciaal.
B
Een stroomglaciaal.
C
Een deltaglaciaal.
D
Een glaciaal.
Slide 14 - Quizvraag
Hoelang duurt een interglaciaal?
Slide 15 - Open vraag
De Ardennen zijn een vulkaan.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 16 - Quizvraag
Hoe heet het vloeibaar gesteente dat zorgt voor de vorming van een vulkaan?
Slide 17 - Open vraag
In de Ardennen valt gemiddeld zo'n 1000 millimeter per jaar, op de hogere delen valt 1200 millimeter en op de hoogste gedeeltes meer dan 1400 millimeter. In de natste plaats van de Ardennen valt er per jaar 1450 millimeter neerslag. Hoeveel neerslag is er in de Ardennen?
A
Erg veel.
B
Veel.
C
Weinig.
D
Normaal.
Slide 18 - Quizvraag
Waarom is het in de Ardennen koeler en natter dan in andere delen van België?
A
Door erosie.
B
Door de hogere ligging.
C
Door sedimentatie.
D
Door verwering.
Slide 19 - Quizvraag
Wat is een firnbekken?
A
De resten van een gletsjerrivier.
B
Korrelige, overjarige en ijsachtige sneeuw.
C
Een verzameling van overjarige sneeuw hoog in de bergen.