WRE 1HV - Thema D - Interview afnemen

Inloggen LessonUp
Lees dit artikel  globaal door en bedenk 3 open vragen voor Zefanja Engberts.
Klaar? Pak alvast blz. 182 door en lees opdracht 2 door.
§4 Interview afnemen
Startopdracht:
HELDEN
timer
5:00
THEMA D
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Inloggen LessonUp
Lees dit artikel  globaal door en bedenk 3 open vragen voor Zefanja Engberts.
Klaar? Pak alvast blz. 182 door en lees opdracht 2 door.
§4 Interview afnemen
Startopdracht:
HELDEN
timer
5:00
THEMA D

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Thema D - Helden
1. Lesdoelen
2. Startopdracht bespreken + interview kijken
3. Opdracht maken
4. Interviewen: hoe bereid je het voor?
5. Oefening
6. Nabespreken en afronden

Slide 2 - Tekstslide

  • Je kunt een interview voorbereiden;
  • Je weet wat de woorden 'doorvragen, vervolgvraag en controlevraag' betekenen;
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Opdracht 2 - blz. 182

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Opdracht 2 - blz. 182
Klaar? Lees de theorie alvast door.
timer
5:00

Slide 6 - Tekstslide

Open en gesloten vragen
In een interview stelt een interviewer vragen om aan informatie te komen.
Er zijn twee soorten vragen:

1. Gesloten vragen: er is maar één antwoord mogelijk. Vaak is dat ja of nee.
2. Open vraag: je krijgt een uitgebreid(er) antwoord. Deze vragen beginnen vaak met: hoe, waarom of wat.

Slide 7 - Tekstslide

Interviewen: hoe doe je dat?
Hoe kun je ervoor zorgen dat een interview soepel verloopt?
1. Stel open vragen
2. Doorvragen: dit doe je als je nog niet genoeg informatie hebt gekregen. Je doet dit door een vervolgvraag te stellen. Daarmee reageer je op wat de geïnterviewde net heeft gezegd. 
3: Controlevraag: deze vraag stel je als je niet zeker weet of je het antwoord hebt begrepen.

Slide 8 - Tekstslide

Voorbeeld
Om goede vervolgvragen te stellen, moet je goed naar de ander luisteren

Bijvoorbeeld:
Vraag: Wie is jouw held?
Antwoord: Nelson Mandela.
Vervolgvraag: Waarom is hij je held?
Antwoord: Omdat hij veel heeft bereikt.
Vervolgvraag: Wat heeft hij dan bereikt?
Antwoord: Hij heeft ervoor gezorgd dat de apartheid in Zuid-Afrika is afgeschaft.

Slide 9 - Tekstslide

OPDRACHT
  1. Je kiest één van de afbeeldingen van blz. 180-181 uit (iemand die jij interessant vindt). Vind je geen één persoon interessant? Kies dan vakje 12 en bedenk zelf een persoon die jij een 'held' vindt.
  2. Bereid een interview met de 'held' voor. Welke vragen zou jij aan die persoon willen stellen? Bedenk minimaal 10 open vragen.
  3. PLUSOPDRACHT: Denk vervolgens na over wat jouw 'held' zou reageren op die vraag en bedenk daarbij een vervolgvraag.
  4. De uitwerking lever je aan het einde van de les bij mij in.

Tips: 
  • Vraag niet alleen naar feiten, maar ook naar meningen en gevoelens. 
  • Zoek informatie over de persoon op. Misschien krijg je daardoor inspiratie voor de vragen die je wilt stellen.
  • Laat je buur jouw vragen controleren als je klaar bent.

Je mag kiezen uit de volgende opties:
1. Lezen uit je leesboek
2. Denk na over wie jij daadwerkelijk wilt gaan interviewen voor de opdracht van Nederlands en bedenk daarbij alvast vragen.
3. Maak alvast de opdrachten van §5 op blz. 190-191

Klaar?
timer
10:00

Slide 10 - Tekstslide

  • Je kunt een interview voorbereiden;
  • Je weet wat de woorden 'doorvragen, vervolgvraag en controlevraag' betekenen;
Lesdoelen

Slide 11 - Tekstslide

Ik kan nu een interview voorbereiden.
😒🙁😐🙂😃

Slide 12 - Poll

Ik weet nu wat de woorden 'doorvragen, vervolgvraag en controlevraag' betekenen;
😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll

Wat lukte goed deze les?

Slide 14 - Woordweb

Wat zou je een volgende keer anders doen?

Slide 15 - Woordweb

Wat voor cijfer zou jij jouw werkhouding van deze les geven?
010

Slide 16 - Poll