H9: glucose verbranding in de cel

H9: rol van glucose bij celstofwisseling
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H9: rol van glucose bij celstofwisseling

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Oxidatie is
Een verbinding aangaan met zuurstof

Slide 3 - Tekstslide

Dissimilatie
Moleculen worden afgebroken.

Slide 4 - Tekstslide

7

Slide 5 - Video

01:22
Via welke stoffen krijgen wij onze energie binnen?

Slide 6 - Open vraag

02:23
Welke verbinding is het meest energierijk?
A
ADP
B
ATP

Slide 7 - Quizvraag

03:13
Welke celorganel voorziet ons van energie?
A
golgicomplex
B
de kern
C
mitochondria

Slide 8 - Quizvraag

03:52
We verkrijgen het meeste energie als we glucose verbranden in een anaeroob milieu.
A
niet waar
B
waar

Slide 9 - Quizvraag

05:41
Glucose wordt gesplitst in de glycolyse in?
A
1 pyrodruivenzuur en water
B
2 pyrodruivenzuren
C
2 pyrodruivenzuren

Slide 10 - Quizvraag

05:51
De krebscyclus gaat door in het cytoplasma van dit celorganel.
A
golgi complex
B
mitochondria
C
RER

Slide 11 - Quizvraag

03:52
Aeroob is
A
Met zuurstof
B
zonder zuurstof

Slide 12 - Quizvraag

Bij dissimilatie...
A
is energie nodig
B
komt energie vrij

Slide 13 - Quizvraag

Dissimilatie is...
A
Afbraak van organische moleculen
B
Afbraak van anorganische moleculen
C
Opbouw van organische moleculen
D
Opbouw van anorganische moleculen

Slide 14 - Quizvraag

Aeroob betekent
A
met celkern
B
zonder celkern
C
met zuurstof
D
zonder zuurstof

Slide 15 - Quizvraag

Slide 16 - Tekstslide

Waar in de cel vindt dissimilatie plaats?

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

9.1. glycolyse pg.256

Slide 21 - Tekstslide

<- 1. glycolyse

<- 2. decarborylering


<- 3. citroenzuurcyclus


<- 4. oxidatieve fosforylering
STAP 2+3+4= aerobe celademhaling

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Tekstslide

9.2. aerobe celademhaling

Slide 24 - Tekstslide


Glycolyse 
Welke uitspraak over de glycolyse is niet juist?

A
Bij de glycolyse is netto ATP nodig.
B
Bij de glycolyse wordt een C6-suiker gesplitst in twee C3-suikers.
C
Voor glycolyse is zuurstof nodig
D
De glycolyse vindt plaats in het cytoplasma van de cel.

Slide 25 - Quizvraag

Slide 26 - Tekstslide

2. Decarboxylering
van pyrodruivenzuur naar acetyl-CoA in de matrix van de mitochrondrium

Slide 27 - Tekstslide

3. citroenzuurcyclus
citroenzuur gaat de cyclus in, 
vorming CO2 en ATP

Slide 28 - Tekstslide

Per glucose molecuul 2x de citroenzuurcyclus
Citroenzuurcyclus

Slide 29 - Tekstslide

Slide 30 - Tekstslide

4. oxidatieketen
transport van waterstofionen uiteindelijk naar O2
vrijkomen ATP

Slide 31 - Tekstslide

Slide 32 - Tekstslide

oxidatieve fosforylering





De elektronen van een NADH,H+ pompen 3 H+ naar het lumen.
De elektronen van een FADH2 pompen 2 H+ naar het lumen.

Slide 33 - Tekstslide

Waar worden de elektronen uit de glucose (gedragen door moleculen als NADH,H+) gebruikt om energie op te wekken?
A
Glycolyse
B
Decorboxylering
C
Citroenzuurcyclus
D
Oxidatieve fosforylering

Slide 34 - Quizvraag

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Voorbeelden pagina 259-261

Slide 38 - Tekstslide