Hoofdrekenen met kommagetallen tot 0,01

Hoofdrekenen met kommagetallen tot 0,01
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdrekenen met kommagetallen tot 0,01

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Aan het einde van de les kun je hoofdrekenen met kommagetallen tot 0,01.

Slide 2 - Tekstslide

Vertel de leerlingen wat ze aan het einde van de les zullen bereiken. Maak dit interactief door ze te vragen hun eigen doelen te stellen.
Wat weet je al over hoofdrekenen met kommagetallen tot 0,01?

Slide 3 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn kommagetallen?
Kommagetal is een getal met een komma, zoals 0,24.

Slide 4 - Tekstslide

Leg uit wat een kommagetal is en vraag de leerlingen of ze voorbeelden van kommagetallen kunnen geven.
Decimaalnotatie
Een getal met een komma kan ook worden geschreven als een decimaal, bijvoorbeeld 0,24 = 0,2 + 0,04.

Slide 5 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe ze een getal met een komma kunnen schrijven als een decimaal en vraag hen om voorbeelden te geven.
Optellen en aftrekken
Voor het optellen en aftrekken van kommagetallen tot 0,01, moeten we ervoor zorgen dat de decimalen uitgelijnd zijn.

Slide 6 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe ze kommagetallen kunnen optellen en aftrekken door de decimalen uit te lijnen. Geef enkele voorbeelden.
Vermenigvuldigen met 10
Als we een kommagetal vermenigvuldigen met 10, schuiven we de komma een plaats naar rechts.

Slide 7 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe ze een kommagetal kunnen vermenigvuldigen met 10 en vraag hen om voorbeelden te geven.
Vermenigvuldigen met 0,1
Als we een kommagetal vermenigvuldigen met 0,1, schuiven we de komma een plaats naar links.

Slide 8 - Tekstslide

Laat de leerlingen zien hoe ze een kommagetal kunnen vermenigvuldigen met 0,1 en vraag hen om voorbeelden te geven.
Verhoudingen
Kommagetallen kunnen worden gebruikt om verhoudingen te representeren, bijvoorbeeld 0,75 betekent 75 op 100.

Slide 9 - Tekstslide

Leg uit hoe kommagetallen kunnen worden gebruikt om verhoudingen te representeren. Geef enkele voorbeelden en vraag de leerlingen om zelf een verhouding te bedenken.
Oefenen
Laten we nu oefenen met het hoofdrekenen van kommagetallen tot 0,01.

Slide 10 - Tekstslide

Geef de leerlingen enkele sommen om te oefenen en loop rond om te helpen waar nodig.
Foutenanalyse
Laten we enkele veelvoorkomende fouten bespreken en hoe we deze kunnen voorkomen.

Slide 11 - Tekstslide

Bespreken veelgemaakte fouten en hoe deze kunnen worden voorkomen. Laat de leerlingen ook hun eigen fouten bespreken.
Samenvatting
Laten we de belangrijkste punten van de les doornemen.

Slide 12 - Tekstslide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en vraag de leerlingen om hun eigen samenvatting te geven.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 14 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 15 - Open vraag

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.