MAW havo: 6.2 + 6.3

6.2 macht en politieke instituties 

  • Hoe wordt macht gebruikt? 
  • Wat zijn politieke instituties?
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
MaatschappijwetenschappenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

6.2 macht en politieke instituties 

  • Hoe wordt macht gebruikt? 
  • Wat zijn politieke instituties?

Slide 1 - Tekstslide

Dilemma van de collectieve actie
Dilemma: je moet een keuze maken tussen twee of meer opties, terwijl vantevoren onduidelijk is welke optie het beste is.

Collectieve actie: mensen werken samen
om een collectief goed te realiseren.

Free riders: mensen/groepen die (stiekem) gratis meeliften.

Slide 2 - Tekstslide

Macht 
  • het vermogen om hulpbronnen in te zetten om bepaalde doelstellingen te bereiken
  • het handelingsvermogen van anderen beperken of vergroten

Slide 3 - Tekstslide


Slide 4 - Open vraag

Machtsbronnen 
  • Economisch - schaarse goederen
  • Cognitief - waardevolle kennis
  • Politiek - middelen tot legitiem uitoefenen van dwang
  • Affectief - emotionele binding (gevoelens)

Slide 5 - Tekstslide

Formele en informele macht 
Formele macht = vastgelegd in regels of wetten (aangewezen)
Informele macht = niet officieel vastgelegd ('verdient' doordat men ergens goed in is, omdat het hoort, of uitstraling heeft)

Supermarkt manager heeft formele macht, maar collega die al jaren bij de ap werkt informele macht

Slide 6 - Tekstslide

Een docent heeft formele macht.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Politieke instituties
Complex van regels die het gedrag van mensen en hun onderlinge relaties rond politieke machtsuitoefening en politieke besluitvorming reguleren


Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Politieke instituties 
Instituties: regels over hoe mensen zich gedragen
Politieke instituties: regels zijn formeel vastgelegd en overheid moet ze uitvoeren 

Let op! 
De mensen/bedrijven die de regels hanteren zijn instellingen, de regels die worden gehanteerd zijn de politieke instituties 
Voorbeelden
Grondwet
Kiesstelsel
Coalitievorming
Poldermodel
Parlementaire democratie
Prinsjesdag
Koningschap

Slide 10 - Tekstslide

Effecten politieke instituties
Politieke instituties zijn de spelregels van de samenleving.

Twee effecten:
1. Beperking individuele handelingsvrijheid
   
2. Bepalen ons gedrag
     

Slide 11 - Tekstslide

Maken 
6.2 (blz 107) opdracht 4
6.2 (blz 108) opdracht 6

Deze bespreken we met 20 minuten 

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 4
1. affectief 
2. economisch
3. cognitief, affectief, economisch
4. politiek
5. cognitief 
6. affectief 
7. cognitief
8. affectief 

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht 6 
1. Krol: cognitief en economisch, Ocw: economisch en politiek, Addink: cognitief 
2. Kennis (cognitief), geld (economisch), beïnvloeding (politiek)
3. Complex van regels, ministerie is een instelling 
4. Persoonlijke identiteit= klantvriendelijk en behulpzaam, collectieve identiteit= beïnvloedbaar en maken misbruik van hun macht 
5. Macht kan vergroot worden, omdat door controle de handelingsmogelijkheden van anderen beperkt of vergroot worden
6. Belangrijke machtspositief (want 3 machtsbronnen)

Slide 14 - Tekstslide

6.3 Theorie en ideologie 

Slide 15 - Tekstslide

Theorie
Twee vmanieren om naar macht te kijken 

 - Theorie van het pluralisme: Gaat ervan uit dat de samenleving uit verschillende groepen bestaan die allemaal verschillende belangen hebben. De macht wordt verdeeld over die groepen en iedereen mag proberen invloed uit te oefenen onpolitieke besluiten.

- Machtselitetheorie: Gaat ervan uit dat er een elite is die de macht heeft deze mensen zitten op belangrijke posities en het parlement en de bevolking is hier niet tegen opgewassen. 

Verschillende groepen                                                                                                                     Elite  



Slide 16 - Tekstslide

Ideologie 
Socialisme -
Sociaaldemocratie 
Confessionalisme -
Christendemocratie
Liberalisme 
Macht moet gelijk(er) verdeeld worden. Het is goed als zoveel mogelijk mensen politieke invloed hebben. 

Ondersteuning door overheid is wenselijk 
Gespreide verantwoordelijkheid is belangrijk en maatschappelijke organisaties moeten zelf taken uitvoeren. 

Overheid moet niet alle taken uitvoeren
Mensen zijn zelf verantwoordelijk.

Bij verschil in macht hoeft overheid niet altijd iets te doen. 

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag 
Samenvatten hoofdstuk 5 & 6
Bezig met dossieropdracht

Slide 18 - Tekstslide