In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.
Lesduur is: 15 min
Onderdelen in deze les
leestekens
Slide 1 - Woordweb
Welk leesteken wordt het vaakst verkeerd gebruikt?
A
de punt
B
het vraagteken
C
de komma
D
de puntkomma
Slide 2 - Quizvraag
Opdracht
Je leest zo een aantal zinsdelen. De delen vormen samen een zin. De leestekens ontbreken. Sleep het juiste leesteken of de juiste leestekens naar het zinsdeel dat ontbreekt.
Slide 3 - Tekstslide
Tijdens mijn stage heb ik veel boeketten gemaakt
maar ook klanten geholpen en de winkel schoongemaakt
Slide 4 - Sleepvraag
Ik vond het lastig om tijdens mijn stage aan de stageopdrachten te werken
op mijn stage was er geen tijd voor en eenmaal thuis was ik heel moe
Slide 5 - Sleepvraag
Mijn stagebegeleider zei letterlijk
Je bent een van mijn beste stagiaires
ooit want je bent leergierig creatief en neemt meteen
initiatief
Slide 6 - Sleepvraag
Als ik thuis kom
moet ik eerst douchen
want ik stink naar paardenmest
Slide 7 - Sleepvraag
Bij Verstegen Specerijen werk ik aan een nieuwe saus
het vertrouwen dat ze in me stellen
doet me goed
Slide 8 - Sleepvraag
In 2016 was het 'in' om een tatoeage te zetten van....
A
een uitroepteken.
B
aanhalingstekens.
C
een puntkomma.
D
een vraagteken.
Slide 9 - Quizvraag
Waar staat de puntkomma symbool voor?
A
Dat je nooit een punt achter je leven moet zetten.
B
Dat de drager een bepaalde allergie heeft.
C
Dat de drager geen bloedtransfusie wil ontvangen.
D
Dat de drager niet gereanimeerd wil worden.
Slide 10 - Quizvraag
Welke betekenissen kan ... hebben?
A
water, vuur en lucht
B
hobo-dots (zwerverspuntjes)
C
de heilige drie-eenheid (vader, zoon, de heilige geest)